ECLI:NL:RBOVE:2021:2617
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd ter voorkoming van overtreding van artikel 2:74a van de APV van Deventer in verband met drugsverkoop
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 30 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van Deventer, waarbij aan hem een last onder dwangsom is opgelegd ter voorkoming van overtreding van artikel 2:74a van de Algemene plaatselijke verordening (APV) van Deventer. Dit besluit volgde op een drugsbericht van de politie, waarin werd vermeld dat bij doorzoekingen in de woning en auto van eiser cocaïne was aangetroffen. Eiser betwistte de feiten en stelde dat zijn fundamentele rechten waren geschonden, omdat hij niet in de gelegenheid was gesteld om een zienswijze in te dienen. De rechtbank oordeelde dat eiser voldoende gelegenheid had gehad om te reageren en dat de burgemeester op basis van de ontvangen informatie van de politie terecht had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de last onder dwangsom niet te ver strekkend was en dat de hoogte van de dwangsom in redelijke verhouding stond tot de ernst van de overtreding. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.