3.6.Eiseres vindt dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen het bedrijfsobject en de vergelijkingsobjecten.
3.6.1.Vooropstaat dat de rechtbank de vaststelling van de omvang van een correctie door een taxateur niet op ‘juistheid’ kan beoordelen. Een dergelijke vaststelling betreft immers geen juridische kwestie en ook geen vaststelling van een ‘hard’ feit als zodanig, maar een taxatie-technische waardering. Uitgangspunt is dat de vaststelling van deze correcties ligt op het terrein van een taxateur als de deskundige. Dat betekent overigens niet dat de rechtbank gebonden is aan die vaststelling; zij moet een taxatierapport – als bewijsstuk – immers waarderen. De rechtbank kan de vaststelling – voor zover deze wordt betwist – bijvoorbeeld beoordelen op begrijpelijkheid in het licht van onder andere de toelichting door de taxateur, de gegevens in het dossier, wat de andere partij tegen de vaststelling aanvoert, en de reactie daarop van de taxateur.
3.6.2.Eiseres voert aan dat het vergelijkingsobject [adres] een bouwmarkt met een hoger afwerkings- en voorzieningenniveau dan het bedrijfsobject betreft. Dit vergelijkingsobject heeft de bestemming ‘detailhandel’, het bedrijfsobject heeft de bestemming ‘bedrijventerrein’. Gelet op de bestemming van het bedrijfsobject zou detailhandel niet mogen plaatsvinden. De gebruikte prijs per m² voor de primaire oppervlakte is op deze punten niet gecorrigeerd. Eiseres gaat voor dit vergelijkingsobject zelf uit van een kapitalisatiefactor van 10,5 dan wel 9,5. Verder is de taxateur voor de correcties van de beleggingstransactie van een geschatte huurwaarde uitgegaan. Dit is niet juist omdat hierbij de specifieke voorwaarden van het bestaande huurcontract volledig worden genegeerd. Deze voorwaarden spelen immers een aanzienlijk rol bij het vaststellen van de overeengekomen koopprijs. De taxateur heeft hiermee op geen enkele wijze rekening gehouden. Voor de correctie van de ‘mutatieleegstand’ hanteert de taxateur een correctie van zes maanden. Op basis van welke gegevens dit is gebaseerd is niet inzichtelijk gemaakt. De ervaring van eiseres bij [naam] B.V. is dat de doorlooptijd voor het afsluiten van een nieuw huurcontract op een bestaande locatie met de juiste bestemming minimaal één tot anderhalf jaar duurt. De gehanteerde correctie is dan ook te laag voor dit object. Voor de correctie ‘incentives aanvangsleegstand’ hanteert de taxateur een correctie van één maand. Op basis van welke gegevens dit is gebaseerd, is ook niet inzichtelijk gemaakt. Dit is te laag. Indien wordt gekeken naar artikel 11.3 van het huurcontract van vergelijkingsobject [adres] , dan worden daar incentives gegeven van € 285.000. Dit is bijna negentien keer hoger dan de correctie die is gehanteerd in de analyse van de taxateur voor dit vergelijkingsobject.
