Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van Securimon,
- de conclusie van antwoord in reconventie van TKO,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft eiseres T.K.O.DIENSTEN V.O.F. (hierna: TKO) een voorlopige voorziening gevorderd in het kader van een geschil met gedaagde SECURIMON B.V. (hierna: Securimon). TKO vordert betaling van € 35.391,29, te vermeerderen met rente en kosten, als voorschot op een openstaande vordering in de hoofdzaak, waarin TKO € 59.027,43 vordert voor openstaande facturen voor ingehuurd personeel. Securimon betwist de hoogte van de facturen en stelt een tegenvordering van € 150.538,90 te hebben, die verband houdt met schade door een opstootje waarbij personeel van TKO betrokken was.
De rechtbank heeft de vordering van TKO in het incident afgewezen. De rechter overweegt dat de vordering tot betaling van het gevorderde voorschot niet toewijsbaar is, omdat niet is gebleken dat een deel van de hoofdvordering al voldoende vaststaat. Hoewel Securimon erkent dat zij in beginsel € 35.391,29 moet betalen, heeft zij een substantiële tegenvordering ingediend die niet zonder meer als onjuist kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de belangen van Securimon zwaarder wegen dan die van TKO, aangezien TKO onvoldoende heeft onderbouwd dat haar belang bij toewijzing van de voorlopige voorziening zwaarder weegt dan het belang van Securimon.
Daarnaast heeft TKO geen overtuigende argumenten aangedragen dat haar voortbestaan in gevaar komt als de betaling niet op korte termijn plaatsvindt. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om de vordering op basis van artikel 6:136 BW toe te wijzen, omdat de discretionaire bevoegdheid van de rechter in dit geval niet in het voordeel van TKO uitvalt. TKO is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van Securimon vergoeden, die zijn begroot op € 792,00, te vermeerderen met wettelijke rente indien niet tijdig betaald.