Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1],
2.[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
de bewindvoerder zijn taak niet heeft uitgevoerd zoals dit van een zorgvuldig bewindvoerder mag worden verwacht. Zo heeft de bewindvoerder zonder goede grond uitgaven voor persoonlijke verzorging van de vrouw geheel of gedeeltelijk geweigerd, zoals de kapper, de schoonheidsspecialiste en een laserbehandeling voor overbeharing in het gelaat van de vrouw. Onbestreden is dat de vrouw hieraan groot belang hecht en dat zij hiervoor voldoende middelen heeft gelet op haar inkomen en vermogen.
'de bewindvoerder zijn taak niet heeft uitgevoerd zoals het van een zorgvuldig bewindvoerder mag worden verwacht', [gedaagde 1] voor de door [eiseres] gestelde schade aansprakelijk is. Het hof heeft immers het tekortschieten van [gedaagde 1] gespecificeerd door te wijzen op het 'weigeren van uitgaven voor persoonlijke verzorging'. Het hof heeft in het midden gelaten of er al dan niet (ook) op andere gronden sprake is van handelen of nalaten van [gedaagde 1] dat dient te leiden tot de conclusie dat hij in de uitoefening van zijn taak als bewindvoerder tekortgeschoten is. Derhalve is enkel op grond van de beschikking van 1 maart 2011 van het hof de causaliteit tussen het door het hof benoemde tekortschieten van [gedaagde 1] en de thans door [eiseres] opgevoerde schadeposten niet gegeven.
De verhuizing heeft een zodanige vertrouwensbreuk tussen de vrouw en de mentor opgeleverd dat niet langer sprake is van een werkbare situatie."Het hof heeft ter onderbouwing daarvan overwogen:
"Weliswaar is aannemelijk dat het op dat moment de juiste beslissing van verweerders was om de vrouw in Delden te laten herstellen van een operatie, maar de uitvoering is niet goed verlopen. De vrouw was onvoldoende voorbereid op de verhuizing en zij verkeerde in de veronderstelling dat haar verblijf in Delden drie weken zou duren. Toen de vrouw enige tijd in Delden verbleef heeft de bewindvoerder haar in de zomer van 2008 medegedeeld dat zij gedurende langere tijd in Delden moest blijven terwijl zij reeds hersteld was van de operatie."
In overleg met orthopedagoog een reguleringsplan voor patiënte maken waarbij aandacht is voor haar rouwproces van het verhuizen, begrip voor moeten wennen aan haar nieuwe woonomgeving en waarin tegelijkertijd consequent voldoende veiligheid en begrenzing wordt geboden. Hierbij kan het nodig zijn patiënte tijdelijk te separeren of extra te mediceren.'
[…] Weliswaar is aannemelijk dat het op dat moment een juiste beslissing van verweerders was om de vrouw in Delden te laten herstellen van een operatie, maar de uitvoering is niet goed verlopen. De vrouw was onvoldoende voorbereid op de verhuizing en zij verkeerde in de veronderstelling dat haar verblijf in Delden drie weken zou duren. Toen de vrouw enige tijd in Delden verbleef heeft de bewindvoerder haar in de zomer van 2008 medegedeeld dat zij gedurende langere tijd in Delden moest verblijven terwijl zijn reeds hersteld was van de operatie. Vast staat dat de vrouw diep ongelukkig is in Delden, dat zij regelmatig wegloopt en dat zij dan soms in [plaats] blijkt te zijn. Het hof acht het aannemelijk dat dit gedrag voortkomt uit heimwee naar [plaats] en uit de wijze waarop de haar verhuizing heeft plaatsgevonden."