3.6.3.Eiseres stelt zich op het standpunt dat vergelijkingsobject [adres] een samenstel betreft van zeven kleinere units en één grote unit die door één eigenaar ( [naam] B.V.) zijn gekocht en door één gebruiker ( [naam] B.V.) worden gehuurd. De objecten zijn individueel ook makkelijker los te verhuren. Dit maakt het vergelijkingsobject couranter dan het bedrijfsobject. Bij de analyse is hier geen rekening mee gehouden. Verder heeft het vergelijkingsobject de bestemming ‘bedrijf’, het bedrijfsobject heeft de bestemming ‘bedrijventerrein’. Het vergelijkingsobject is als opslag beter bruikbaar dan het bedrijfsobject. Verder heeft het vergelijkingsobject de beschikking over acht overheaddeuren. Daarnaast heeft dit object op het dak een groot aantal zonnepanelen liggen. Hoe hier rekening mee is gehouden is niet inzichtelijk gemaakt. De verkoop van het vergelijkingsobject is niet voor eigen gebruik zoals aangegeven door de heffingsambtenaar. Volgens het huurcontract wordt de locatie verhuurd door [naam] B.V. aan [naam] B.V. Deze entiteiten zijn aan elkaar gelieerd, zodat de koper vanaf de eerste dag huurinkomsten heeft kunnen genereren. Het risico voor de koper is mede hierdoor aanzienlijk lager dan voor kopers van andere beleggingstransacties. Welke invloed dit heeft gehad is niet inzichtelijk gemaakt voor de taxatie van het bedrijfsobject. Eiseres gaat voor dit vergelijkingsobject uit van een kapitalisatiefactor van 10,0 dan wel 10,1. Tot slot brengt eiseres naar voren dat de taxateur ervan uit gaat dat de verkoop van het vergelijkingsobject geen beleggingstransactie is en hierdoor geen correctie heeft uitgevoerd op het aankoopbedrag.
3.6.4.Eiseres voert aan dat het vergelijkingsobject [adres] is verkocht door [naam] B.V. aan [naam] B.V. [naam] B.V. is een familiebeleggingsonderneming onder leiding van [naam] en [naam] . Of er sprake is van een relatie tussen [naam] B.V. en [naam] is niet duidelijk. Het vergelijkingsobject betreft een logistiek object met acht overheaddeuren en op het dak liggen zonnepanelen die ter beschikking staan van de huurder. Het vergelijkingsobject is energiezuiniger gezien de zonnecellen op het dak. Het is niet inzichtelijk hoe hiermee rekening is gehouden. In het huurcontract van 1 februari 2021 staat bij artikel 10 dat er ook een vergoeding voor de zonnepanelen in rekening wordt gebracht van € 17.000 per jaar. De zonnepanelen maken ook onderdeel uit van de transactie op 1 juli 2022. Er is met deze vergoeding geen rekening gehouden. Eiseres gaat voor dit vergelijkingsobject uit van een kapitalisatiefactor van 17,6 dan wel 16,1. Deze kapitalisatiefactoren zijn aanzienlijk hoger dan kapitalisatiefactoren van de andere vergelijkingsobjecten en de gehanteerde kapitalisatiefactor in het taxatieverslag van het bedrijfsobject. Dit duidt erop dat er voor dit vergelijkingsobject gunstiger marktomstandigheden zijn dan voor de andere vergelijkingsobjecten. De heffingsambtenaar heeft niet inzichtelijk gemaakt welke omstandigheden dat zijn en of daarmee rekening is gehouden. Voor de correctie van de ‘mutatieleegstand’ hanteert de taxateur een correctie van zes maanden en voor de correctie ‘incentives aanvangsleegstand’ hanteert de taxateur een correctie van één maand. Op welke gegevens dit is gebaseerd is niet inzichtelijk gemaakt. Dit is volgens eiseres te laag. In artikel 11.32 van het huurcontract van het vergelijkingsobject wordt een incentive gegeven van € 285.000, dit is bijna negentien keer hoger dan de correctie die is gehanteerd in de analyse. Verder is er volgens eiseres geen verklaring gegeven waarom het vergelijkingsobject in verhouding een aanzienlijk hogere prijs per m² heeft dan de andere referentieobjecten.
