ECLI:NL:RBOBR:2024:5099

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
29 oktober 2024
Zaaknummer
C/01/396482 / HA ZA 23-573
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop en levering van industriële onderdelen met bewijsopdracht voor gebrekkige anoden

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, staat de verkoop en levering van anoden centraal. Eiseres, een buitenlandse rechtspersoon, heeft anoden aangeschaft van de Nederlandse onderneming IAT B.V. en stelt dat deze niet voldoen aan de overeenkomst. Eiseres vordert terugbetaling van de aankoopsom en schadevergoeding, in totaal € 275.979,-. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak op 30 oktober 2024 geoordeeld dat zij nog niet tot een eindoordeel kan komen en heeft eiseres de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren. De rechtbank heeft de procedure besproken, inclusief de dagvaarding, conclusie van antwoord en de mondelinge behandeling die op 26 september 2024 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een geschil bestaat over de inhoud van de overeenkomst, met name over de geschiktheid van de anoden voor het productieproces van eiseres. De rechtbank heeft eiseres opgedragen bewijs te leveren van haar stellingen, waaronder dat IAT zich had verbonden om anoden te leveren die geschikt zouden zijn voor haar productieproces. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en uitlatingen van partijen over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/396482 / HA ZA 23-573
Vonnis van 30 oktober 2024
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
[eiser] AG,
te [plaats] ( [land] ),
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. D.G.A. Rossi,
tegen
INSOLUBLE ANODE TECHNOLOGY (IAT) B.V.,
te Eindhoven,
gedaagde partij,
hierna te noemen: IAT,
advocaat: mr. M.J.M. Jansen-van Beek.

1.De kern van de zaak

1.1.
Deze zaak gaat over een partij anoden – onderdelen die nodig zijn in een industrieel proces. [eiser] heeft anoden gekocht bij IAT, maar volgens haar voldoen ze niet aan de overeenkomst. [eiser] vordert daarom onder meer betaling van € 156.247,- (terugbetaling aankoopsom plus bezorgkosten) en van € 118.732,- (aan schadevergoeding).
1.2.
De rechtbank komt met dit vonnis nog niet tot haar eindoordeel. Zij stelt [eiser] in de gelegenheid bewijs te leveren en IAT in de gelegenheid zich uit te laten. Hieronder licht zij toe hoe zij tot dit oordeel is gekomen en geeft zij voor de uitkomst in deze zaak andere relevante overwegingen weer.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de akte van [eiser] met aanvullende producties,
- de mondelinge behandeling (zitting) van 26 september 2024. Tijdens deze zitting heeft IAT spreekaantekeningen voorgedragen. Van de zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.
2.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

3.De feiten

3.1.
[eiser] is een [land] onderneming in het coaten van onderdelen, waaronder printplaten. Dat coaten doet zij (onder andere) door middel van het galvaniseren, dat wil zeggen “het langs elektrolytische weg aanbrengen van een hechtende metaallaag op een elektrode met het doel het oppervlak daarvan eigenschappen of afmetingen te geven, afwijkend van die van het grondmetaal”. Het galvaniseren geschiedt in een chemisch bad, waarin zich waterige chemische oplossingen bevinden en waar stroom doorheen gaat. Voor het galvaniseren zijn anoden nodig.
3.2.
IAT is een Nederlandse onderneming die anoden maakt voor de elektrochemische industrie.
3.3.
[eiser] is in 2022 met IAT in contact gekomen omdat anoden in haar productieproces aan vervanging toe waren.
3.4.
Op 23 juni 2022 heeft [eiser] een offerte opgevraagd voor de aanschaf van anoden. Daarbij heeft zij bepaalde specificaties aangegeven en een tekening bijgevoegd.
In aanvulling op dit verzoek heeft [eiser] dezelfde dag, om 15:18 uur, de volgende e-mail gestuurd:
Betreffend Beschichtung ist noch folgendes zu erwahnen.
Es handelt sich um eine Beschichtung mit geringem Additivverbrauch für die Kupferbeschichtung von Leiterplatten.
