Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
feit 1ten laste gelegde heeft verdachte gesteld dat hij niet als bestuurder of anderszins als feitelijk leidinggevende bij [bedrijf 1] BV (hierna: [bedrijf 1] BV) betrokken is geweest. Die BV was van [betrokkene]. Verdachte heeft haar wel geholpen met de belastingproblemen en voor zijn hulp heeft hij ook facturen verstuurd. Van de [stichting] (hierna: de [stichting]) is verdachte wél feitelijk leidinggevende geweest, maar het verwijt dat inventaris en goodwill van die Stichting zijn overgedragen zonder dat de waarde aan de Stichting ten goede is gekomen, is niet juist. Weliswaar zijn geldbedragen aan de Stichting onttrokken, maar daarvoor bestond telkens een rechtmatige titel. De administratie van de Stichting is wel degelijk aan de curator overgedragen, dat betrof tien dozen.
feit 2ten grondslag ligt is niet correct. Er zijn in november en december 2007 contante geldbedragen gebruikt om leveranciers te betalen en die betalingen zijn wegens tijdgebrek pas in januari van het jaar daarop in de boekhouding verwerkt.
feit 3) is niet terecht.
feit 4ten laste gelegde valsheden heeft verdachte gesteld dat hetgeen onder A en B staat vermeld juist is, maar dat hij er geen kwade bedoelingen mee heeft gehad. Ten aanzien van het onder C tenlastegelegde heeft hij verklaard dat hij bij de eerste factuur vergeten is om de juiste datum in te vullen. De andere drie onder C genoemde facturen zijn echter wel juist. Verdachte stelt niet geweten te hebben dat [bedrijf 5] failliet was verklaard. Nadat hij daar achter kwam zijn op de aangegeven data de creditfacturen onder D opgemaakt. Ten aanzien van de onder E genoemde overeenkomsten heeft verdachte gesteld dat hij na de opheffingsdatum van [bedrijf 3] CV nog inventaris tegen kwam op andere locaties. Hij heeft toen de data ingevuld van de daadwerkelijke overdracht van die inventaris.
de overdracht vaninventarisvan de Stichting aan [bedrijf 3] CV en/of [bedrijf 1] BV en/of [bedrijf 2] CV
de overdracht vangoodwillvan de Stichting aan [bedrijf 3] CV en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] CV
betreft het kassaldo ad € 20.500,-- dat ten tijde van de ontbinding van [bedrijf 3] CV aanwezig was en dat niet aan de [stichting] ten goede is gekomen
betreft een bedrag van € 1.640,-- dat zonder rechtsgrond is van de rekening van de [stichting] is overgemaakt naar de privé rekening van [betrokkene]
betreft de contante opname van een bedrag van € 22.400,-- vanaf de rekening van de [stichting]
betreft contante opname van in totaal € 19.480,-- vanaf een rekening van [bedrijf 1] BV
betreft de overboeking van tweemaal een bedrag van € 10.833,-- van een rekening van [bedrijf 1] BV naar [bedrijf 4]
de oprichtingsakte van [bedrijf 3] CV
de oprichtingsakte van [bedrijf 2] CV
vier facturen van [bedrijf 5] aan [bedrijf 1] BVen
vier creditfacturen van [bedrijf 5] aan [bedrijf 1] BV
vier overeenkomsten tussen [bedrijf 3] CV en [bedrijf 1] BV
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
feit 2
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1, feit 2 en feit 4 primair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.