10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte de onder parketnummer 08/997029-17 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten en het onder parketnummer 08/994500-18 tenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 (parketnummer 08/997029-17)
het misdrijf:
opzettelijk niet naleven van artikel 32 Arbeidsomstandighedenwet, meermalen gepleegd;
feit 2 (parketnummer 08/997029-17)
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk een stof in de lucht brengen, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 3 (parketnummer 08/997029-17)
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 10.1 lid 3 Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
het onder parketnummer 08/994500-18 tenlastegelegde feit
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 6 lid 1 Asbestverwijderingsbesluit 2005, opzettelijk begaan, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[naam 6](parketnummer 08-997029-17, feit 1 en parketnummer 08-994500-18, feit 1) van een bedrag van
€ 9.171,67(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten parketnummer 08-997029-17, feit 1 en parketnummer 08-994500-18, feit 1, tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 9.171,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
80 dagenzal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van
€ 16,--niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[naam 2]van een bedrag van
€ 6.182,50(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 6.182,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
65 dagenzal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van
€ 3.590,39niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[naam 3]van een bedrag van
€ 5.994,12(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.994,12, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
64 dagenzal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van
€ 200,00niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[bedrijf 1] BVvan een bedrag van
€ 17.351,37(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 17.351,37, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
121 dagenzal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor zover deze betrekking heeft op de immateriële schade af;
bevel voorlopige hechtenis
- het bevel tot voorlopige hechtenis wordt niet opgeheven, noch opnieuw geschorst, waardoor het bevel met ingang van heden herleeft.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Berlo, voorzitter, mr. H. Stam en mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, en is in het openbaar uitgesproken op 30 september 2019.
Buiten staat
Mr. Van Berlo is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar documentnummers, zijn dit documentnummers uit het dossier van de politie eenheid Oost Nederland, team milieu, met nummer ONRBA17004 (onderzoek : JAGUAR). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar documentnummers van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Parketnummer 08/997029-17
Ten aanzien van alle locaties:
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
In de ten laste gelegde periode had ik de eenmanszaak [bedrijf verdachte] . Mijn bedrijf was niet in het bezit van een certificaat om asbest te verwijderen terwijl ik dit wel op mijn website had gezet. Ik ben zonder certificaat gaan werken.
Ik was het aanspreekpunt voor de opdrachtgevers. Ik sprak met hen af hoe laat wij op een locatie kwamen. Dit gaf ik aan de jongens door. De opdrachtgevers stuurden mij een asbestinventarisatierapport als dit voorhanden was. Dit rapport keek ik met de jongens op de locaties door om te kijken wat er moest gebeuren.
Een schriftelijk bescheid (B205), inhoudende een uittreksel van de Kamer van Koophandel d.d. 21 augustus 2017:
Handelsnaam: [bedrijf verdachte]
Rechtsvorm: Eenmanszaak
Startdatum onderneming: 17-10-2016 (datum registratie: 19-10-2016)
Activiteiten: Dakdekken en bouwen van dakconstructies
Werkzame personen: 1
Handelsnaam: [bedrijf verdachte]
Bezoekadres: [woonplaats]
Eigenaar: [verdachte]
Een schriftelijk bescheid (P158), inhoudende een print screen van de website www. [bedrijf verdachte] .com:
Specialist in asbestsanering en dakrenovatie
[bedrijf verdachte] is een gecertificeerd bedrijf voor het verwijderen van asbest, asbesthoudende producten en asbestbesmet materiaal.
Een proces-verbaal van verhoor van 27 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 2] (JAG-272, G214), zakelijk weergegeven:
[verdachte] gaf de opdrachten bij de werkzaamheden die ik samen met [werknemer/medeverdachte] uitvoerde bij het slopen van asbest. [werknemer/medeverdachte] kreeg ook de opdrachten van [verdachte] . We kregen samen de opdrachten van [verdachte] .
5.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-054, P324), zakelijk weergegeven:
Als ik van [verdachte] de opdracht kreeg dan wist ik niet vooraf wat de opdracht inhield.
Als ik aankom op de afgesproken plaats, dan wordt door [verdachte] verteld wat er uitgevoerd moet worden. [verdachte] bepaalt de start en eindtijd. [verdachte] bepaalt hoe het werk wordt uitgevoerd.
6.
Een proces-verbaal van verhoor van 30 augustus 2017, inhoudende de verklaring van getuige [werknemer 1] (JAG-085, G54 en G55), zakelijk weergegeven:
V: Wat kun je ons vertellen over [verdachte] ?
A: [verdachte] heet [verdachte]
(de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ).
Naar mijn idee is [verdachte] de grote baas en voeren [werknemer/medeverdachte]
(de rechtbank begrijpt: medeverdachte [werknemer/medeverdachte] )en ik de klussen uit.
Een proces-verbaal van bevindingen (JAG-287, B1502, pagina 2) van 31 oktober 2017, opgemaakt door [verbalisant] (arbeidsinspecteur bij ISZW), zakelijk weergegeven:
Tevens dienen preventieve beheersmaatregelen getroffen te worden waardoor de concentratie van asbeststof in de lucht zo laag mogelijk wordt gehouden (Arbobesluit artikel 4.45, 1e lid, in relatie met artikel 4.45, 2e lid onder a). Voor wat de asbestbronnen in genoemde rapporten zouden de volgende maatregelen genomen moeten worden:
-Het leggen van folie rondom te verwijderen bronnen.