3.5.
Op 23 juni 2022, om 15:38 uur, heeft IAT een eerste offerte gestuurd.
3.6.
Partijen hebben vervolgens nader contact gehad voor de specificaties van de anoden. Zo hebben zij op 27 juni 2022 contact met elkaar gehad via Teams en heeft IAT die dag per e-mail diverse vragen gesteld over de samenstelling van het chemisch bad, waarop [eiser] heeft geantwoord.
3.7.
Op 30 juni 2022 heeft nog een bijeenkomst plaatsgevonden via Teams. Naast partijen was daarbij ook de heer [A] aanwezig van [B] , de leverancier van de chemische baden waarin de anoden zouden komen.
3.8.
Op 30 juni 2022 heeft IAT een nieuwe offerte gestuurd (naast een andere offerte) voor anoden voor € 154.872,-, met de volgende beschrijving:
Titanium mesh anode in the following dimensions,
680x530mm with 2 current feeding strips spotwelded
to the mesh. (current feeders are also coated with MMO)
Outline of the anode will be protected with plastic edge
protection.
Mesh is coated with IrMMO suitable for DC Cu plating.
Current feeding strips, cutting rims and spotwelds
are coated.
Drawing number is engraved in the current feeding strip.
All according to drawing 90001834-2
Anode bags are included in the offer.
Design life time of the anode is 30.000+ operating hours,
based on the provided data by [eiser] .
[…]
Validity: 1 week
Deliverydate: 5-6 weeks after payment, if faster is required please inform us.
Prices : including packaging, excluding VAT
Transport: Ex Works
Condition: Orgalime S2000
Payment: 60% at order, 40% before shipment.
3.9.
Op 1 juli 2022 heeft [eiser] in reactie op deze offerte een orderbevestiging gestuurd voor de koop van de anoden voor € 154.872,- met daarin de volgende beschrijving:
Titan-Streckmetall-Anode aktiviert, 530x680mm
Beschichtung: IrMMO geeignet für DC Cu plating
Streckmetalltyp:
Feeder: also coated with MMO
Outline of Anode: with plastic edge protection
Current feeding strips, cutting rins and spotwelds
are coated
Ausführung gemäss Zeichnung:
Preis inkl. Anodentasche H:01500 13764 00002
Einsatzort: DPL2 (Microfill Total 72 Stk.)
3.10.
Tussen 1 en 12 juli 2022 hebben partijen nog contact gehad over een onderdeel van de anoden (de mazen).
3.11.
Op 5 september 2022 zijn de anoden bij [eiser] in [land] geleverd en geplaatst. Er zijn toen tests uitgevoerd.
3.12.
[eiser] heeft contact gehad / gezocht met IAT, omdat de anoden in haar ogen niet goed (genoeg) werkten, maar zonder dat dit tot een voor [eiser] bevredigend resultaat heeft geleid.
3.13.
[eiser] heeft € 156.247,- voor de anoden plus bezorgkosten betaald.
3.14.
[eiser] heeft IAT per brief van 27 februari 2023 aansprakelijk gesteld. Bij dagvaarding van 28 augustus 203 is [eiser] deze procedure gestart.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert zakelijk weergegeven als volgt:
I. te verklaren voor recht dat de anoden niet beantwoorden aan de overeenkomst en dat IAT is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst,
II. te verklaren voor recht dat de overeenkomst is ontbonden althans deze te ontbinden,
III. te verklaren voor recht dat IAT gehouden is schade te vergoeden,
IV. IAT te veroordelen tot betaling van € 156.247,- (het door [eiser] aan IAT betaalde bedrag), plus rente,
V. IAT te veroordelen tot betaling van € 118.732,- aan schadevergoeding, plus rente,
VI. IAT te veroordelen tot betaling van incasso- en proceskosten, plus rente.
4.2.
[eiser] baseert haar vorderingen in de kern op het standpunt dat de anoden gebrekkig zijn, omdat bij gebruik van de anoden er teveel additieven aan het chemische bad moeten worden toegevoegd, waardoor een rendabele productie niet mogelijk is. Ook is het resultaat van het galvaniseringsproces met gebruik van de anoden niet deugdelijk, aldus [eiser] .
