ECLI:NL:RBOVE:2015:1703
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan werkgever wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkgever, gevestigd te Deventer, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De werkgever, vertegenwoordigd door mr. K. Vierhout, had een bestuurlijke boete van € 48.000,- opgelegd gekregen wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De rechtbank heeft het beroep van de werkgever ongegrond verklaard.
De zaak begon met een besluit van 28 mei 2014, waarbij de minister de boete oplegde wegens het laten verrichten van arbeid door vier Bulgaarse vreemdelingen zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning. Het bezwaar van de werkgever tegen dit besluit werd op 22 oktober 2014 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 3 maart 2015 behandeld, waarbij de werkgever en de minister hun standpunten hebben toegelicht.
De rechtbank overwoog dat de werkgever als vergunningplichtig werkgever verantwoordelijk is voor het naleven van de Wav, ongeacht of er een arbeidsovereenkomst of gezagsverhouding bestaat. De rechtbank concludeerde dat de vier vreemdelingen feitelijk arbeid voor de werkgever hebben verricht en dat er geen tewerkstellingsvergunningen waren afgegeven. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete van € 48.000,-, gebaseerd op de Beleidsregel 2014, terecht was en dat er geen aanleiding was voor matiging van de boete. De rechtbank verklaarde het beroep van de werkgever ongegrond.