3.6.5.In reactie op deze gronden heeft de taxateur aangegeven dat van een hoger afwerkings- en voorzieningenniveau van vergelijkingsobject [adres] niet is gebleken. Dit vergelijkingsobject is gebouwd in 1993 en het bedrijfsobject is gebouwd in 2014. Op basis hiervan zou eerder een verhogende correctie op zijn plaats zijn. Een correctie op basis van onderhoud, kwaliteit en voorzieningen is niet toegepast omdat het gemiddelde van bouwjaren van de vergelijksobjecten uitkomt op 2010. In het vergelijkingsobject is een bouwmarkt gevestigd (Praxis). In het bedrijfsobject is een Bouwmaat gevestigd, waar verkoop van bouwmaterialen aan bedrijven plaatsvindt. Toegang en verkoop geschiedt middels een pasje, om een pasje aan te vragen is een inschrijving bij de Kamer van Koophandel nodig. De overige twee vergelijkingsobjecten [adres] en [adres] hebben dezelfde bestemming als het bedrijfsobject, namelijk bedrijvigheid en groothandel. Die twee vergelijkingsobjecten laten hogere prijzen zien dan vergelijkingsobject [adres] , waaruit blijkt dat de bestemming als bouwmarkt niet waardeverhogend is. De door eiseres berekende kapitalisatiefactoren zeggen niets over de eindwaarde van het bedrijfsobject, de berekeningen zijn derhalve niet relevant. Het vergelijkingsobject was verhuurd ten tijde van de verkoop. De taxateur heeft geen inzage kunnen krijgen in de onderliggende huurovereenkomst. Praxis is vanaf 1 januari 2011 contractant. De wettelijke huurperiode van twee maal vijf jaar is verlopen waardoor er vanuit is gegaan dat de huurovereenkomst, zoals de wet voorschrijft, telkens met één jaar wordt verlengd. In dit geval is er geen sprake van een verschil meer/minderhuur (door eiseres 'kraag' of 'gat' genoemd). Voor het bepalen van de correcties mutatieleegstand (incentives, verhuurcourtage, marketingkosten en leegstand) is uitgegaan van genormaliseerde gegevens die zijn gebaseerd op de markthuurwaarde. Eiseres geeft aan dat een leegstandsperiode van zes maanden niet redelijk zou zijn. De door eiseres genoemde referentie [adres] is vrij gekomen per 16 augustus 2023 en de nieuwe huurovereenkomst is ingegaan op 1 januari 2024. Dit is minder dan de toegepaste ‘mutatieleegstand’ van zes maanden. Voor courante objecten zoals het bedrijfsobject is een ‘incentive aanvangsleegstand’ van één maand gebruikelijk.
3.6.6.Verder heeft de taxateur aangegeven dat vergelijkingsobject [adres] als één object is verkocht. Voor de verkoper was dit kennelijk de meest geschikte wijze, anders had de verkoper dit object als zeven kleinere units verkocht. Dat dit vergelijkingsobject couranter zou zijn is niet juist. Het bedrijfsobject heeft dezelfde bestemming (bedrijvigheid en groothandel), het vergelijkingsobject is voorbereid voor zes overheaddeuren maar dit vergelijkingsobject heeft geen eigen buitenterrein c.q. parkeerterrein wat dit vergelijkingsobject minder courant maakt voor een groothandel. De zonnepanelen waren niet aanwezig ten tijde van verkoop op 1 september 2020. Dit blijkt uit het transactierapport waar geen melding wordt gemaakt van zonnepanelen. Dit blijkt ook uit de leveringsakte. De door eiseres berekende kapitalisatiefactoren zeggen niets over de eindwaarde van onderhavig object, de berekeningen zijn derhalve niet relevant. Het vergelijkingsobject is vrij van huur aangekocht, waardoor er geen sprake is van een beleggingsobject.