4.3.
Volgens IAT moet het gevorderde worden afgewezen.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De bevoegde rechter en het toepasselijk recht
5.1.
Dit geschil heeft een internationaal component, omdat [eiser] in [land] is gevestigd.
5.2.
De Nederlandse rechter is bevoegd van dit geschil kennis te nemen op grond van het bepaalde in artikel 2 Verdrag van Lugano [1] : IAT heeft woonplaats in Oirschot, Nederland.
5.3.
Partijen hebben een geschil over een overeenkomst ter zake de koop van roerende zaken. Op grond van artikel 4 lid 1 sub a Rome I [2] is Nederlands recht van toepassing: IAT uit Oirschot, Nederland, levert de producten. Het Weens Koopverdrag [3] (WKV) is (eveneens) van toepassing, omdat dit onderdeel uitmaakt van het Nederlandse recht, de onderhavige kwestie (een internationaal geschil over de koop van roerende zaken) binnen het toepassingsbereik van het WKV valt en het WKV niet is uitgesloten.
De inhoud van de overeenkomst
5.4.
Partijen zijn het allereerst niet eens over de precieze inhoud van de overeenkomst. Partijen zijn het er weliswaar over eens dat IAT anoden diende te leveren en dat [eiser] gehouden was voor de anoden te betalen, maar zij zijn het niets eens over de vraag aan welke voorwaarden de anoden precies moesten voldoen.
Volgens [eiser] zijn partijen overeengekomen dat de anoden geschikt zouden zijn voor haar productieproces, hetgeen volgens haar (mede) inhoudt dat bij gebruik van de anoden het verbruik van additieven in de chemische baden beperkt zou zijn en dat er zodoende een bepaald resultaat met gebruik van de anoden zou worden bereikt. IAT betwist dat partijen dit zijn overeengekomen.
5.5.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
5.6.
Bij de beantwoording van de vraag naar de inhoud van de tussen partijen gesloten overeenkomst, is van belang wat partijen mochten afleiden uit elkaars verklaringen en gedragingen. Uit artikel 8 WKV volgt dat, als partijen elkaars bedoeling kenden of daarvan niet onkundig konden zijn, deze uitleg moet gebeuren in overeenstemming met die bekende of kenbare bedoeling. Was de bedoeling niet bekend of kenbaar, moet de uitleg plaatsvinden overeenkomstig de zin die een redelijk persoon van gelijke hoedanigheid in dezelfde omstandigheden hieraan zou hebben toegekend. Daarbij dient rekening te worden gehouden met alle ter zake dienende omstandigheden van het geval, waaronder – voor zover hier relevant – de onderhandelingen en alle latere gedragingen van partijen.
Het is aan [eiser] om voldoende feiten en omstandigheden te stellen waaruit de door haar betoogde inhoud van de overeenkomst volgt, omdat zij daarop haar vorderingen baseert.
5.7.
De rechtbank merkt in dit stadium het volgende op over de standpunten van [eiser] .
5.7.1.
De overeenkomst is tot stand gekomen met de offerte van 30 juni 2022 en de daarop volgende orderbevestiging van 1 juli 2022 (daar zijn partijen het over eens). Dat de anoden
geschikt zouden zijn voor het productieproces van [eiser], in het bijzonder met de door [eiser] weergegeven inhoud, staat noch in de offerte noch in de orderbevestiging beschreven (geciteerd in r.o. 3.8. en 3.9.), terwijl daarin wel de nodige (andere) specificaties van de anoden staan beschreven.
Evenmin zijn in de offerte en in de orderbevestiging voorwaarden beschreven die aanknopen bij de door [eiser] betoogde inhoud, zoals welk verbruik aan additieven acceptabel is of welk resultaat met de anoden moest worden bereikt.
5.7.2.