-Asbesttoepassingen zoveel mogelijk in zijn geheel verwijderen.
-Juiste volgorde van de werkzaamheden met de best bestaande technieken.
-Asbesttoepassingen vooraf en bij breuk nat maken.
-Het afzetten van het werkgebied.
-Werkgebied reinigen. Indien hiervoor een stofzuiger wordt gebruikt dient deze voorzien te zijn van een speciaal filter (HEPA filter).
-Gebruik maken van stofafzuiging (puntafzuiging) tijdens het verwijderen.
-Reinigen gebruikte gereedschappen. Indien reinigen niet mogelijk is, zoals bij de stofzuiger dient deze na de sanering in een asbestzak worden ingepakt.
-Afzetten werkgebied
-Gebruik maken van een decontaminatie-unit. De deco procedure dient gevolgd te worden om verspreiding van asbestvezels te voorkomen.
Voor wat betreft de saneringswerkzaamheden die zijn ingedeeld in risicoklasse 2 en 2a, binnensituatie dienen nog de volgende extra maatregelen getroffen worden.
Om verspreiding van asbestvezels te voorkomen buiten de ruimte waar de werkzaamheden plaatsvonden dienen de saneringswerkzaamheden in een containment bij een onderdruk van minimaal 20 pascal te worden uitgevoerd (Arbobesluit artikel 4.48a, 1e lid, juncto artikel 4.48a, 2e lid onder c). Indien dit niet gebeurd kunnen vezels worden verspreid naar aanliggende ruimten en kunnen werknemers (en andere personen zoals bewoners) na de werkzaamheden worden blootgesteld aan asbestvezels.
Tijdens de genoemde saneringswerkzaamheden dient de werkgever er voor te zorgen dat de werknemers doelmatige adembescherming dragen. Als doelmatig wordt beschouwd een volgelaatsmasker met P3 filter en aangeblazen lucht.
8.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 2] (JAG-060, G17), zakelijk weergegeven:
Er was nooit een douche. Dat hoefde volgens [verdachte] bij deze asbestsoorten niet. Zonder te douchen stapten we na het werk in de bus en reden naar huis.
9.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-040, P302), zakelijk weergegeven:
Ik weet niet welke stappen er genomen moeten worden bij asbestsanering.
Ik heb geen beschermende middelen om een asbestsanering uit te kunnen voeren.
Ik weet dat je een mondkapje voor moet hebben, maar niet welke. Dat is het enige dat ik weet.
10.
Een proces-verbaal van verhoor van 27 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 2] (JAG-272, G214), zakelijk weergegeven:
Wat betreft beschermende middelen gebruikten we alleen een stofmasker en werkschoenen.
11.
Een proces-verbaal van bevindingen (B4) van 1 augustus 2017, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant] , zakelijk weergegeven:
Op 27 juli 2017 heb ik het register van Ascert geraadpleegd op de certificering van de hieronder genoemde (rechts)personen: [bedrijf verdachte] , [bedrijf 2] , [verdachte] en [werknemer/medeverdachte] .
Uit deze bevragingen bleek mij dat geen van de (rechts)personen in het bezit waren van een certificaat op het gebied van asbest.
12.
Een proces-verbaal van bevindingen (JAG-326) van 9 februari 2018, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant] , zakelijk weergegeven:
Wanneer een bedrijf zich niet houdt aan de voorwaarden en maatregelen die zijn opgenomen in het Arbeidsomstandighedenbesluit is aan te nemen dat haar werknemers blootgesteld kunnen worden aan asbeststof.
Bij onzorgvuldige verwijdering van asbesthoudende bronnen bestaat er een groot risico van hoge emissies aan asbestvezels en worden de grenswaarden opgenomen in artikel 4.48. Risicoklasse 2 Arbeidsomstandighedenbesluit overschreden. Bij onzorgvuldige verwijdering wordt ook niet aan de grenswaarde van één voldaan. Dit volgt uit onderstaand TNO rapport.
Volgens het TNO rapport 2013 RI 1850 Onderzoek naar de blootstelling aan asbest tijdens saneringswerkzaamheden (J. Tempelman, J. den Boeft en J. Schinkel, 2013, p. 65) kunnen voor vrijwel alle saneringen van hechtgebonden chrysotiel asbesthoudende materialen (risicoklasse 2) door zorgvuldig werken en het toepassen van bronmaatregelen en juist gebruik van adem beschermingsmiddelen, in die volgende, blootstelling aan vezelconcentraties boven de grenswaarde worden voorkomen.
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op 19 juni 2017 heb ik met [werknemer 1] een asbesthoudend vloerzeil verwijderd uit de slaapkamer van de woning aan de [adres 1] te Bilhoven. Ik had deze opdracht aangenomen via [website] . Ik heb [werknemer 1] gezegd dat wij daar heen gingen. We hebben het zeil in sealplastic verpakt en in de bus gelegd. In de offerte stond dat we de ruimte tevens vezelvrij zouden maken. Dat hebben we niet gedaan.
