Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 oktober 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 9 januari 2017 en de daaraan gehechte producties.
2.De feiten
3.Het geschil
als gevolg van dat door hem geïnitieerde plantot extra kosten leidt voor het Fonds, kan met in achtneming van het vorenstaande – nog daargelaten de vraag of dit als ‘schade’ moet worden beoordeeld – niet als schade die
rechtstreeksvoortvloeit uit de aanwezigheid van de leiding worden aangemerkt. Met inachtneming van genoemd uitgangspunt dat ieder zijn eigen schade draagt, brengt een objectieve uitleg met zich mee dat bedoelde zinsnede beperkt moet worden uitgelegd, althans niet zo ruim als door het Fonds wordt betoogd.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)