De bestelde anoden zijn onderdelen die op maat gemaakt moesten worden en het productieproces van [eiser] – het galvaniseren – is een specialistisch proces waarover [eiser] de controle had (in beginsel, omdat zij onderdelen, zoals het chemisch bad, heeft uitbesteed). Dit volgt uit de stukken en het verhandelde ter zitting (onweersproken). Uit de stukken en het verhandelde ter zitting volgt ook dat partijen dit wisten. Het was niet een proces van IAT en de anoden waren maatwerk waarvan de exacte benodigde specificaties IAT niet bekend waren. [eiser] heeft tijdens de zitting verklaard dat een derde partij bepaalde belangrijke producten aan haar levert voor het productieproces en dat zij zelf ook niet beschikt over de specificaties daarvan (bedrijfsgeheim van de derde), terwijl IAT heeft verklaard dat haar recept voor de coating van de anoden “proprietary” is (bedrijfsgeheim) en dus ook niet bekend bij [eiser] of andere derden.
De rechtbank volgt [eiser] er in dat het IAT duidelijk was dat de anoden zouden worden gebruikt voor het productieproces, maar dat betekent voorshands niet zonder meer dat partijen meer zijn overeengekomen dan een inspanningsverplichting van IAT om anoden te leveren die voor het productieproces geschikt zouden zijn. De rechtbank houdt hierbij rekening met de aard van de anoden en het productieproces: aan beide kanten is er “proprietary information” (bedrijfsgeheimen) die geheim blijft tijdens en na de transactie (onweersproken).
5.7.3.
[eiser] heeft erop gewezen dat zij met haar e-mail van 23 juni om 15:18 uur heeft aangegeven dat het gebruik van additieven beperkt moest zijn en dat in de offerte staat dat de anoden een levensduur van 30.000 uur zullen hebben. Ook daaruit volgt volgens de rechtbank voorshands niet zonder meer dat partijen zijn overeengekomen dat de anoden geschikt zouden zijn voor het productieproces, op de door [eiser] aangegeven wijze.
Weliswaar is de aangegeven levensduur van 30.000 uur vermeld in de offerte, maar daaruit mocht [eiser] niet zonder meer afleiden dat IAT zich ertoe verbond dat de anoden geschikt zouden zijn voor het productieproces, op de door [eiser] aangegeven wijze. Het geschikt maken / zijn van de anoden op de door [eiser] aangegeven wijze gaat, zoals [eiser] heeft toegelicht, voornamelijk over het additieven verbruik in het productieproces en het resultaat van het productieproces bij gebruik van de anoden. Dat is volgens de rechtbank voorshands iets anders dan de op de offerte aangegeven levensduur (van 30.000 uur) van de anode. Deze levensduur gaat, zoals ter zitting is toegelicht en niet is betwist, over het aantal beschermingslaagjes dat op de anoden zit.
5.7.4.
[eiser] heeft aangevoerd dat zij heeft aangegeven welke anoden zij voorheen had (zogenaamde [C] anoden) en had het IAT duidelijk moeten zijn dat de te maken anoden dezelfde eigenschappen moesten hebben als deze anoden. [eiser] heeft een beroep gedaan op haar e-mail van 23 juni 2022, 15:23 uur waarin zij zegt:
Die Beschichtung soll an die DT2 ( [C] ) Lind oder MS6 (Magneto) angelegt sein.
De rechtbank leest voorshands in deze e-mail (waarvan overigens vooralsnog geen vertaling is overgelegd) niet zonder meer een instructie dat de te maken anoden dezelfde eigenschappen moet hebben als de [C] anoden. Ook staat er volgens de rechtbank niet zonder meer dat het verbruik van additieven en dat het resultaat van het galvaniseringsproces hetzelfde moet zijn bij de gebruik van de te maken anoden als bij de [C] anoden (en dat is waar het in feite om gaat). Bovendien is voorshands niet duidelijk dat de met de e-mail gestuurde instructie, voor zover daarvan sprake is, een bindende afspraak is in aanvulling op de offerte of de orderbevestiging (die geen melding maken van [C] anoden).
5.7.5.
