ECLI:NL:RBOBR:2025:2433
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van loonsanctie opgelegd door UWV wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant wordt het beroep van eiser tegen de beslissing van het UWV beoordeeld, waarbij een loonsanctie is opgelegd. Eiser, een werkgever, moet het loon van zijn werknemer doorbetalen tot 28 maart 2025, omdat het UWV oordeelt dat eiser onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De rechtbank concludeert dat de bedrijfsarts ten onrechte beperkingen heeft aangenomen voor 'zelfstandig handelen' en 'volledig voorgestructureerd werk', wat heeft geleid tot een onjuiste inschatting van de belastbaarheid van de werknemer. De rechtbank stelt vast dat eiser in de periode van 20 september 2023 tot 29 december 2023 onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, wat resulteert in het oordeel dat de loonsanctie terecht is opgelegd. De rechtbank wijst de beroepsgronden van eiser af en verklaart het beroep ongegrond, zonder terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.