14.
Een proces-verbaal van verhoor van 4 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [naam 1] (JAG-229, G156 en 157), zakelijk weergegeven:
Via de website [website] heb ik een klus geplaatst. De opdracht luidde dat ik een aantal asbestpunten in huis had o.a. het zeil in de slaapkamer. Op 19 juni 2017 belde [verdachte] van [bedrijf verdachte] mij en zei dat hij in de Bilt was en de klus nu ook kon doen. Kort daarop is [verdachte] daar met een kompaan geweest en hebben zij de klus uitgevoerd. Mijn vriendin heeft contant betaald op verzoek van [verdachte] . ’s Avonds heb ik in de slaapkamer gekeken en zag ik dat het zeil weg was en dat er een ondervloer lag.
15.
Een proces-verbaal van verhoor van 24 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 1] (JAG-270, G179), zakelijk weergegeven:
De persoon op de foto in bijlage 3 dat ben ik. Wij hebben alleen een zeil op een slaapkamer moeten verwijderen. [verdachte] en ik hebben het zeil opgerold en in onze bestelbus van [bedrijf 1] meegenomen. Het werk was zo klaar. Ik kreeg ter plaatse de opdrachten van [verdachte] .
We droegen een witte overall en een mondmasker.
16.
Een schriftelijk bescheid (B830), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 14 juni 2017, zakelijk weergegeven:
Adres [adres 1] :
Vloerzeil slaapkamer, 16 m2. Niet hechtgebonden.
Asbestsoort: Chrysotiel, percentage 30-60%, Risicoklasse 2.
Verwijderingsmethode: containment.
17.
Een schriftelijk bescheid (B1266), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 8 september
2017, zakelijk weergegeven:
Adres [adres 1] :
Onderlaag onder tapijt in de slaapkamer voor, 16m2, niet hechtgebonden,
Asbestsoort: Chrysotiel, percentage 30-60%, risicoklasse 2
Verwijderingsmethode: containment.
18.
Een proces-verbaal van verhoor van 15 november 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [getuige 2] (JAG-298, G247), zakelijk weergegeven:
Ze hadden een wit pak aan voorzien van een capuchon en droegen een masker.
19.
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb het werk aan de recreatiewoning op de camping [camping] aan de [adres 2] te Oosterhout aangenomen. De opdrachtgevers hebben verteld dat er asbesthoudende golfplaten moesten worden verwijderd. Ik heb op de locatie gekeken en daar hebben de opdrachtgevers mij gedeeltelijk betaald.
Vervolgens heb ik [werknemer/medeverdachte] (hierna: [werknemer/medeverdachte] ) gevraagd of hij het werk wilde uitvoeren. [werknemer/medeverdachte] heeft de klus samen met [werknemer 2] , [werknemer 1] en nog iemand uitgevoerd. Ik heb hen niet gezegd dat zij beschermende maatregelen moesten nemen. Later hebben de opdrachtgevers mij gevraagd of de recreatiewoning kon worden gesloopt. Dit heb ik aan [werknemer/medeverdachte] doorgegeven en een nieuwe prijs met de opdrachtgevers afgesproken.
[werknemer/medeverdachte] heeft mij gebeld dat de klus klaar was. Dat heb ik aan de opdrachtgevers doorgegeven en daarbij gezegd dat zij mij konden betalen. Dit hebben zij op 3 juli 2017 gedaan. Ik heb de factuur opgemaakt.
20.
Een proces-verbaal van verhoor van 10 november 2017, inhoudende de verklaring van aangever [naam 2] (JAG-150, B1710 en 1711), zakelijk weergegeven:
Via de site van [website] heb ik een offerte bij het bedrijf [bedrijf verdachte] aangevraagd voor het verwijderen van 40 vierkante meter asbest. Toen we akkoord mailden werden wij door iemand die zich [verdachte] noemde terug gebeld.
Op 17 juni arriveerde [verdachte] samen met een man. [verdachte] wilde de asbest van het dak halen en afvoeren en vroeg een aanbetaling van € 800,--. Ik betaalde dit ter plekke contant.
Later kwamen we overeen dat [verdachte] van [bedrijf verdachte] niet alleen de asbest zou verwijderen en afvoeren maar ook het huisje zou slopen en afvoeren. De prijs zou in totaal € 2000,-- zijn.
Op 3 juli betaalde ik de resterende € 1200,-- op rekening van de [bedrijf verdachte] omdat [verdachte] via sms had laten weten dat alles klaar was.
21.
Een proces-verbaal van verhoor van 27 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 2] (JAG-272, G214), zakelijk weergegeven:
[verdachte] was er die dag niet bij op de [adres 2] te |Oosterhout maar hij gaf ons wel de opdracht om daar naar toe te gaan.
22.
Een proces-verbaal van verhoor van 24 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 1] (JAG-270, G178), zakelijk weergegeven:
Ik ben in Oosterhout geweest met [werknemer 2] en [werknemer/medeverdachte] .
Vooraf ben ik daar samen met [verdachte] geweest om werkafspraken met de eigenaren van dit chalet te maken. Zij hebben een deel van de sloop vooruit betaald aan [verdachte] .
