10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: werkzaam in de maatschappelijke zorg, ontucht plegen met iemand die zich als cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
-
ontzet verdachte uit het recht tot de uitoefening van het beroep van ondersteunend begeleider binnen de maatschappelijke zorgvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer] , van een bedrag van € 2.500,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 december 2019);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.500,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 december 2019 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 35 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 2.500,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Diggele, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2021.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier Rhone (ONRBC20513) van politie eenheid Oost-Nederland. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , pagina’s 18, 19, 20, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
A: Sinds 31-03-2016 woont [slachtoffer] op [adres 2] te Enschede en wordt ze begeleid door [zorgorganisatie] .
V: Wat zijn de beperkingen van [slachtoffer] ?
A: [slachtoffer] heeft een licht verstandelijke beperking. Ze heeft een lage
ontwikkelingsleeftijd en een laag IQ. Ze heeft last van wisselende stemmingen. Ze vind het lastig om zichzelf staande te houden en is daardoor snel beïnvloedbaar.
V: Welke zorg wordt aan [slachtoffer] verleend door [zorgorganisatie] ?
A: [slachtoffer] woont binnen de woonlocatie en krijgt volledige ondersteuning en hulp al naar gelang haar behoefte is. Zeg maar de totale woonverzorging.
V: Wie is [verdachte] ?
A: Hij was ondersteunend begeleider binnen [adres 2] . Per 1 januari 2020 is
hij bij [zorgorganisatie] uit dienst gegaan.
V: Wat is er gebeurd waarvan u aangifte wilt doen?
A: Ik werd op 15 januari 2020 gebeld door een collega, [getuige 2] . Ze vertelde dat [slachtoffer] bij haar was geweest en een aantal dingen had verteld. Ik zal het letterlijk voorlezen uit het verslag van [getuige 2] . [slachtoffer] zegt dat ze even wil praten. We gaan naar kantoor. Daar zegt ze dat ze het moeilijk vindt om te zeggen. Maar dat iets van haar hart moet. En dat wij dit niet leuk gaan vinden. Ze moet huilen. Ze zegt dat ze met [verdachte] iets heeft gedaan en heeft gehad, sinds afgelopen zomer. Ze zegt dat ze hebben geknuffeld en neusje/neusje hebben gedaan. Dat het daar niet bij is gebleven en seks hebben gehad en dat het niet een keer is gebeurd. Ze is verliefd op hem en hoopt niet dat hij misbruik van haar heeft gemaakt.
We hebben de begeleiding gevraagd om met dit in ons achterhoofd te kijken naar dingen die opvallen. Puzzelstukjes die zeg maar achteraf op hun plaats vallen. Wat daarbij anderen opviel was dat [verdachte] onbereikbaar was tijdens de dienst, omdat hij zijn telefoon niet had meegenomen. Dit terwijl de afspraak is dat een ieder telefonisch bereikbaar moet zijn.
Het proces-verbaal van bevindingen betreffende het studioverhoor van [slachtoffer] , pagina’s 30, 32 tot en met 39 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: He [slachtoffer] wat wil je mij vertellen?
A: Ja over [verdachte] .
V: Over [verdachte] .
A: Dat ik dacht wij zeg maar een geheime relatie hadden. Euhm en hij kwam nog wel aardig veel bij mij. We hebben ook over bepaalde dingen gepraat.
V: Over dingen gepraat zeg je en toen?
A: Hij begon me de hele tijd te knuffelen omdat ik nog al veel problemen had met vriendschap en zo. Dus zodoende is het een beetje bij ons uitgelopen.
V: Mm. En verder?
A: Verder ben ik met hem gaan praten over mijn dromen. Dat ik ook wel vaak over hem droomde en zo. Ja dat ging gewoon plotseling en toen heb ik hem ook wel eerlijk verteld dat ik hem leuk vond. En toen hebben we ja, gekust. En een paar dagen later kwam die weer bij mij en toen zijn wij nog verder gegaan. En toen kwam het op seks uit. En ik dacht natuurlijk wij hebben stiekem een relatie.