3.6.7.Tot slot heeft de taxateur ten aanzien van vergelijkingsobject [adres] aangegeven dat van een zakelijke relatie tussen [naam] B.V. en [naam] B.V. niet is gebleken. Er is sprake van een zakelijke transactie. Indien en voor zover de zonnepanelen in de koopsom van € 3.200.000 zijn inbegrepen zoals eiseres heeft gesteld, dan komt de prijs per m² uit op € 621,14. De gemiddelde prijs per m² van de drie vergelijkingsobjecten komt dan uit op € 534,59, wat resulteert in een getaxeerde waarde van € 2.534.000 voor het bedrijfsobject, terwijl de WOZ-waarde € 1.841.000 is. Met de huuropbrengst van de zonnepanelen is in deze berekening rekening gehouden. De door eiseres berekende kapitalisatiefactoren zeggen niets over de eindwaarde van het bedrijfsobject, de berekeningen zijn derhalve niet relevant. De gehanteerde correctie ‘incentives aanvangsleegstand’ en ‘mutatieleegstand’ zijn gebaseerd op genormaliseerde gegevens. Indien rekening zou worden gehouden met de incentive die voor het pand [adres] is verstrekt, zoals eiseres bepleit, dan daalt de waarde met € 269.917 naar € 2.348.992,40. De prijs per m² is dan € 557,12. Het gemiddelde van de drie vergelijkingsobjecten komt dan uit op € 502,25 per m² primair, wat resulteert in een getaxeerde waarde van € 2.431.000 voor het bedrijfsobject, terwijl de WOZ-waarde
€ 1.841.000 is. De reden dat dit vergelijkingsobject relatief veel primaire oppervlakte heeft komt doordat er 665 m² kantoor aanwezig is.
3.6.8.Namens eiseres is op de zitting ten aanzien van het vergelijkingsobject [adres] de grond dat voor de correcties van de beleggingstransactie ten onrechte van een geschatte huurwaarde is uitgegaan, toegelicht. Eiseres onderkent dat de heffingsambtenaar niet middels een informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de beschikking zou kunnen krijgen over de onderliggende huurovereenkomst, omdat deze niet is gesloten door de belastingplichtige zelf. Eiseres vindt wel dat de heffingsambtenaar meer middelen heeft om de huurgegevens boven water te krijgen. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Eiseres heeft niet toegelicht welke middelen dat zouden kunnen zijn. De heffingsambtenaar heeft voor de berekening van de correcties mutatieleegstand de huurwaarde van het vergelijkingsobject vastgesteld aan de hand van de gemiddelde huurprijs van een drietal huurreferenties. De heffingsambtenaar heeft daarmee op inzichtelijke wijze aannemelijk gemaakt wat de huurwaarde van het vergelijkingsobject is.
3.6.9.Verder is namens eiseres op de zitting het standpunt ingenomen dat de verkoop van het vergelijkingsobject [adres] wel een beleggingstransactie is, omdat, kort samengevat, het pand op de dag van de levering direct aan een andere partij is verhuurd. Dit betoog slaagt naar het oordeel van de rechtbank niet. Tussen partijen is niet in geschil dat het pand op het moment van verkoop onverhuurd was en leeg stond. Daarom kan niet worden gezegd dat de prijsvorming is beïnvloed door bestaande huurcontracten als bedoeld in onder andere het arrest van de Hoge Raad van 25 april 2014, in welk geval voor de bepaling van de WOZ-waarde niet kan worden aangesloten bij de verkoopprijs. De rechtbank kan daarom volgen dat de taxateur bij dit pand geen correcties op de koopsom heeft toegepast.
3.6.10.Mede in het licht van wat hiervoor onder 3.6.1. is weergegeven ziet de rechtbank voldoende aanleiding om de heffingsambtenaar te volgen in de door hem gehanteerde correcties in verband met de verschillen tussen het bedrijfsobject en de vergelijkingsobjecten. Ondanks deze correcties is het bedrijfsobject op een aanzienlijk hogere waarde getaxeerd dan de beschikte WOZ-waarde. De gehanteerde correcties – voor zover die door eiseres zijn bestreden – zijn door de heffingsambtenaar begrijpelijk en inzichtelijk toegelicht. Die toelichting vindt ook in voldoende mate steun in de gegevens in het dossier. De rechtbank vindt dan ook dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen het bedrijfsobject en de vergelijkingsobjecten. Daar komt bij dat eiseres veel van haar standpunten niet of slechts met algemeenheden heeft onderbouwd. Dergelijke standpunten hoeven in beginsel alleen weersproken te worden om niet te kunnen overtuigen.