I. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen, met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2017, de hypothecaire lasten evenals alle overige lasten verbonden aan de gemeenschappelijke woning voor zijn rekening te nemen, hetgeen inhoudt dat de man een bedrag van € 17.817,84 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te voldoen terzake de lasten door de vrouw voldaan vanaf 1 juli 2017 tot en met 18 oktober 2018, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum dagvaarding althans datum indiening van deze conclusie tot de dag der algehele voldoening;
II. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen om vanaf 18 oktober 2018 de woonlasten ter hoogte van € 895,18 per maand dient te voldoen tot datum levering van de woning aan een derde, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum dagvaarding althans datum indiening van deze conclusie tot de dag der algehele voldoening;
III. te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag ad € 500,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te voldoen ex artikel 6:10 lid 2 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) terzake het negatieve saldo op de gezamenlijke rekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum indiening van deze conclusie tot de dag der algehele voldoening;
IV. te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag ad € 20.111,88 dan wel, voor het geval tot verrekening wordt overgegaan, een bedrag ad € 18.246,83 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te voldoen ex artikel 6:10 lid 2 BW terzake de met name door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaalde woonlasten in de periode januari 2011 tot en met januari 2017, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum indiening van deze conclusie tot de dag der algehele voldoening;
V. te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag ad € 400,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te voldoen terzake de ten onrechte door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toegeëigende goederen in het kader van de verdeling van de gemeenschappelijke goederen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum indiening van deze conclusie tot de dag der algehele voldoening;
VI. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen een bedrag van € 9.448,92 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te voldoen, zijnde de helft van alle door de vrouw vanaf 1 juli 2017 tot en met 18 oktober 2018 voldane lasten verbonden aan de gemeenschappelijke woning ad € 17.817,84 en de helft van de, in de periode van juli 2017 tot en met 18 oktober 2018 door de man ontvangen teruggave van de Belastingdienst betrekking hebbende op de woning ad € 1.080,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum dagvaarding althans datum indiening van deze conclusie tot de dag der algehele voldoening;
VII. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen om vanaf 18 oktober 2018 de helft van de woonlasten ter hoogte van € 447,59 per maand te voldoen tot datum levering van de woning aan een derde, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vervaldag tot de dag der algehele voldoening;
VIII. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen in de kosten van dit geding, daaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf twee weken na de dag waarop in deze vonnis wordt gewezen tot de dag der algehele voldoening.