Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 november 2024 in de zaken tussen
[bedrijf] B.V., uit [plaats] , eiseres
Inleiding
De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde voor kalenderjaar 2023 met de beschikking van 22 februari 2023 vastgesteld op € 1.452.000. De waarde is vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2022 en geldt voor het kalenderjaar 2023. De WOZ-beschikking is opgenomen in het aanslagbiljet van dezelfde datum. In dit aanslagbiljet heeft de heffingsambtenaar voor dit kalenderjaar de aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) 2023 gebruiker naar een grondslag van € 658.000 opgelegd.
6. De rechtbank heeft het beroep op 10 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de kantoorgenoot van de gemachtigde van eiseres, [naam] en taxateur E.M.J. Brandsen RT, en de gemachtigde van de heffingsambtenaar.
Feiten
Beoordeling door de rechtbankDe objectafbakening
“Voor de toepassing van de wet wordt als één onroerende zaak aangemerkt:
Conclusie en gevolgen
Omdat het beroep gegrond wordt verklaard, ziet de rechtbank reden om te bepalen dat het griffierecht (€ 371) moet worden vergoed.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak voor zover deze ziet op het object [adres] in [plaats] en de proceskostenvergoeding in bewaar;
- vernietigt de WOZ-beschikking ten aanzien van het object [adres] in [plaats] en de op die waarde gebaseerde aanslag onroerendezaakbelasting gebruikersheffing;
- stelt de aan eiseres te vergoeden proceskosten van bezwaar vast op een bedrag van
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van de bestreden uitspraak;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van beroep tot een bedrag van
- draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 371 aan eiseres te vergoeden.
De uitspraak is in het openbaar geschied op 21 november 2024.