In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 24 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, woonachtig te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg. Eiser verzocht om wijziging van zijn geboortedatum in de Basisregistratie Personen (BRP) van 2 november 1958 naar 11 juni 1953, gebaseerd op een uitspraak van een Turkse rechtbank van 6 november 2017. De rechtbank in Turkije had de geboortedatum gecorrigeerd, maar het college van burgemeester en wethouders weigerde de wijziging op grond van artikel 2.10 van de Wet BRP, omdat de Turkse uitspraak niet op objectief onderzoek en betrouwbare gegevens zou zijn gebaseerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 26 maart 2018 het verzoek tot wijziging indiende, maar dat het college dit verzoek op 18 juli 2018 afwees. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 19 september 2019 en de nadere zitting op 21 februari 2020 is de heer [naam 1], een deskundige, gehoord. De rechtbank heeft de Turkse uitspraak en de bijbehorende documenten beoordeeld, waaronder getuigenverklaringen en een doopregister.
De rechtbank oordeelde dat de Turkse uitspraak, hoewel gebaseerd op getuigenverklaringen, ook steun vond in andere documenten, zoals het doopregister. De rechtbank concludeerde dat de Turkse uitspraak op objectief onderzoek en betrouwbare gegevens was gebaseerd, en dat het college ten onrechte had geweigerd de geboortedatum te wijzigen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het griffierecht vergoed en werden de proceskosten aan eiser toegewezen.