Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd en kantoorhoudende te Rijssen,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Opmerking verdient dat de op 1 januari 2015 in werking getreden wijziging van art. 7:653 lid 1 BW voor een geval als het onderhavige geen verandering heeft gebracht in het bestaande recht, en dat ook de totstandkomingsgeschiedenis van deze wetswijziging geen aanknopingspunt biedt voor een versoepeling van de in het arrest [P/O] gegeven eisen als door het onderdeel wordt bepleit (…)”.
, JAR2011/206
(De Ronde/VBH).Het hof heeft in dat arrest geoordeeld dat indien een tijdelijke arbeidsovereenkomst (zonder tegenspraak) wordt voortgezet, het bij de eerste overeenkomst schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding, dat deugdelijk moet zijn gemotiveerd, in beginsel zijn geldigheid houdt, tenzij een gewijzigde arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. In dit geval is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van een stilzwijgende verlenging van de eerste arbeidsovereenkomst, maar zijn partijen op
NJ1956/157 (
Boogaard/Vesta)). Aan deze eisen wordt naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet voldaan.