Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
subsidiairdie [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) opzettelijk zodanig zwaar mishandeld heeft, dat zij als gevolg daarvan is overleden;
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
- Pro Justitia rapport van 10 maart 2015, opgesteld door de deskundige D. Breuker, forensisch psycholoog;
- Pro Justitia rapport van 18 maart 2015, opgesteld door de deskundige A.C.M. Kleinsman, psychiater.
9.De schade van benadeelden
- extra huurkosten € 780,14;
- kosten verklaring erfrecht € 400,01;
- kosten opmaak testament € 500,00;
- kosten aanvaarding erfenis € 122,00;
- griffiekosten € 78,00;
- kosten huur aanhanger € 125,00;
- kosten opslag huisraad € 88,24.
- verlies arbeidsvermogen € 1.325,00;
- reiskosten € 101,64;
- immateriële schade € 8.000,00.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair in de eerste plaats tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair in de tweede plaats en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair in de tweede plaats en onder 2 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 in de tweede plaats en onder 2 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1], wonende in [woonplaats] aan de [adres 3], van een bedrag van € 1.313,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 november 2014;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij: [benadeelde 1], wonende in [woonplaats] aan de [adres 3] voor een deel van € 780,14 wordt afgewezen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2], wonende in [adres 3] aan het [adres 4], van een bedrag van € 101,64, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 november 2014;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [benadeelde 2], wonende in [adres 3] aan het [adres 4] voor een deel van € 9.325,00 niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.