Van [verdachte] moesten wij het dak van het chalet afhalen en de rest met de grond gelijk maken.
23.
Een proces-verbaal van verhoor van 31 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-096, P374), zakelijk weergegeven:
[verdachte] heeft mij gevraagd of ik naar Oosterhout wilde gaan. Hij gaf aan dat het om een chalet ging. Het hele chalet moest plat. Dat had [verdachte] zo gezegd.
24.
Een proces-verbaal van verhoor van 26 september 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-129, P401), zakelijk weergegeven:
Ik heb op 1 juli 2017 in Oosterhout gewerkt.
25.
Een proces-verbaal van bevindingen (B438) van 29 augustus 2017, opgemaakt door [verbalisant] , toezichthouder Omgevingsdienst Midden en West- Brabant, zakelijk weergegeven:
Op 23 augustus 2017 heb ik controle uitgevoerd op het perceel [adres 2] te Oosterhout.
De eigenaar van de camping, de heer [getuige 1] , vertelde tegen mij dat hij was gaan kijken naar de werkzaamheden bij het vakantiehuisje C2. Op locatie zag hij dat het terrein niet was afgezet en de asbestverdachte golfplaten zonder persoonlijke beschermingsmiddelen verwijderd werden. Verspreid over het terrein lag asbest verdacht materiaal.
26.
Een schriftelijk bescheid, te weten een analysecertificaat RPS van 24 augustus 2017 (Bijlage 3 bij B438):
Adres monstername [adres 2] te Oosterhout
Monster nr RPS Soort materiaal Soort asbest + massa % bij benadering
17-187062 Plaatmateriaal Chrysotiel 10 - 15 %
Crocidoliet 2-5%
17-167953 Plaatmateriaal Chrysotiel 10 - 15 %
Crocidoliet 2-5%
27.
Een schriftelijk bescheid (B1367), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 4 september 2017, zakelijk weergegeven:
Locatie: [adres 2] Oosterhout. Aangetroffen asbestverdachte bronnen
- 18 m2 dakbeplating, chrysotiel: 10-15% en crocidoliet: 2-5%, risicoklasse 2A
- 38 m2 restanten dakbeplating, chrysotiel: 10-15% en crocidoliet: 2-5%, risicoklasse 2A
28.
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op 17 juli 2017 ben ik samen met [werknemer 2] en [werknemer/medeverdachte] aanwezig geweest in de schuur aan de [adres 3] te Drempt. Aangever [naam 3] had mij op voorhand een asbestinventarisatierapport gestuurd waarin stond wat er moest gebeuren. ’s Ochtends heb ik de aanhangwagen gebracht en ben ik samen met aangever [naam 3] , [werknemer 2] en [werknemer/medeverdachte] in de schuur geweest om te kijken wat er moest gebeuren. [werknemer/medeverdachte] en [werknemer 2] hebben de asbesthoudende plafondplaten verwijderd. Tijdens een deel van de werkzaamheden ben ik in de schuur geweest. Ik wist dat er asbest in de plafondplaten zat. De veiligheidsmaatregelen die volgens de deskundigen hadden moeten worden genomen, zoals containment, hebben wij niet genomen. ’s Middags heb ik de volle aanhangwagen weer opgehaald. Er is aan mij betaald.
29.
Een proces-verbaal van verhoor van 10 oktober 2017, inhoudende de verklaring van aangever [naam 3] (JAG-200, B1650), zakelijk weergegeven:
De offerte ging via [website] . Ik kreeg een bericht voor welk bedrag [bedrijf verdachte] dit kon doen. Via
[website] kon ik ook de contactgegevens van [bedrijf verdachte] krijgen.
Op maandag 17 juli 2017 ben ik naar het perceel [adres 3] te Drempt toegegaan. Ik heb daar de man gesproken die ik ook aan de telefoon had gesproken en van wie ik nu weet dat hij [verdachte] heet. Wij zijn samen over de werkplek gelopen en ik heb hem aangewezen wat er verwijderd moest worden.
[verdachte] had de leiding. Ik heb alleen met hem over de opdracht en de werkzaamheden gesproken en hij overhandigde mij ook de factuur.
30.
Een schriftelijk bescheid (B1613), inhoudende een factuur van [bedrijf verdachte] gericht aan [naam 3] ten bedrage van 3.327,50 met als omschrijving “1x verwijderen van asbest plafondbepaling incl. afmelding”.
31.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-041, P312), zakelijk weergegeven:
Ik ben betrokken geweest bij een asbestsanering in Drempt. [verdachte] belde mij op en vroeg of ik tijd had voor een klus. [verdachte] wees mij witkleurige platen aan die weg moesten. Ik kreeg van [verdachte] € 200,-- contant betaald.
32.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-054, P324), zakelijk weergegeven:
[verdachte] kwam regelmatig de stal binnen en schreeuwde ons toe dat we nog niet ver genoeg waren en op moesten schieten.
33.
Een schriftelijk bescheid (B1616), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 25 april 2017, zakelijk weergegeven:
Asbestinventarisatie van [adres 3] te Drempt
136 m2 plafondbeplating: risicoklasse 2, Chrysotiel 2-5 %
25 m2 plafond aanbouw, risicoklasse 2, Chrysotiel 2-5 %
34.
