ECLI:NL:RBOBR:2025:4555
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsrecht en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting met betrekking tot cryptovaluta
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 18 juli 2025, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn recht op bijstand en de terugvordering van te veel ontvangen bijstand behandeld. Eiser had bijstand ontvangen op basis van de Participatiewet, maar het college, Senzer, heeft zijn recht op bijstand ingetrokken met terugwerkende kracht naar 4 mei 2021, en vorderde een bedrag van € 41.447,01 terug. De rechtbank oordeelt dat eiser de inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van zijn handel in cryptovaluta. Eiser betoogt dat hij geen inkomsten heeft gegenereerd uit deze handel, maar de rechtbank stelt vast dat hij dit had moeten melden, aangezien het van invloed kan zijn op zijn recht op bijstand. De rechtbank concludeert dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld vanwege een gebrek aan informatie over de cryptohandel van eiser. Eiser heeft onvoldoende gegevens verstrekt om zijn recht op bijstand te onderbouwen, en de rechtbank bevestigt de beslissing van Senzer om zowel de bijstandsaanvraag af te wijzen als de intrekking van de bijstand in stand te houden. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.