Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis d.d. 31 juli 2019 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- een akte indiening producties d.d. 21 oktober 2019 van de zijde van [bedrijf] ;
- een akte d.d. 21 oktober 2019 houdende een vermeerdering van eis;
- een akte d.d. 22 oktober 2019 houdende een (tweede) vermeerdering van eis;
- het proces-verbaal van de comparitie d.d. 5 november 2019, waarbij van de zijde van beide partijen spreekaantekeningen zijn overgelegd, alsmede van de zijde van [bedrijf] een overzicht houdende ‘verlies aan uren’. Ter comparitie heeft Arcus tevens aangegeven de rechtbank en [bedrijf] nog te zullen voorzien van een document waaruit het bestuurderschap blijkt van de heer [C] , ter zitting aanwezig om Arcus te vertegenwoordigen, welk document de rechtbank heeft ontvangen op 8 november 2109.
2.De feiten
- “(…) Systemen moeten een gegarandeerde continuïteit kunnen bieden, afgestemd op de eisen van de organisatie. (…)
- Preventief onderhoud en controle voorkomt dat de organisatie gehinderd wordt door storingen. Zorgen ervoor dat de systemen optimaal blijven presteren. Loyall adviseert bovendien in innovatie, efficiëntie en security”(blz. 5 van laatstgenoemde productie).
“onderdeel [is] van de Dienstverleningsovereenkomst die [bedrijf] en Loyall ICT (Group) zijn aangegaan”.
“Op alle aanbiedingen van Loyall zijn de ICT~Office Voorwaarden van toepassing. Deze zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland onder nummer 30174840 en kunnen op verzoek ter beschikking worden gesteld.”
“deze handtekening alleen geldt voor de investeringen en de maandtermijnen. Partijen wensen overeen te komen over de algemene voorwaarden en de overige bepalingen: indien geen akkoord bereikt over deze bepalingen is deze overeenkomst niet geldig.”
“niet tevreden [te] zijn over de dienstverlening en met name de performance van verschillende programma’s en de storingen van de door Loyall ICT Group geleverde omgeving”en Loyall aansprakelijk gesteld “
voor alle schade die uw toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst tot gevolg heeft gehad en nog zal hebben” (productie 11 bij dagvaarding).
3.De vordering
4.Het verweer
service levelszijn vastgelegd, is een sterke aanwijzing dat partijen geen garantie aan de zijde van Loyall zijn overeengekomen ter zake van een minimaal beschikbaarheidspercentage.
periode van 15 september tot en met 1 oktober 2014dat er meldingen binnenkwamen over traagheid van bepaalde applicaties, het wijzigen van de printerlade, het niet kunnen starten van een specifieke applicatie, het niet kunnen versturen van een bijlage bij een e-mail en een verlopen wachtwoord dat gewijzigd diende te worden. Zeer gebruikelijke en kleine ICT-problemen. Uit twee tickets van de tweedelijnssupport blijkt dat er in deze periode traagheid is ervaren bij het inloggen in Citrix (prod. 8 bij conclusie van antwoord): het duurde soms lang (10 minuten) om in of uit te loggen en op 24 september 2014 kreeg een aantal gebruikers een zwart scherm te zien na het inloggen. Er is dus geenszins sprake geweest van een periode van 17 dagen niet-beschikbaarheid.
periode van 8 juni tot en met 11 juni 2015ging het om zes gebruikers die moeite hadden met inloggen. Deze meldingen zijn door Loyall adequaat en snel opgelost, conform de SLA.
27 oktober tot en met 29 oktober 2015betrof de ‘verstoring’ van [bedrijf] inlogproblemen om 8:00 uur ’s ochtends op 28 oktober 2015. De melding is nadat de helpdesk conform de SLA om 8:30 uur open ging binnen tien minuten opgelost.
1 december tot en met 4 december 2015was geen sprake van een storing maar van een virus, binnengehaald door een medewerker van [bedrijf] die zelf op 1 december 2015 om 22:00 uur een melding hiervan heeft gedaan bij Loyall, waarop Loyall hier onverplicht – immers niet haar verantwoordelijkheid, zie 4.4 van de SLA en 4.1 van de Dienstverleningsovereenkomst – mee aan de slag is gegaan.
8 maart tot en met 11 maart 2016ging het inderdaad om performance issues in het datacentrum, die door Loyall zelf actief aan [bedrijf] zijn gemeld (productie 11 bij conclusie van antwoord). De omgeving is herstart en het incident werd door het datacentrum met prioriteit 1 behandeld in samenwerking met haar partner VCE op een hoog escalatieniveau. Het is gezien het lange tijdsverloop niet meer te achterhalen in welke mate deze storing tot problemen heeft geleid. Wel is slechts een zeer beperkt aantal meldingen binnengekomen naar aanleiding van deze storing.
29 maart 2016 tot en met 1 april 2016ging het wederom om een storing als gevolg van een virus,
ransomwareom precies te zijn. De melding van 1 april 2016 dat een van de Citrix servers eruit ligt, wordt in minder dan een uur tijd opgelost door Loyall.
5 tot en met 8 april 2016zien niet op beschikbaarheids-/performance-issues, afgezien van een melding dat Citrix vastliep; dit incident is binnen 10 minuten opgelost.
28 juni tot en met 1 juli 2016betrof wederom een virus.
1 tot en met 7 november 2016ten slotte, staat een melding – dat enkele gebruikers moeite hadden met inloggen op een externe locatie – vrij lang open doordat steeds getracht werd de aanmelder van het incident te bereiken met de vraag of het incident gesloten kon worden, maar deze aanmelder niet bereikbaar was. Op 3 november 2016 wordt een storing veroorzaakt door
ransomware. Een andere melding heeft betrekking op het vastlopen van de applicaties binnen Citrix. Deze melding wordt buiten openingstijden van de helpdesk gedaan. Loyall gaat er niettemin direct mee aan de slag. De overige meldingen hebben geen betrekking op de beschikbaarheid van het ICT-systeem.