ECLI:NL:RBOVE:2013:2968
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Hardonk-Prins
- G. Kootstra
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete voor tewerkstelling van Roemeense vreemdelingen zonder vergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 27 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.A.M. Blaakman, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres kreeg een bestuurlijke boete van € 88.000 opgelegd wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De boete was het gevolg van het feit dat elf Roemeense werknemers zonder de vereiste tewerkstellingsvergunningen werkzaamheden verrichtten voor de eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokken werknemers vreemdelingen zijn in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 en dat zij bij eiseres werkzaamheden hebben verricht zonder dat voor hen een tewerkstellingsvergunning was afgegeven.
De rechtbank heeft het procesverloop besproken, waarin de eiseres bezwaar had gemaakt tegen de opgelegde boete en beroep had ingesteld. Tijdens de zitting op 18 oktober 2013 zijn getuigen gehoord, waaronder M.F. [getuige 1]. De eiseres voerde aan dat de Roemeense werknemers naar Nederland waren gestuurd voor 'learning on the job' en dat er geen sprake was van grensoverschrijdende dienstverrichting waarvoor een tewerkstellingsvergunning vereist was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de dienstverrichting door de Roemeense werkgever gekenmerkt werd door het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, waarvoor een vergunning vereist was.
De rechtbank heeft de argumenten van de eiseres verworpen en geconcludeerd dat de opgelegde boete terecht was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie en heeft de uitspraak van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bevestigd. Het beroep van de eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.