Een proces-verbaal van verhoor van 21 november 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-300, P479), zakelijk weergegeven:
Ik heb nog nooit in containment asbest verwijderd.
35.
Een proces-verbaal van verhoor van 27 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 2] (JAG-272, G214), zakelijk weergegeven:
[verdachte] had mondkapjes voor ons. [verdachte] zei dat we voor dit asbest alleen deze mondkapjes nodig hadden. Verder hadden wij geen beschermende kleding aan. [verdachte] zei dat we dat niet hoefden.
Een proces-verbaal van verhoor van 30 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-063, P348), zakelijk weergegeven:
[werknemer 2] en ik hebben de hele klus in de kleding gedaan die op de foto is te zien. Wij hebben geen enkele beschermende middelen gebruikt tegen de besmetting met asbest. Volgens [verdachte] was dat niet nodig.
37.
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb het werk aan de [adres 4] te Lochem aangenomen. Aangeefster belde mij of ik een asbesthoudende dakplaat van de dakkapel wilde verwijderen. Ik heb [werknemer/medeverdachte] vervolgens gebeld en gezegd dat er een asbestplaat van de dakkapel moest worden verwijderd. [werknemer/medeverdachte] heeft het werk vervolgens met [werknemer 2] uitgevoerd. Ik heb niet gezegd dat er veiligheids-maatregelen moesten worden genomen. Het zou kunnen dat ik een stofzuiger aan [werknemer/medeverdachte] en [werknemer 2] heb meegegeven.
Ik ben bij aangeefster [naam 4] geweest om het geld in ontvangst te nemen.
38.
Een proces-verbaal van verhoor van 10 oktober 2017, inhoudende de verklaring van aangever [naam 4] (JAG-236, G159), zakelijk weergegeven:
[verdachte] was de eigenaar en ging weg nadat de twee andere jongens binnen kwamen. [verdachte] had aangegeven dat hij de werkzaamheden overliet aan de anderen. Eén van de andere mannen heette [werknemer/medeverdachte] . De werkzaamheden werden verricht door [werknemer/medeverdachte] en een stagiair. Zij hebben een in de gang geschroefde plaat en een plaat van de dakkapel verwijderd. Ze droegen alleen stofmaskers.
39.
Een proces-verbaal van verhoor van 27 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 2] (JAG-272, G214), zakelijk weergegeven:
Ik heb samen met [werknemer/medeverdachte] asbestplaten in de gang van de woning aan de [adres 4] te Lochem verwijderd. [verdachte] had dit verteld. [verdachte] zou hier eerst alleen naar toe gaan maar had iets met zijn vrouw. [verdachte] heeft [werknemer/medeverdachte] toen gevraagd. [verdachte] zou zorgen voor de afvoer van het asbest. We hebben niet een soort tent gebruikt. Van [verdachte] hoefde dat niet.
40.
Een proces-verbaal van verhoor van 21 november 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-300, P479), zakelijk weergegeven:
Ik heb nog nooit in containment asbest verwijderd.
Een schriftelijk bescheid (B871), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 16 november 2015, zakelijk weergegeven:
[adres 4] te Lochem,
Cementplaat buitenzijde woning, chrysotiel 10-15%, hechtgebonden, risicoklasse 2, verwijdering conform SC-530 (openluchtsanering)
Cementplaat hal, chrysotiel 2-5%, hechtgebonden, risicoklasse 2, verwijdering conform SC-530 (binnensanering).
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op vrijdag 4 augustus 2017 heb ik samen met [werknemer/medeverdachte] asbesthoudend zeil en of asbesthoudende zwarte platen uit de gang, wc en keuken van de woning aan de [adres 5] te Oegstgeest verwijderd. Ik had mijn normale kleding aan en heb alleen een mondkapje gebruikt.
Een proces-verbaal van verhoor van 29 november 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [naam 5] (JAG-311, G254), zakelijk weergegeven:
Via [website] kwam ik in contact met [verdachte] . Ik heb hem het asbestinventarisatierapport verstuurd. Daar had hij om gevraagd. Op de dag van de werkzaamheden waren 2 personen van [bedrijf verdachte] aanwezig, waaronder [verdachte] .
[verdachte] had de leiding want ik heb alle zaken met hem geregeld. Ik heb [verdachte] een bedrag van
€ 1905,00 contant betaald.
44.
Een proces-verbaal van bevindingen (B762) van 26 september 2017, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant] , zakelijk weergegeven:
Op 25 juli 2017 werd door [naam 5] op de website www. [website] .nl de opdracht geplaatst voor het verwijderen van een 13m2 asbesthoudende vloer. Bij de omschrijving werd aangegeven dat er een asbest inventarisatierapport aanwezig was.
Op 26 juli 2017 werd een voorstel, ondertekend met “groet [verdachte] " van €1600 (excl. btw) gedaan. Op 28 juli 2017 geeft [naam 5] aan de opdracht door [verdachte] te willen laten uitvoeren en vraagt naar zijn beschikbaarheid.
45.