A. En de 19de had die de slaapdienst van december en toen was die bij mij. Die avond en niemand wist er wat van.
V: Vertel daar eens alles over.
A: Nou ik had hem gevraagd wanneer die een keer een slaapdienst had omdat ja ik wou dat misschien wel een keer weet je wel. En dat deed die ook nog gewoon.
V: En toen deed die het gewoon en wat bedoel je daarmee?
A: Ja dat die een slaapdienst had aangevraagd.
V: Euhm [slachtoffer] , wat bedoel jij met seks, wat is dat?
A: Seks is alles. Beffen, pijpen orale seks heet dat dan.
V: Mm. En als ik aan jou vraag hoe zat het tussen jou en [verdachte] met seks? Wat deden jullie?
A: Genoeg.
V: Maar is dat alles wat jij nu opnoemt?
A: Ja.
V: Of is er..dus alles wat je opgenoemd hebt dat deden jullie?
A: Ja. Hij wou toen toevallig anale seks maar ik wou dat niet.
V: Hij wou anale seks maar jij wou dat niet.
A: En hij zegt tegen mij van de meeste vrouwen vinden dat wel lekker. Maar ik heb gezegd ikke niet. Dus bij mij hoef je niet te komen.
V: Nee. Is het 1 keer of is het vaker gebeurd de seks.
A: Nee vaak. Meer dan 10 keer.
V: En waar is het gebeurd?
A: Bij mijn in de washok. En op mijn kamer, slaapkamer.
V: Washok zeg je, woonkamer en slaapkamer. En welke keer kan jij je nog het beste herinneren?
A: 19de, de 26ste en de 29ste.
V: Hoe komt het dat je die 3 keren nog goed kan herinneren?
A: Nou omdat die eigenlijk niet zo leuk waren.
V: Over de 29ste? Vertel daar eens alles over.
A: Toen hij weg ging van het werk en had die afscheid genomen. En hij kwam ’s avonds bij mij. En ik had gewoon een normale broek aan. En hij zat op de bank naast mij. En hij zat mij de hele tijd over de benen heen te strelen. Hij zegt zo van heb je zin? Ik zeg nou nee vandaag even niet. Mm wat dan zegt die. Ik zeg nou ik heb gewoon geen zin vandaag. Dus ging die gewoon een beetje ja een beetje kriebelen van ja vind je dit lekker. Ik zeg nee vandaag niet. En hij zat maar te zeuren en te zeuren. En toen dacht ik van weet je wat ga daar maar eens staan. Maar eigenlijk had ik helemaal geen zin.
V: En toen?
A: Ja als die door blijft zeuren dan weet ik het niet anders dan doe ik het maar gewoon. Gewoon eigenlijk tegen mijn zin in.
V: En waar was dat?
A: In de washok.
V: En wat is daar gebeurd?
A: Wij hebben daar geneukt.
V: En vertel daar eens alles over.
A: Ja trokken wij mekaars broek uit en hij stak hem erin.
V: Trokken elkaars broek uit zeg je.
A: Ja trok hij zijn broek uit en ik de mijne. En toen begon die met mij te seksen.
V: En het was in de opening van de deur van het washok.
A: Ja.
V: En hij stond achter jou en wat deed hij toen hij achter jou stond?
A: Doggy-style.
V: Doggy-style. Maar je zegt wij trokken allebei onze broek uit. En hoe weet jij dat jij je broek uit moest trekken?
A: Omdat hij begon te zeuren aan mij.
V: En wat zeurde die dan?
A: Ja gewoon ik wil seks weet je. Dus. En ik had gewoon geen zin eigenlijk. Maar ik ben gewoon soms een beetje moeilijk in nee zeggen.
V: En dan staat die achter jou zeg je en dan was het doggy-style.
A: Ja
V: En wat is doggy-style?
A: Doggy-style dat je achter mekaar zit.
V: En waar zijn jouw handen als die achter jou staat?
A: Ik had hem zo tegen de wanden van de deur aan.
V: En hij waar waren zijn handen?
A: Bij mij.
V: En waar bij jou?
A: Op mijn borsten.
