ECLI:NL:RBOVE:2017:1746
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete voor overtredingen van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet en de rechtsbescherming van de eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 24 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Kobossen, en de staatssecretaris van Economische Zaken. Eiseres, een vervoerder van dierlijke meststoffen, kreeg een bestuurlijke boete opgelegd voor 187 overtredingen van artikel 57b van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. De boete betrof twee overtredingen, waarvoor in totaal € 600,- was opgelegd. Eiseres heeft tegen het besluit van de staatssecretaris bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 13 april 2017 heeft eiseres betoogd dat zij niet duidelijkheid heeft gekregen over welke specifieke overtredingen zijn beboet, en dat de bijlagen bij het primaire besluit onduidelijk waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder verzuimd heeft om het feitencomplex van de beboete overtredingen expliciet te benoemen, wat in strijd is met artikel 5:9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit gebrek heeft eiseres in haar verweermogelijkheden geschaad, aangezien zij niet kon begrijpen op basis van welke feiten de boetes waren opgelegd.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Tevens is bepaald dat de staatssecretaris het griffierecht van € 334,- aan eiseres dient te vergoeden, en dat de staatssecretaris in de proceskosten van eiseres wordt veroordeeld tot een bedrag van € 1.980,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.