Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
3.[gedaagde 3] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 juni 2020,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek met producties namens [gedaagde 2] c.s.,
- de conclusie van dupliek namens [gedaagde 3] ,
- de akte uitlating producties van de curator,
- de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 april 2021, de griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen naar voren hebben gebracht en de curator en [gedaagde 2] c.s. hebben pleitaantekeningen overgelegd,
- de akte uitlating na comparitie tevens vermindering van eis van de curator,
- de akte na comparitie namens [gedaagde 2] c.s.,
- de akte na comparitie namens [gedaagde 3] .
2.De feiten
Morgen goak eem een nieuwe bv oprichten waar we alle lopende orders op uit kunnen laten betalen. Moek oe dr dreks bie in zetten en goaj volnde week ergens eem met krabbel zetten of woj dat later doen?’Om 23.23 uur stuurt [gedaagde 3] vervolgens aan [gedaagde 2] : ‘
Wie kunt alles wa uut loatn betalen nog op protech maar dan kriew last denk ik.’ [2]
Heren. Vanochtend is het faillissement van ProTech uitgesproken. Morgen om 10.00 uur worden jullie (…) op kantoor verwacht bij de curator. (…) En jullie weten ook niks over de andere administratieve zaken.’
[gedaagde 3] was dagelijks aanwezig bij ProTech en hij was op de zaak de feitelijk leidinggever. (…) [gedaagde 3] bestelde ook de kozijnen en deed al het kantoorwerk.’
Er waren twee leidinggevers, dat waren ik en [gedaagde 3] . [gedaagde 3] was vrijwel dagelijks aanwezig op de zaak. Hij regelde de aansturing voor de colporteurs (colportage) en deed de verkoop, althans de aansturing daarvan. Ook zorgde hij voor de inkoop van de benodigde materialen en verzorgde hij de boekhouding. Ik zorgde voor de montage ter plekke en inmeetwerkzaamheden, klaarzetten, laden en lossen. Met andere woorden, ik was de man met de handjes en [gedaagde 3] de man op kantoor. [gedaagde 3] zijn vader, [A] , was eigenlijk nooit op de zaak. Hij was formeel wel bestuurder, maar deed niets. Ik heb hem in al die tijd maximaal 4x gezien. De constructie van [A] als formeel bestuurder en [gedaagde 3] als feitelijk leidinggever is zo gekozen omdat [gedaagde 3] nog een concurrentiebeding had bij zijn oude werkgever. (…) Ik heb mij nooit bemoeid met de boekhouding en de administratie. Ik heb mij verder ook nooit bemoeid met het financiële gedeelte. Ik kan niet eens inloggen.
Toen ik weg ging bij die BV’s heb ik ProTech opgericht samen met [gedaagde 2] . Ik werd toen aan mijn concurrentiebeding gehouden. Daarom heb ik de aandelen in ProTech overgedragen aan mijn vader. Ik hield mij bezig met het personeel en met de administratie. De boekhouder had vooral contact met mij. [gedaagde 2] deed het externe klantcontact en de bestellingen. U houdt mij voor dat ik feitelijk bestuurder ben geweest, daar kan ik mij in vinden.’
Onderzoek heeft uitgewezen dat de opdrachten zijn aangenomen door Protech en zijn uitgevoerd door het personeel van Protech. Na 24 januari 2019 zijn facturen verstuurd door op Protech echter het KvKnummer en bankrekeningnummer behoren aan Professional Technicians toe. De omzet is na 24 januari 2019 ook op de bankrekening van Professional Technicians BV binnen gekomen. Ook het personeel is vanaf februari 2019 van de rekening van Professional Technicians BV betaald. De kosten zijn echter achtergebleven in Protech waardoor deze uiteindelijk ook failliet is gegaan.’
‘Sinds de oprichting van Protech hebben jij en [gedaagde 3] de werkzaamheden verdeeld waarbij [gedaagde 3] verantwoordelijk was voor de interne zaken en jij als projectleider buiten aan het werk was. [gedaagde 3] was verantwoordelijk voor de administratie, de inkoop en stuurde de verkopers aan en jij zorgde voor de juiste afwikkeling van de projecten met de werknemers en ingehuurde zzp-ers. (…) [gedaagde 3] was verantwoordelijk voor deze administratie en hij gaf aan dat hij ervaring genoeg had om dit te kunnen doen. Hij is met de administratie begonnen en vanaf het begin was het nooit echt bij. (…) Een goed overzicht ontbrak en daarom heb ik [gedaagde 3] toen aangeboden om de administratie in Snelstart te gaan voeren en dat ik hem daarbij zou begeleiden (…). Vanaf de eerste dag is dit nooit adequaat opgepakt door hem. Ik heb hier vaak met hem over gesproken aan de telefoon (…). Ben er een keer of drie geweest op de zaak om hem het pakket uit te leggen maar alles was duidelijk en hij moest er alleen even tijd voor maken. Ik heb mijn zorgen hierover uitgesproken naar [gedaagde 3] en ook naar [gedaagde 2] . Een goede administratie is nodig om tot een juiste bedrijfsvoering te komen. Ondanks mijn inspanningen dit te verbeteren kwam het niet van de grond. (…)
Gelet op de verwijten van dhr. [C] (boekhouder) aan het adres van [A] , heb ik zelf al meerdere malen aangegeven dat ik hem wel wou helpen met de administratie, dit heb ik ongeveer 4x aangegeven, maar dat aanbod was niet nodig en dat heeft hij dan ook telkens afgewezen.’