Volgens [eiser] heeft IAT tijdens het overleg op 30 juni 2022, in reactie op een voorstel van [A] om tests uit te voeren, gezegd dat het testen niet noodzakelijk was om een goede werking van de anoden te garanderen, omdat zij alles rekenkundig kon bepalen. De rechtbank ziet dit standpunt zo: zonder het bedrijfsgeheim van de leverancier van [eiser] te kennen, en zonder concrete tests in het productieproces, zou IAT volgens [eiser] theoretisch kunnen en willen berekenen welke coating voor de anoden nodig zou zijn om goed te werken in dat productieproces. IAT heeft gemotiveerd betwist dat deze stelling juist is (volgens haar is zij het juist geweest die heeft geadviseerd tests te doen en heeft [eiser] dat afgehouden).
[eiser] heeft deze laatste stelling onderbouwd door het overleggen van een verklaring van dhr. [A] waaruit dit blijkt. [eiser] heeft aangeboden al haar stellingen te bewijzen, onder andere door het horen van getuigen (dhr. [A] wat betreft deze laatste stelling).
5.8.
Het oordeel van de rechtbank in dit stadium is dat [eiser] haar standpunten, in samenhang bezien, naar behoren heeft gemotiveerd en dat IAT deze standpunten gemotiveerd heeft betwist. De rechtbank heeft weliswaar hiervoor overwogen dat enkele standpunten van [eiser] voorshands op zichzelf niet zonder meer doorslaggevend zijn in haar voordeel, maar alles bij elkaar opgeteld, in samenhang bezien, is het standpunt van [eiser] voldoende onderbouwd. [eiser] zal zodoende in de gelegenheid worden gesteld bewijs te leveren als na te melden. De rechtbank benoemt in de bewijsopdracht in het bijzonder de discussie over het testen omdat partijen hier concreet over hebben verklaard. De rechtbank geeft partijen in dat kader mee dat getuigen uit eigen waarneming moeten verklaren zodat het voor de hand ligt, voor een efficiënte werkwijze, getuigen op te roepen die uit eigen waarneming kunnen verklaren over relevante feiten.
De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden
5.9.
Partijen zijn het niet eens over de vraag of de algemene voorwaarden van IAT (genaamd Orgalime S2000) onderdeel zijn van de overeenkomst. Volgens IAT is dat het geval, volgens [eiser] niet.
5.10.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de algemene voorwaarden van IAT geen onderdeel (geworden) van de overeenkomst, op grond van het volgende.
5.11.
Aan het hand van het WKV wordt de vraag beantwoord of de algemene voorwaarden deel zijn gaan uitmaken van de overeenkomst (HR 28 januari 2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR4837, NJ 2006, 517). Gelet op het bepaalde in de artikelen 14 en 18, in samenhang met de artikelen 8 en 9 WKV, maken algemene voorwaarden deel uit van de overeenkomst als aan twee vereisten is voldaan. Partijen dienen bij het sluiten van de overeenkomst uitdrukkelijk of stilzwijgend met het incorporeren van die voorwaarden in de overeenkomst in te stemmen én de wederpartij van de gebruiker van de algemene voorwaarden dient een
redelijke gelegenheid te hebben gehad om van die voorwaarden kennis te nemen(Hof Den Haag 22 april 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1341 vanaf ro. 10, met verwijzing naar (i) een uitspraak van het Bundesgerichtshof over toezending van de algemene voorwaarden of het toegankelijk maken daarvan en (ii) een “Opinion” van de CISG Advisory Council langs dezelfde lijnen).
5.12.
