Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiseres 1] ,
[eiseres 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 december 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 3 april 2018 en de daaraan gehechte stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat [gedaagde] door te zwijgen over de moord en de verkrachting van [X] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseressen] in de zin van artikel 6:162 BW;
- voor recht te verklaren dat [gedaagde] de nagedachtenis aan [X] heeft aangetast in de zin van artikel 6:106 lid 1c BW;
- veroordeling van [gedaagde] tot betaling aan [eiseressen] van ieder een bedrag van € 20.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 mei 1999;
4.De beoordeling
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)