Een schriftelijk bescheid (JAG-329, bijlage 3), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 11 mei 2017, zakelijk weergegeven:
Asbestinventarisatierapport [adres 5] , Oegstgeest.
Asbest aanwezig in vloerzeil wc, hal, keuken.
30% - 60% chrysotiel
niet hechtgebonden materiaal
Risicoklasse 2. 13,0 m2.
46.
Een schriftelijk bescheid (JAG-329, bijlage 11), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 17 augustus 2017, zakelijk weergegeven:
Asbestinventarisatierapport [adres 5] , Oegstgeest.
Restanten plaatmateriaal in de vloer keuken gang, 13m2, chrysotiel 2-5%, hechtgebonden, risicoklasse 2.
Verontreiniging in de gehele woning, 112m2, chrysotiel +/++, hechtgebonden, risicoklasse 2.
47.
Een proces-verbaal van verhoor van 13 november 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-283, P432), zakelijk weergegeven:
Ik heb een vloerzeil uit de woning aan de [adres 5] te Oegstgeest verwijderd. Ik deed dit samen met [verdachte] . [verdachte] bepaalde hoe er gewerkt moest worden. [verdachte] had de opdracht aangenomen. We hebben geen voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen genomen ter voorkoming van de verspreiding van asbest. We hadden geen beschermende kleding aan. We zijn na de klus zonder te douchen in onze werkkleding in de bus gestapt.
Een schriftelijk bescheid (B1367), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 4 september 2017, zakelijk weergegeven:
Locatie: [adres 2] Oosterhout. Aangetroffen asbestverdachte bronnen
- 18 m2 dakbeplating, chrysotiel: 10-15% en crocidoliet: 2-5%, risicoklasse 2A
- 38 m2 restanten dakbeplating, chrysotiel: 10-15% en crocidoliet: 2-5%, risicoklasse 2A
49.
Een schriftelijk bescheid, te weten een deskundigenonderzoek d.d. 26 maart 2019 opgesteld door R. Grinwis, van Kiwa compliance, zakelijk weergegeven:
Bij een verwijdering met breuk van de dakplaten komen hier ca. 21000 asbestvezels/m3 vrij.
50.
Een proces-verbaal van bevindingen (B438) van 29 augustus 2017, opgemaakt door [verbalisant] , toezichthouder Omgevingsdienst Midden en West- Brabant, zakelijk weergegeven:
Op 23 augustus 2017 heb ik controle uitgevoerd op het perceel [adres 2] te Oosterhout.
De eigenaar van de camping, de heer [getuige 1] , vertelde tegen mij dat hij was gaan kijken naar de werkzaamheden bij het vakantiehuisje C2. Op locatie zag hij dat het terrein niet was afgezet en de asbestverdachte golfplaten zonder persoonlijke beschermingsmiddelen verwijderd werden.
Verspreid over het terrein lag asbest verdacht materiaal.
Op het terrein rondom het vakantiehuisje liggen restanten asbesthoudend materiaal. Onder een zeil lag een stapel asbestverdachte golfplaten. Door ondeskundig verwijderen van asbest is er een besmetting ontstaan.
51.
Een schriftelijk bescheid, te weten een analysecertificaat RPS van 24 augustus 2017 (Bijlage 3 bij B438):
Adres monstername [adres 2] te Oosterhout
Monster nr RPS Soort materiaal Soort asbest + massa % bij benadering
17-187062 Plaatmateriaal Chrysotiel 10 - 15 %
Crocidoliet 2-5%
17-167953 Plaatmateriaal Chrysotiel 10 - 15 %
Crocidoliet 2-5%
52.
Een proces-verbaal van verhoor van 31 augustus 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [getuige 1] (JAG-095, G50 en G51), zakelijk weergegeven:
Er waren geen linten en er was geen dichte container. Ik zag dat er over het gehele terrein stukjes asbest lagen.
53.
Een proces-verbaal van verhoor van 27 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [werknemer 2] (JAG-272, G219), zakelijk weergegeven:
Er zijn wel een paar platen gebroken.
54.
Een proces-verbaal van verhoor van 26 september 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-129, P401), zakelijk weergegeven:
Ik heb het chalet zo achtergelaten zoals dit op de foto’s
(op dossierpagina’s 418 en 419) is te zien.
55.
Een schriftelijk bescheid, te weten een deskundigenonderzoek d.d. 26 maart 2019 opgesteld door R. Grinwis, van Kiwa compliance, zakelijk weergegeven:
De verwijderde toepassing bevatten beide 2-5 % chrysotiel en zijn hecht gebonden asbesthoudende toepassingen. De toepassingen dienen in risicoklasse 2 verwijderd te worden. Het dakbeschot in de schuur (136 m2) betreft een buiten situatie en de beplating in de tussenruimte (25m2) betreft een binnen situatie.
Bij een verwijdering met breuk komen hier ca. 45000 asbestvezels/m3 vrij.
56.
Een proces-verbaal van verhoor van 15 mei 2018, inhoudende de verklaring van de getuige [getuige 3] afgelegd tegenover de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken, zakelijk weergegeven:
Op 18 juli 2017 ben ik naar de [adres 3] te Drempt gegaan. Ik zag overal asbestverdachte materialen. Ik heb binnen en buiten de schuur op verschillende plaatsen monsters genomen van die verdachte materialen. Ik heb de monsters opgestuurd naar Al-West.
