Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 januari 2021;
- de akte overlegging producties van 19 februari 2021 van [X] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 14 april 2021 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota’s.
2.De feiten
(…)[A](…) hierna te noemen “de schuldeiser” (…)
verstrekte en/of te verstrekken geldleningen
- Zoals hierna onder “Geldlening en Verpanding nader is uitgewerkt.
- Het totaal van deze vorderingen tot een maximum van éénhonderdtwintigduizend euro
Schuldenaar heeft behoefte aan herfinanciering van zijn onderneming(en)
De schuldenaren KMB Beheer B.V. en [eiser] Beheer BV. verpanden eveneens aan schuldeiser inventaris, bedrijfsvoorraden en debiteuren. (…)
ieder van de schuldenaren is hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van alle
Verklaring vernietiging ex artikel 1:88 BW
a) het gaat om een lening die bestemd was voor financiering van de op dat moment door [eiser]
mr. P.D.W.G. Oosterhuis te Enschede (hierna: mr. Oosterhuis) is vernietigd, afgewezen.
3.De overwegingen
had kunnen wetenvan de geldleningsovereenkomst, omdat bij het echtscheidingsverzoek extra informatie bij de accountant zou worden opgevraagd over de activa en de passiva en ‘in de echtscheiding staat dat aan [eiser] de onderneming wordt toebedeeld’, volgt niet dat [gedaagde] op dat moment op de hoogte was van de overeenkomst. Het gaat, zoals hiervoor al overwogen, om subjectieve bekendheid: wanneer raakte [gedaagde] daadwerkelijk op de hoogte van de geldleningsovereenkomst. Objectivering van de eis van daadwerkelijke bekendheid vindt geen steun in het recht.
[eiser](…) ten deze handelend:
Er is geen sprake van borgstelling, maar van hoofdelijke medeschuldenaarschap”.
ECLI:NL:HR:2000:AA5526).
1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)
4.De overwegingen
- verklaart voor recht dat de door [gedaagde] afgelegde verklaring van 29 januari 2020 door [X] rechtsgeldig is vernietigd, dan wel dat de rechter de door [gedaagde] afgelegde verklaring van 29 januari 2020 in rechte vernietigt, althans van onwaarde verklaart jegens [X] ;
- [gedaagde] veroordeelt om tegen kwijting aan [X] te betalen de terzake voorgeschreven verschuldigde som groot € 48.944,95, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf heden tot aan de dag van algehele voldoening;
- verklaart voor recht dat de door [gedaagde] afgelegde verklaring van 29 januari 2020 door [X] rechtsgeldig is vernietigd, dan wel dat de rechter de door [gedaagde] afgelegde verklaring van 29 januari 2020 in rechte vernietigt, althans van onwaarde verklaart jegens [X] ;
- [gedaagde] veroordeelt om tegen kwijting aan [X] te betalen 50% van de hiervoor omschreven verschuldigde som groot € 48.944,95, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf heden tot de dag van algehele voldoening, dan wel een nader door de rechter in goede justitie te bepalen bedrag;
2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)