ECLI:NL:RBOVE:2015:3897

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 augustus 2015
Publicatiedatum
26 augustus 2015
Zaaknummer
4304869 \ EJ VERZ 15-175
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindbeschikking formele ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een billijke vergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 25 augustus 2015 een eindbeschikking gedaan in de procedure tussen Stichting BSV, de werkgever, en een werknemer. De werkgever, vertegenwoordigd door mr. H. van Essen, had verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. S.A. van Lammeren, was het niet eens met de beëindiging van het dienstverband, maar beide partijen hebben aangegeven dat er een langere opzegtermijn was overeengekomen. Dit was noodzakelijk om aan de eisen van het participatiefonds te voldoen, dat een beschikking van de rechter verlangde om een wachtgelduitkering aan de werknemer te kunnen verstrekken.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2016 in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften. Tevens is overwogen dat de wetgever de kantonrechter niet de bevoegdheid heeft gegeven om een beëindigingsvergoeding toe te kennen, behalve in de vorm van een transitievergoeding of billijke vergoeding. De partijen hebben echter een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin de werkgever zich bereid heeft verklaard om een vergoeding van € 23.000,- bruto aan de werknemer te betalen, waarvan € 5.000,- kan worden aangewend voor outplacement en/of scholing.

De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 januari 2016 en heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in Almelo door de kantonrechter op de genoemde datum.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 4304869 \ EJ VERZ 15-175
Beschikking van de kantonrechter van 25 augustus 2015
in de zaak van
de stichting
Stichting BSV,
gevestigd en kantoorhoudende te Borne,
verzoekende partij, hierna te noemen werkgever,
gemachtigde: mr. H. van Essen, advocaat te Enschede,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij, hierna te noemen werknemer,
gemachtigde: mr. S.A. van Lammeren, advocaat te Enschede.

1.De procedure

Deze blijkt uit:
1.1.
de tussenbeschikking van 30 juli 2015;
1.2.
de aantekeningen, gemaakt door de griffier tijdens de mondelinge behandeling welke heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2015, waar namens werkgever zijn verschenen de heer [D] en mevrouw [O] , bijgestaan door mr. F.J. van der Vaart.
1.3
Beschikking is vervolgens bepaald op heden.

2.De nadere beoordeling

2.1.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen gesteld dat zowel werkgever als werknemer belang heeft bij een beslissing van de rechter omtrent de beëindiging van het dienstverband omdat het participatiefonds een dergelijke beslissing verlangt teneinde, zonder extra kosten voor werkgever, een wachtgelduitkering aan werknemer te kunnen verstrekken. Niet altijd is daarvoor een beschikking vereist, maar dan moet aan andere voorwaarden zijn voldaan, waaraan niet voldaan wordt.
2.2.
Voorts hebben partijen laten weten dat zij een nadere, langere, opzegtermijn zijn overeengekomen, welke met zich brengt dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2016 in overeenstemming is met de wijze waarop de wetgever de kantonrechter heeft voorgeschreven de ontbindingstermijn te berekenen. De kantonrechter zal tot ontbinding met ingang van 1 januari 2016 overgaan.
2.3.
Zoals bij tussenbeschikking is overwogen, heeft de wetgever de kantonrechter niet de bevoegdheid gegeven tot toekenning van een vergoeding, anders dan een transitievergoeding of een billijke vergoeding, over te gaan. Partijen hebben laten weten dat zij ter zake een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten waarin de toezegging van werkgever is opgenomen. De kantonrechter verstaat dan ook dat werkgever zich bereid verklaard heeft om in het kader van de beëindiging van het dienstverband aan werknemer een vergoeding te betalen ten bedrage van € 23.000,- bruto, van welk bedrag werknemer
€ 5000,- (inclusief btw) onder meer, maar niet uitsluitend, kan aanwenden voor outplacement en/of scholing.
2.4.
Nu ontbonden wordt zoals is verzocht en aan werknemer een billijke vergoeding wordt toegekend, hoeft werkgever geen gelegenheid te worden gegeven om het verzoek in te trekken.
2.5.
Kosten zullen worden gecompenseerd in dier voege dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
- ontbindt de arbeidsovereenkomst het ingang van 1 januari 2016;
- compenseert de kosten in dier voege dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. E.W. de Groot, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2015.