Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- het tussenvonnis van 17 juni 2015;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 31 augustus 2015 en
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 24 november 2015.
2.De verdere beoordeling
- a [X] een bedrag van € 19.500,00 in contanten aan [eiser] heeft voldaan;
- b. [X] een bedrag van € 24.000,00 in contanten aan [B] heeft voldaan;
- c. [X] een bedrag van € 19.500,00 in contanten aan [B] heeft voldaan;
[X] in ontvangst te nemen, dan wel te bewijzen dat er sprake was van feiten
en/of omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst en daarna, bij
de uitvoering van de overeenkomst, waaruit kan worden afgeleid dat [X]
mocht aannemen dat [eiser] een volmacht aan [B] had verleend.
De bij deze boekingen vermelde omschrijvingen stemmen overeen met de kenmerken op de drie door [eiser] bij dagvaarding overgelegde koopovereenkomsten.
de heer [A] te hebben gezien dat op 9 juli 2014 het bedrag ad € 19.500,-- is betaald. Hij brengt naar voren dat 9 juli zijn verjaardag is en zich daarom de dag nog goed te herinneren. De heer [A] noteert dat op 9 juli de Passat direkt is overgedragen en door [X] is betaald. De Poolse verkopers hebben, aldus de heer [A] , het bedrag ad € 19.500,-- nageteld.
9 juli 2014 heeft gebracht. Het bedrag ad € 24.000,-- is, zo verklaarde getuige [J] , midden augustus 2014 betaald, toen de autopapieren compleet waren. De heer [A] was hierbij aanwezig, aldus getuige [J] .
21 oktober 2014, door [eiser] overgelegd als productie 4., noemt de heer [B] die herhaalde bezoeken niet. Hij schrijft ten name van [eiser] vele malen naar [X] te hebben gebeld, ook on Skype, om [X] tot betaling van het verschuldigde bedrag over te halen.
€ 19.500,-- aan de heer [B] heeft betaald. De heer [B] had, aldus de heer [J] , aangegeven wanneer hij zou komen.
19 augustus op vakantie in Polen was en dus op 14 augustus geen geld in ontvangst had kunnen nemen.
De verklaring die de heer [B] heeft gegeven voor zijn skypebericht van
13 augustus 2014 acht de rechtbank niet geloofwaardig. Hij stelt dat het niet mogelijk was contact te krijgen met de heer [J] , maar anderzijds verklaarde de heer [B] dat hij een keer of vijf in het bedrijf van [X] is geweest. Dat het daar vergeefse bezoeken zou hebben betroffen, in de zin dat de heer [B] de heer [J] niet zou hebben getroffen, is niet door de heer [B] gesteld en ook overigens niet gebleken.
14 augustus 2014 is geleverd.
de betreffende rechtshandeling gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat de
pseudogevolmachtigde vertegenwoordigingsbevoegd was, moeten alle
omstandigheden van het geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van
redelijkheid en billijkheid meebrengen, in aanmerking worden genomen. Het
antwoord kan, zo wordt door het onderhavige arrest nog eens bevestigd, mede
afhankelijk zijn van feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan na de
totstandkoming van de betrokken rechtshandeling. Vergelijk de toepassing van de
Haviltexmaatstaf in HR 23 april 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5262
(Halliburton/X).
Vergelijk voorts art. II.-8:101 (1) DCFR, dat met zoveel woorden bepaalt dat bij de
uitleg van een overeenkomst ook in aanmerking kan worden genomen het gedrag
van partijen dat heeft plaatsgevonden na het sluiten van het contract.
betaald had, was er niks aan de hand geweest, dan had ik het geld aan [eiser]
gegeven. (…)
€ 63.000,-- zal worden afgewezen, omdat [X] die bedragen reeds heeft voldaan.
€ 3.129,-- wegens kosten advocaat (3½ punten tarief IV ad € 894,-- per punt) en € 240,-- wegens getuigentaxe, aldus in totaal € 5.261,--. De kostenveroordeling zal, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
4.De beslissing
kosten worden begroot op € 5.261,--.
16 maart 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.