ECLI:NL:RBOBR:2024:521
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Moord op partner en het begraven van haar lichaam met het oogmerk om het feit en de oorzaak van haar overlijden te verhelen
Op 15 februari 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van moord op zijn partner en het begraven van haar lichaam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op of omstreeks 18 en/of 19 november 2022 in Hoogeloon opzettelijk en met voorbedachte rade zijn partner heeft omgebracht door haar te wurgen. Na de moord heeft hij haar lichaam begraven in een zelfgegraven grafkuil nabij Vessem, met het doel om het feit en de oorzaak van haar overlijden te verhullen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 jaar, waarbij de ernst van de feiten en de impact op de nabestaanden zwaar hebben meegewogen in de strafoplegging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte planmatig te werk is gegaan en dat er geen sprake was van een gemoedsopwelling. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen behandeld, waarbij schadevergoeding is toegewezen voor affectieschade en uitvaartkosten. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht tot betaling van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen, met de mogelijkheid van gijzeling bij niet-betaling.