V: En wat deed hij toen hij achter jou stond met zijn handen bij jou borsten en jij met je handen tegen de deur aan?
A: Strelen.
V: Maar je zegt ook toen stak die hem erin.
A: Ja.
V: En wat stak die erin?
A: Zijn lul.
V: En waar stak die die in?
A: In mijn poes.
V: En wat deed die toen die zijn lul in jou poes stak?
A: En toen begon die te rijden, hij had er wel zin in.
V: En hoe weet je dat die klaar kwam?
A: Omdat die in mij kwam. Dus, zonder condoom.
V: Mm. Maar voelde jij wat of zag jij wat of hoorde jij wat dat die klaar kwam?
A: Ik voelde dat.
V: Mm. Want wat voelde je dan?
A: Hij had de handdoek gepakt. En dat had die onder mijn poes neergelegd waarmee ik
moest afdrogen.
V: En wanneer had die die handdoek gepakt?
A: De 29ste.
A: Het is gewoon alleen maar bij mij in huis gebeurd.
V: Weet je nog die 26ste waar dat dan nog was?
A: In de slaapkamer en waar in je slaapkamer?
A: Op mijn bed.
V: En hoe was jij op bed toen jullie seks hadden?
A: Hij lag al klaar op bed.
V: Hij lag al klaar op bed. En hoe lag die klaar dan?
A: Hij zat zich af te trekken.
V: En toen wat deed jij toen toen hij klaar lag en jij je jurk en je onderbroek uit had?
A: Ging ik bovenop hem zitten en hebben we standje 69 gedaan dus.
V: En hoe stopte het dat standje 69.
A: Tot die klaar was.
V: Hoe vaak is dat gebeurd in de slaapkamer?
A: Twee keer.
A: Je hoort geen seks te hebben met een cliënt. Eigenlijk niet. Hij zei ook wel tegen mij ik ben eigenlijk wel strafbaar. Dat wist die eigenlijk wel waarom ga je dan door? Dan moet je er toch mee stoppen.
V: Oké. En je zegt toen is het begonnen toen je 31 was. En weet je nog wanneer het begon?
A: Vorig jaar in de zomer in juni, juli zoiets.
V: Weet je nog die eerste keer dat het begon?
A: Ik had een rokje aan dat weet ik nog wel en toen zat ik bovenop hem. En toen dacht die van ik ga de vinger er maar eens in steken, kijken wat ze doet. Dus hij heeft het wel gedaan. Dus hij heeft mij gevingerd. Dus toen dacht ik wel van wil je dat krijgen dan kun je alles krijgen.
V: En als hij bij jou was he in de woonkamer waar was dan zijn werktelefoon?
A: In zijn broekzak.
V: In zijn broekzak hoe weet je dat?
A: Omdat ik dat heb gezien. En hij zet hem in zijn werk ook nog wel eens af.
V: Wat deed die dan met de telefoon als die af ging?
A: Dan ging die hem uitdrukken en ook niet op pakken of zo. Gewoon wachten tot iemand
anders hem oppakte.
V: Wat heeft [verdachte] er tegenover jou gezegd dat wie het mocht weten dat jullie seks hadden met mekaar?
A: Niemand. Niemand mocht dat weten.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , pagina 43, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Vertel eens hoe dat ging toen [slachtoffer] jou vertelde wat er gebeurd was tussen haar en [verdachte] ?
A: Dat was omdat ik op die 15e januari in de inloop zat met een aantal cliënten. Toen hadden wij het over nieuwe collega’s en toen zei een andere cliënt dat hij het goed kon vinden met een nieuwe collega van ons. Hij gaf aan dat hij een betere klik voelde met die nieuwe collega dan met [verdachte] in het begin. [slachtoffer] hoorde dat en reageerde wat fel, door te zeggen dat [verdachte] ook een leuke begeleider is. Toen zei ik tegen haar: ”Het valt me op dat je fel reageert. Ik weet dat je een goede band had met [verdachte] .’’ [slachtoffer] zei: ”Dat klopt. Ik moet je wat vertellen.” Ik ben toen met haar naar kantoor gegaan waar we met z’n tweeën waren.
