Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), rechtsopvolgster onder algemene titel van het publiekrechtelijk lichaam Informatie Beheer Groep te Groningen, zetelende te ’s-Gravenhage,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 28 november 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagden, waaronder de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Staat der Nederlanden. Eiseres vorderde de opheffing van een executoriaal beslag dat op haar inboedel was gelegd door gedaagden, en verzocht om een verbod op de geplande openbare verkoop van de beslagen goederen. Eiseres stelde dat het beslag onrechtmatig was en dat de verkoop zou leiden tot een maatschappelijk onaanvaardbare situatie, waardoor zij en haar moeder niet meer in hun primaire levensbehoeften konden voorzien.
De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagden beschikken over executoriale titels en dat het beslag niet rust op goederen die noodzakelijk zijn voor de eerste materiële levensbehoeften, zoals bedoeld in de artikelen 447 en 448 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van misbruik van executiebevoegdheid, ook al was de verwachting dat de executieopbrengsten de kosten niet zouden dekken. De rechtbank benadrukte dat het belang van de schuldeiser bij executie gerechtvaardigd is, en dat eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een noodtoestand die een onverwijlde tenuitvoerlegging onaanvaardbaar zou maken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van gedaagden zijn begroot op € 589,-- aan verschotten en € 452,-- aan salaris advocaat. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, waarbij de voorzieningenrechter de schriftelijke bevestiging van het mondelinge vonnis heeft gegeven.