7.1De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Uit de Pro-Justitia rapportage van drs. T.W. van de Kant, GZ psycholoog, d.d. 14 juli 2015 valt op te maken dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens waarbij ontwijkende, afhankelijke en borderline persoonlijkheidskenmerken voorop staan. Mogelijk dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. Onder invloed van deze persoonlijkheidstoerusting en stresserende omstandigheden heeft zich bovendien een waanstoornis ontwikkeld.
Uit de Pro-Justitia rapportage van J.L.M. Dinjens, psychiater, d.d. 24 juli 2015 valt op te maken dat er naar alle waarschijnlijkheid sprake is van een paranoïde waanstoornis. Verdachte bevond zich volgens de psychiater bovendien in een toestand van ‘overspannenheid’.
Beide deskundigen zijn van mening dat ten tijde van het tenlastegelegde sprake was van deze problematiek en dat deze problematiek daarbij een bepalende rol heeft gespeeld. De deskundigen adviseren het tenlastegelegde bij een bewezenverklaring aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen.
Verdachte wordt door de deskundigen niet gezien als een impulsieve of agressieve vrouw. Een opeenstapeling van spanningen, tegen het licht van de problematische relatie met haar moeder, zou op de middellange termijn wel tot recidive kunnen leiden. De kans hierop wordt als laag tot matig ingeschat.
De deskundigen adviseren derhalve een individuele psychotherapeutische behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek.
De rechtbank neemt de conclusies betreffende de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte op de daarvoor in voornoemde rapportages bijeengebrachte gronden over en maakt die tot de hare.
Daarnaast heeft de rechtbank het rapport van de Reclassering d.d. 22 juli 2015 in aanmerking genomen waarin de Reclassering het recidiverisico als laag inschat en op grond van het recidiverisico, de criminogene factoren en de eventuele interventies in het verleden, een toezicht met de bijzondere voorwaarde van een behandeling bij het AFPN (Ambulante Forensische Psychiatrie Noord) of soortgelijke instelling geïndiceerd acht.
Verdachte heeft getracht haar moeder te doden door haar een kussen en een plastic tas in het gezicht te duwen en te houden. Verdachte heeft verklaard dat er op een gegeven moment ‘een knop omging’ toen zij zag dat haar moeder alle apparatuur stand-by had laten staan terwijl anders was afgesproken. Ter terechtzitting op 28 juli 2015 heeft verdachte verklaard dat dat haar op dat moment onberedeneerbaar boos maakte en dat zij ontplofte.
Tegenover het slachtoffer (direct na het incident), bij de politie en ter terechtzitting op 28 juli 2015 heeft verdachte uitgebreid haar spijt betuigd en verklaard dat zij zichzelf niet zo kent en dat dit nooit had mogen gebeuren.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en gelet op de ernst van het bewezenverklaarde, acht de rechtbank in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank laat echter in strafverminderende zin meewegen dat het delict aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. Daarnaast heeft de rechtbank mee laten wegen de omstandigheid dat verdachte veel spijt heeft van haar daad en dit ook meerdere malen (ook publiekelijk) heeft laten blijken en voorts dat verdachte niet eerder ter zake geweldsdelicten is veroordeeld.
De rechtbank zal derhalve geen hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan de periode die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank zal echter daarnaast wel een forse voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met een lange proeftijd voor de duur van 5 jaren nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De omstandigheid dat de deskundigen het risico op recidive, onder bepaalde omstandigheden, inschatten als laag tot matig doet aan het voorgaande niets af.
Tot slot zal de rechtbank het advies van de deskundigen volgen en aan de verdachte een behandeling opleggen bij het AFPN (Ambulante Forensische Psychiatrie Noord) of soortgelijke instelling.