ECLI:NL:RBOVE:2015:3759
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanspraak op bijdrage in studiekosten door een 24-jarige dochter
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 24 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een dochter en haar moeder over de bijdrage in de studiekosten. De dochter, die bijna 24 jaar oud is, verzoekt de rechtbank om een bijdrage van haar moeder in de kosten van haar studie, met het argument dat zij behoeftig is en niet in staat is om naast haar studie te werken. De rechtbank overweegt dat de wettelijke verplichting tot levensonderhoud voor een jongmeerderjarige eindigt als het kind 21 jaar is, en dat een kind boven deze leeftijd alleen recht heeft op alimentatie indien het behoeftig is. De rechtbank concludeert dat de dochter, gezien haar afgeronde opleiding en de mogelijkheid om zelf in haar levensonderhoud te voorzien, niet als behoeftig kan worden aangemerkt.
Daarnaast beroept de dochter zich op het echtscheidingsconvenant tussen haar ouders, waarin is afgesproken dat zij bij zullen dragen aan de kosten van haar studie. De rechtbank stelt vast dat de dochter geen partij is in dit convenant en dat zij derhalve geen directe aanspraak kan maken op de bepalingen daarin. De rechtbank concludeert dat de ouders niet de intentie hebben gehad om een onvoorwaardelijke verplichting aan te gaan voor alle toekomstige studiekosten van de dochter. De rechtbank wijst de verzoeken van de dochter af en compenseert de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.