Ik heb vier monsters genomen:
1. buiten de veeschuur aan de lange zijde;
2. In de veeschuur, een beetje aan de achterzijde,
3. Bij de deur van de aanbouw, volgens mij aan de binnenkant,
57.
Een schriftelijk bescheid (B233), te weten een analyserapport d.d. 27 juli 2017 opgesteld door [naam 8] van AL-West B.V. gericht aan [verbalisant] , inclusief bijlagen, zakelijk weergegeven:
Asbestbepaling in grond/puin:
Monster 1: 5-10 % chrysotiel
Monster 2: 5-10 % chrysotiel
Monster 3: 5-10 % chrysotiel.
58.
Een schriftelijk bescheid (B1666), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 5 augustus 2017, aangepast 8 augustus 2017, zakelijk weergegeven:
Asbestinventarisatie van [adres 3] te Drempt
Restanten van een vlakke plaat aangetroffen in de aanbouw van de boerderij.
Circa 25 m2, hechtgebonden, chrysotiel 2-5%.
Wijze van verwijdering: containment SMA-rt.
59.
Een schriftelijk bescheid, te weten een e-mailbericht d.d. 20 juli 2017 van [verbalisant] , Toezichthouder milieu OD Achterhoek (B231), zakelijk weergegeven:
Op 18 juli 2017 ben ik met een collega ter plaatste gegaan naar de [adres 3] te Drempt.
Wij troffen een zorgwekkende situatie aan. Het asbesthoudend dakbeschot is zeer slecht verwijderd en overal liggen (binnen en buiten de schuur/woning) fragmenten.
60.
Een proces-verbaal van verhoor van 10 oktober 2017, inhoudende de verklaring van aangever [naam 3] (JAG-200, B1654), zakelijk weergegeven:
De stukken asbest die aan weerszijden van de schuur op de grond liggen zijn absoluut stukken asbest die bij de sanering door [bedrijf verdachte] daar terecht zijn gekomen. Het was ook duidelijk herkenbaar als stukken dakbeschot.
61.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-041, P312, 317, 318 en 320), zakelijk weergegeven:
[verdachte] vertelde ons aan het begin wat gedaan moest worden en ging dan met zijn luie flikker in
de bus buiten wachten. Hij is een paar keer binnen geweest. Het werk ging [verdachte] niet snel genoeg. Hij zei dat we alles er gewoon af moesten trekken. Bij het eraf halen zijn ook wel eens platen naar beneden gevallen. Ik heb de kapotte platen en stukjes opgeruimd.
We hebben de achtergebleven rommel in de stal met een bezem opgeveegd. Ik tikte met hamer tegen de beitel om de spijkers los te maken. Daarna gebruikte ik de koevoet om de platen los te wrikken. Ik denk dat ik dat wrikken tussen de naden van de platen deed. Daarna kon ik de platen eraf trekken.
Sommige platen waren al kapot.
Bij het eraf halen zijn er platen naar beneden gevallen. Ik heb de kapotte platen en stukjes opgeruimd.
[verdachte] heeft de bestelbus van [bedrijf 1] , een gehuurde bus, op de werklocatie gebruikt.
62.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-054, P328), zakelijk weergegeven:
[verdachte] heeft de eerste plafondplaat in de stal zelf verwijderd als voorbeeld. [verdachte] ging heel ruw te werk. Hij pakte een koevoet en trok met grof geweld de plafondplaat los. De plaat raakte bij [verdachte] beschadigd.
63.
Een proces-verbaal van verhoor van 30 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-063, P353 en 354), zakelijk weergegeven:
We hebben zichtbare restanten opgeveegd.
Ik heb op weg naar de woning van de buren het zichtbare stof van mij afgeklopt.
64.
Een proces-verbaal van verhoor van 23 augustus 2017, inhoudende de verklaring van verdachte [werknemer/medeverdachte] (JAG-041, P318), zakelijk weergegeven:
Ik ben zonder te douchen naar het toilet van de buren geweest.
65.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik heb het werk aan de [adres 4] te Lochem aangenomen. De eigenaresse belde mij of ik een asbesthoudende dakplaat van de dakkapel wilde verwijderen. Ik heb [werknemer/medeverdachte] vervolgens gebeld en gezegd dat er een asbestplaat van de dakkapel moest worden verwijderd. [werknemer/medeverdachte] heeft het werk vervolgens met [werknemer 2] uitgevoerd. Ik ben bij de eigenaresse geweest om het geld in ontvangst te nemen.
66.
Een schriftelijk bescheid (B871), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 16 november 2015, zakelijk weergegeven:
[adres 4] te Lochem,
Cementplaat buitenzijde woning, chrysotiel 10-15%, hechtgebonden, risicoklasse 2, verwijdering conform SC-530 (openluchtsanering)
Cementplaat hal, chrysotiel 2-5%, hechtgebonden, risicoklasse 2, verwijdering conform SC-530 (binnensanering).
67.
