ECLI:NL:RBOBR:2025:637
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde woning en toepassing vergelijkingsmethode door heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 7 februari 2025, in de zaak met nummer SHE 23/3665, wordt de WOZ-waarde van een woning in Helmond beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 290.000 voor het kalenderjaar 2023, maar na bezwaar verlaagd naar € 270.000. Eiser, eigenaar van de woning, heeft beroep ingesteld tegen deze uitspraak op bezwaar, maar heeft zijn stelling dat de waarde te hoog is niet onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is, en dat de door eiser ingebrachte klachten over de schending van artikel 40 van de Wet WOZ niet gegrond zijn. De rechtbank roept het kantoor van eisers gemachtigde op om zorgvuldiger te procederen en niet standaardgrieven in te dienen zonder deze te onderbouwen. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.