Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het resterende verzoek
4.Het verweer tevens houdend zelfstandig verzoek
5.Het verweer op het zelfstandig verzoek
6.De beoordeling
verdelingen de
partneralimentatiedat het convenant van september 2005 geldig is gebleven, immers in kracht van gewijsde is gegaan na de beschikking d.d. 8 november 2006, en subsidiair ingeval van een hernieuwde verdeling dat deze moet plaatsvinden in het licht van de (negatieve) vermogensbestanddelen waarover partijen in 2005 beschikten.
partneralimentatiedat
- de rechtbank de man nimmer een alimentatieplicht oplegde;
- (thans) geen sprake meer is van lotsverbondenheid, nu partijen al meer dan 10 jaar gescheiden leven en geen contact meer met elkaar hebben;
- de vrouw eerst in [plaats 2] is gaan samenwonen, als ware zij gehuwd, en thans met een opvolgende partner in [woonplaats 2] , zonder dat zij ooit aanspraak maakte op alimentatie van de man;
- de vrouw niet behoeftig was / is (geweest); uitgaande van de stelling van de vrouw dat het NBI van partijen in 2005 EUR 5.000,= bedroeg, bedroeg het netto inkomen van de vrouw kennelijk EUR 2.115,=; de man heeft bovendien de huwelijkse schulden afgelost;
- meer subsidiair: de man heeft geen draagkracht; de man is in september 2016 door zijn werkgever ontslagen; hij woont in [land 2] samen met een niet-verdienende partner die hij onderhoudt;
- eventuele partneralimentatie dient te worden gelimiteerd tot 2,5 dan wel 4 jaar.