V: Wat vertelde [slachtoffer] jou precies?
A: Ik zal het letterlijk voorlezen uit mijn verslag dat ik op 15 januari 2020 heb gemaakt. [slachtoffer] zegt dat ze even wil praten. We gaan naar kantoor. Daar zegt ze dat ze het moeilijk vindt om te zeggen. Maar dat iets van haar hart moet. En dat wij dit niet leuk gaan vinden. Ze moet huilen. Ze zegt dat ze met [verdachte] iets heeft gedaan en heeft gehad, sinds afgelopen zomer. Ze zegt dat ze hebben geknuffeld en neusje/neusje hebben gedaan. Dat het daar niet bij is gebleven en seks hebben gehad en dat het niet een keer is gebeurd. Ze is verliefd op hem en hoopt niet dat hij misbruik van haar heeft gemaakt. Ze zegt dat ze hadden afgesproken contact te houden met elkaar. Ik zeg dat ik haar even moet onderbreken, dat ik de manager en gedragswetenschapper hierover moet inlichten. En dat we dit moeten uitzoeken met elkaar. Dat doen we altijd bij [zorgorganisatie] . Ze zegt dit goed te vinden. Ik vraag of ik nog wat voor haar kan doen, ze zegt erg te trillen en naar haar appartement te gaan. Ik vraag of ze wil of ik later nog even kom, dat wil ze. Later op de avond ga ik naar haar toe.
Ze zegt dat ze niet wil dat [verdachte] hierdoor problemen gaat krijgen.
V: Hoe was de emotie van [slachtoffer] toen zij jou op 15 januari 2020 vertelde dat zij een relatie had gehad met [verdachte] .
A: Haar emotie was huilen en trillen.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , pagina’s 47 en 48, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Wanneer heeft [slachtoffer] jou iets verteld over wat er gebeurd is met haar?
A: Dat was in december 2019.
V: Wat heeft [slachtoffer] jou verteld aan de telefoon?
A: Ze vertelde dat ze seks had gehad met [verdachte] .
V: Vertel daar eens alles over.
A: Ja. Hij wou haar in principe kussen. Zij trok haar hoofd weg. In principe wou ze niet. Ze had hem echter toch wel gekust en gezegd dat ze verder niet wat wilde. Toen had [verdachte] gezegd:” Wat doe jij nou?” Dat ze haar hoofd wegtrok en eigenlijk toch een kus wilde geven. Toen had [verdachte] gezegd : “Ach wat maakt het ook uit.” Toen vertelde [slachtoffer] dat ze seks had gehad en waar ze het had gedaan. Ze heeft me een keer verteld dat ze seks met [verdachte] had gehad in het washok en ook een keer seks had gehad op het bed. Hij had haar ook wel eens gevraagd of ze lekker geil was en of ze er zin in had. Hij had met haar hand tussen de benen gezeten en voor dat ze het wist zat zijn vinger er in bij haar.
Hij wou ook meteen gewoon het spul van het bed af hebben.
V: Wat bedoel je daar mee?
A: Als ze klaar waren sprong [verdachte] direct van het bed af en trok de hoes van het dekbed af. Hij wilde het dan meteen gaan wassen in de machine. [slachtoffer] had gezegd dat dat wel kon wachten omdat ze nog meer wasgoed had. [verdachte] had gezegd dat hij dat meteen uitgewassen wilde hebben. [slachtoffer] heeft me natuurlijk niet alles verteld. Het is veel vaker gebeurd. [verdachte] kwam echt heel vaak bij haar boven heeft ze me verteld. Ze heeft verteld dat de seks veel vaker gebeurde.
De laatste keer had [verdachte] wat anders gewild en toen had [slachtoffer] gezegd: “Daar kom je niet in, dat gaat niet gebeuren.”
V: Wat bedoelde ze daarmee?
A: Dat ga ik eerlijk vertellen. [slachtoffer] zei dat hij de vinger in haar kont wilde steken. Toen had [slachtoffer] gezegd; “Daar kom je niet in, dat gaat echt niet gebeuren.”