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat [gedaagde 2] c.s. en [gedaagde 3] zich schuldig hebben gemaakt aan kennelijk onbehoorlijke taakvervulling ex artikel 2:248 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) welke onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement van ProTech;
- te verklaren voor recht dat [gedaagde 2] c.s. en [gedaagde 3] geen behoorlijke taakvervulling ex artikel 2:9 BW hebben gepleegd ten opzichte van ProTech;
- een hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 2] c.s. en [gedaagde 3] tot betaling aan de curator van het nader omschreven tekort in faillissement van ProTech, vermeerderd met rente vanaf de dag der faillietverklaring;
- te verklaren voor recht dat de rechtshandelingen die in onderling verband zijn gepleegd door alle gedaagden, neerkomend op een heimelijke verschuiving van omzet van ProTech naar Professional Technicians, onrechtmatig is ten opzichte van ProTech;
- een hoofdelijke veroordeling van alle gedaagden om € 61.390,15 te voldoen aan de curator;
- met een hoofdelijke veroordeling van alle gedaagden in de proceskosten en beslagkosten.
[gedaagde 3] én Professional Technicians jegens ProTech (artikel 6:162 BW), op grond waarvan de curator aanspraak maakt op € 61.390,15. [gedaagde 2] heeft als indirect bestuurder en feitelijk uitvoerende zelf onrechtmatig gehandeld en is aansprakelijk op grond van artikel 2:11 BW voor het onrechtmatig handelen van [gedaagde 1] B.V. De curator stelt dat sprake is van onrechtmatig handelen omdat diverse wettelijke plichten zijn geschonden, zoals het plegen van bedrieglijke bankbreuk (artikelen 343 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) en 344a Sr), het niet voeren van administratie (artikel 2:10 BW) en het handelen in strijd met de tegenstrijdig belang regeling (artikel 2:239 lid 6 BW), terwijl ze bovendien hebben gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. Ten aanzien van Professional Technicians stelt de curator dat deze onrechtmatig gelden heeft ontvangen zonder rechtsgrondslag (onverschuldigd betaald/onrechtmatig verrijkt).
[gedaagde 3] daarvoor verantwoordelijk was gelet op de interne taakverdeling.
[gedaagde 3] rustte geen administratieplicht omdat hij geen bestuurder was. [gedaagde 3] betwist een wettelijke regel te hebben overtreden of te hebben gehandeld in strijd met hetgeen volgens het maatschappelijk verkeer betaamt.
4.De beoordeling
met een bestuurder wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld degene die het beleid in de vennootschap heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder.’ Voor toepassing van dit artikel is niet nodig, maar ook niet voldoende, dat de vermeend feitelijk leidinggevende de bestuurder terzijde heeft geschoven. Het gaat erom of men zich daadwerkelijk als bestuurder heeft gedragen, door zelf bestuurshandelingen te verrichten.
u houdt mij voor dat ik feitelijk bestuurder ben geweest, daar kan ik mij in vinden.’ Die opmerking staat niet op zichzelf. [gedaagde 3] licht in dat verhoor toe dat hij zich bij ProTech bezighield met het personeel en met de administratie en dat de boekhouder vooral contact had met hem. Hoewel [gedaagde 3] aanvoert dat aan zijn verklaring geen waarde dient te worden gehecht, omdat deze onder zware druk tot stand zou zijn gekomen, heeft hij dat niet voldoende onderbouwd en ook niet aannemelijk gemaakt. Aan zijn bewijsaanbod ter zake (om als partijgetuige te worden gehoord over de omstandigheden van het verhoor en de totstandkoming van de verklaring) wordt niet toegekomen. Desgevraagd bevestigde
juist ter zitting dat de rechter-commissaris hem niet concreet onder druk heeft gezet. Dat [gedaagde 3] de in verzekerde bewaringstelling (mogelijk) als drukkend heeft ervaren – mogelijk zelfs na een tevergeefs verzoek om rechtsbijstand – en dat hij graag in vrijheid gesteld wilde worden, is op zichzelf begrijpelijk, maar doet aan het voorgaande niet af.
[gedaagde 3] en [gedaagde 1] en (indirect) [gedaagde 2] bedoeld en wordt aldus niet over bestuurder [A] geoordeeld, nu hij geen partij is in deze procedure.
[gedaagde 3] en Professional Technicians ieder worden veroordeeld tot betaling van een bedrag ter hoogte van 1/4 punt vermenigvuldigd met het voor de betreffende gedaagde geldende liquidatietarief ter zake van het salaris advocaat voor het opstellen van de (deels afzonderlijke) dagvaardingen. In de overige kosten voor salaris advocaat, in totaal 3 punten, kan Professional Technicians niet worden veroordeeld, omdat zij niet in de procedure is verschenen. De overige drie gedaagden zullen in die kosten worden veroordeeld in die zin dat ieder van hen 1/3 x 3 punten, oftewel 1 punt, vermenigvuldigd met het voor de betreffende gedaagde geldende liquidatietarief dient te vergoeden. Met inachtneming hiervan worden de proceskosten als volgt vastgesteld.
€ 278,50(1/4 x tarief € 1.114,--)
€ 1.392,50((1/4 + 1) x tarief 1.114,--)
€ 1.392,50((1/4 + 1) x tarief € 1.114,--)
€ 1.392,50((1/4 + 1) x tarief € 1.114,--)