Een proces-verbaal van verhoor van 10 oktober 2017, inhoudende de verklaring van aangeefster [naam 4] (JAG-236, G160), zakelijk weergegeven:
Toen zij klaar waren was het niet stofvrij afgeleverd. Ik heb het stof zelf opgeruimd. Er lag veel stof. Ik heb de muur vochtig afgenomen en de vloer schoongemaakt en gedweild.
Parketnummer 08/994500-18:
Ten aanzien van alle locaties:
68.
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
In de ten laste gelegde periode had ik de eenmanszaak [bedrijf verdachte] . Mijn bedrijf was niet in het bezit van een certificaat om asbest te verwijderen terwijl ik dit wel op mijn website had gezet. Ik ben zonder certificaat gaan werken.
69.
Een proces-verbaal van bevindingen (B4) van 1 augustus 2017, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant] , zakelijk weergegeven:
Op 27 juli 2017 heb ik het register van Ascert geraadpleegd op de certificering van de hieronder genoemde (rechts)personen: [bedrijf verdachte] , [bedrijf 2] , [verdachte] en [werknemer/medeverdachte] .
Uit deze bevragingen bleek mij dat geen van de (rechts)personen in het bezit waren van een certificaat op het gebied van asbest.
Ten aanzien van Oosterhout:
70.
Een schriftelijk bescheid (B1367), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 4 september 2017, zakelijk weergegeven:
Locatie: [adres 2] Oosterhout. Aangetroffen asbestverdachte bronnen
- 18 m2 dakbeplating, chrysotiel: 10-15% en crocidoliet: 2-5%, risicoklasse 2A
- 38 m2 restanten dakbeplating, chrysotiel: 10-15% en crocidoliet: 2-5%, risicoklasse 2A.
71.
Een schriftelijk bescheid (B1616), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 25 april 2017, zakelijk weergegeven:
Asbestinventarisatie van [adres 3] te Drempt
136 m2 plafondbeplating: risicoklasse 2, chrysotiel 2-5 %
25 m2 plafond aanbouw, risicoklasse 2, chrysotiel 2-5 %.
72.
Een schriftelijk bescheid (B871), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 16 november 2015, zakelijk weergegeven:
[adres 4] te Lochem,
Cementplaat buitenzijde woning, chrysotiel 10-15%, hechtgebonden, risicoklasse 2, verwijdering conform SC-530 (openluchtsanering)
Cementplaat hal, chrysotiel 2-5%, hechtgebonden, risicoklasse 2, verwijdering conform SC-530 (binnensanering).
Ten aanzien van Bilthoven:
73.
Een proces-verbaal van verhoor van 4 oktober 2017, inhoudende de verklaring van de getuige [naam 1] (JAG-229, G156 en 157), zakelijk weergegeven:
Via de website [website] heb ik een klus geplaatst. De opdracht luidde dat ik een aantal asbestpunten in huis had o.a. het zeil in de slaapkamer. Op 19 juni 2017 belde [verdachte] van [bedrijf verdachte] mij en zei dat hij in de Bilt was en de klus nu ook kon doen. Kort daarop is [verdachte] daar met een kompaan geweest en hebben zij de klus uitgevoerd. Mijn vriendin heeft contant betaald op verzoek van [verdachte] . ’s Avonds heb ik in de slaapkamer gekeken en zag ik dat het zeil weg was en dat er een ondervloer lag.
74.
Een schriftelijk bescheid (B830), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 14 juni 2017, zakelijk weergegeven:
Adres [adres 1] :
Vloerzeil slaapkamer, 16 m2. Niet hechtgebonden.
Asbestsoort: Chrysotiel, percentage 30-60%, Risicoklasse 2.
Verwijderingsmethode: containment.
75.
Een schriftelijk bescheid (B1266), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 8 september 2017, zakelijk weergegeven:
Adres [adres 1] :
Onderlaag onder tapijt in de slaapkamer voor, 16m2, niet hechtgebonden,
Asbestsoort: Chrysotiel, percentage 30-60%, risicoklasse 2
Verwijderingsmethode: containment.
Ten aanzien van Oegstgeest:
76.
Het proces-verbaal van terechtzitting van 9 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op vrijdag 4 augustus 2017 heb ik samen met [werknemer/medeverdachte] asbesthoudend zeil en of asbesthoudende zwarte platen uit de gang, wc en keuken van de woning aan de [adres 5] te Oegstgeest verwijderd.
77.
Een schriftelijk bescheid (JAG-329, bijlage 3), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 11 mei 2017, zakelijk weergegeven:
Asbestinventarisatierapport [adres 5] , Oegstgeest.
Asbest aanwezig in vloerzeil wc, hal, keuken.
30% - 60% chrysotiel
niet hechtgebonden materiaal
Risicoklasse 2. 13,0 m2.
78.
Een schriftelijk bescheid (JAG-329, bijlage 11), te weten een asbestinventarisatierapport d.d. 17 augustus 2017, zakelijk weergegeven:
Asbestinventarisatierapport [adres 5] , Oegstgeest.
Restanten plaatmateriaal in de vloer keuken gang, 13m2, chrysotiel 2-5%, hechtgebonden, risicoklasse 2.
Verontreiniging in de gehele woning, 112m2, chrysotiel +/++, hechtgebonden, risicoklasse 2.