De rechtbank volgt deze benadering van het hof Den Haag en geeft IAT de gelegenheid bij akte toe te lichten of, hoe en wanneer de algemene voorwaarden toegankelijk zijn gemaakt voor [eiser] . De rechtbank houdt er rekening mee dat het genoeg zou kunnen zijn, voor toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, als de algemene voorwaarden direct en eenvoudig te vinden zouden zijn op een gemakkelijk te vinden website, zoals in dit geval de website van IAT of de website van Orgalim (de brancheorganisatie waar IAT over schrijft, zo begrijpt de rechtbank; Orgalim is te vinden via een eenvoudige google-zoekopdracht naar “Orgalime S2000”). De rechtbank heeft gekeken op beide websites. Op de site van IAT heeft de rechtbank niet direct en eenvoudig algemene voorwaarden gevonden. De rechtbank heeft gekeken op de website “orgalim.eu” (de website van de brancheorganisatie, zo begrijpt de rechtbank). De rechtbank ziet ook daar geen algemene voorwaarden die op de website staan of direct en eenvoudig kunnen worden gedownload; zo te zien moet een partij de algemene voorwaarden bestellen. Daar komt bij dat de website geen melding maakt van algemene voorwaarden onder de naam “S2000”. Langs deze lijnen ziet de rechtbank vooralsnog geen gronden voor de conclusie dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, maar omdat het voornoemde arrest van het hof Den Haag en deze daarop gebaseerde beschouwingen geen onderdeel van het debat zijn geweest, mag IAT zich daarover bij akte uitlaten, waarna antwoordakte voor [eiser] .
5.13.
IAT heeft aangevoerd dat [eiser] een onderneming is met meer dan 50 werknemers. Dit betekent evenmin dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. IAT doet hiermee een beroep artikel 6:235 BW. De vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn wordt echter beantwoord aan de hand van het WKV en niet aan de hand van de bepalingen van boek 6 BW (waar artikel 6:235 BW op ziet).
Het verdere geschil
5.14.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
draagt [eiser] op feiten te bewijzen waaruit volgt:
- dat IAT zich wilde verbinden om anoden te leveren die geschikt zouden zijn voor het productieproces van [eiser] , naar [eiser] mocht begrijpen overeenkomstig de zin die een redelijk persoon van gelijke hoedanigheid in dezelfde omstandigheden aan de uitlatingen/gedragingen van IAT zou hebben toegekend (maatstaf WKV 5.6 hiervoor),
- in het bijzonder: dat IAT tijdens het overleg op 30 juni 2022 heeft gezegd dat het testen niet noodzakelijk was om een goede werking van de anoden te garanderen, omdat zij alles rekenkundig kon bepalen,
6.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 27 november 2024voor:
- uitlating door [eiser] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
- uitlating door IAT over het voornoemde arrest van het hof Den Haag en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden,
6.3.
bepaalt dat [eiser] een antwoordakte kan nemen over de uitlating van IAT over het arrest van het hof Den Haag en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden op de rol van
woensdag 8 januari 2025,
6.4.
bepaalt dat, als [eiser] geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
6.5.
bepaalt dat, als [eiser]
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
januaritot en met
april 2025dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
6.6.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. L.S. Frakes, in het paleis van justitie te ’s-Hertogenbosch, Leeghwaterlaan 8, en verder wat betreft de zitting:
- de partijen bij het getuigenverhoor/verhoor partijdeskundigen vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
- bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen
- na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
- naar verwachting 90-120 minuten voor getuigenverhoor (3-4 getuigen) voldoende zal zijn (zie voor de werkwijze: het vonnis van deze rechtbank van 29 november 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:5545, ro. 2.2-2.6),
- de enquête/contra-enquête in beginsel op dezelfde dag worden gepland en daarna gesloten (tenzij er in het licht van de verklaringen redenen zijn voor nadere getuigen),
- aansluitend na het getuigenverhoor / verhoor partijdeskundigen de gelegenheid wordt gegeven voor uitlating over de verklaringen, waarna de rechtbank in beginsel uitspraak doet (tenzij de verklaringen zodanig zijn dat meer tijd nodig is voor een uitlating en voor een eerlijk proces),
- de rechtbank ook na het getuigenverhoor / verhoor partijdeskundigen wil onderzoeken of partijen het op één of meer punten met elkaar eens kunnen worden,
6.7.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
6.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024.

Voetnoten

1.Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Verdrag van Lugano / EVEX II).
2.Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I).
3.Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, Wenen, 11-04-1980.