2.8.De Autoriteit Consument & Markt (hierna te noemen: de ACM) heeft op 14 juli 2022 een ontwerpbesluit ter inzage gelegd, waarin voor wat betreft de termijn voor het aansluiten op het elektriciteitsnet het volgende is bepaald:
1. Indien een aangeslotene een netbeheerder verzoekt om een aansluiting op het door hem beheerde net, dan wel om een wijziging van een bestaande aansluiting, realiseert de netbeheerder deze aansluiting of wijziging binnen een redelijke termijn, tenzij er sprake is van overmacht.
2. De in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken na:
a. 12 weken indien het verzoek een wijziging van een bestaande aansluiting met een aansluitcapaciteit kleiner dan of gelijk aan 3 x 80 A betreft waarbij geen grondwerkzaamheden nodig zijn;
b. 18 weken indien het verzoek een nieuwe aansluiting met een aansluitcapaciteit kleiner dan of gelijk aan 3 x 80 A betreft of indien het verzoek een wijziging van een bestaande aansluiting met een aansluitcapaciteit kleiner dan of gelijk aan 3 x 80 A waarbij sprake is van grondwerkzaamheden betreft;
c. 40 weken na ontvangst van de getekende offerte als bedoeld in artikel 8.4 indien het de aanleg van een nieuwe aansluiting of de wijziging van een bestaande aansluiting met een aansluitcapaciteit groter dan 3 x 80 A, maar kleiner dan 10 MVA betreft.
d. een tussen de netbeheerder en aangeslotene overeen te komen termijn indien het verzoek de nieuwe aansluiting of de wijziging van een aansluiting met een aansluitcapaciteit vanaf 10 MVA betreft.”
In de toelichting op het ontwerpbesluit wordt overwogen:
“2 Aanleiding
4. Dit besluit tot wijziging van de Netcode elektriciteit is opgesteld ter vervanging van artikel 23 vierde lid van de Elektriciteitswet. Artikel 23, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) bepaalt dat de netbeheerder eenieder die daarom verzoekt voorziet van een aansluiting, ongeacht de beschikbaarheid van transportcapaciteit. Daarbij geldt op grond van artikel 23 vierde lid van de Elektriciteitswet 1998 dat de netbeheerder een aansluiting realiseert binnen een redelijke termijn. Die termijn werd geacht te zijn verstreken na 18 weken nadat het verzoek bij de netbeheerder is ingediend voor a) aansluitingen tot 10 MVA, of b) een aansluiting voor een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit of een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, tenzij de netbeheerder niet in redelijkheid kon worden verweten dat hij de aansluiting niet binnen de genoemde tijd had gerealiseerd.
5. Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU (hierna: Hof) volgt echter dat de wetgever niet bevoegd is om een nadere invulling te geven aan de redelijke termijn. In de uitspraken in de zaken Commissie tegen België en Commissie tegen Duitsland (zaken C-718/18 en C-7676/19) heeft het Hof verduidelijkt dat de in artikel 59 zevende lidvan de toepasselijke Elektriciteitsrichtlijn, vrzr)
opgesomde taken exclusief zijn toebedeeld aan de nationale regulerende instanties, waaronder de ACM. Een van deze taken is het vaststellen of goedkeuren van de voorwaarden inzake de aansluiting op en toegang tot de nationale netten. De normen in de Europese regelgeving beschrijven de inhoud van die bevoegdheden en regelen de criteria en voorwaarden die de discretionaire ruimte van de nationale regulerende instanties beperken.
6. Door bij wet aansluittermijnen voor verschillende situaties voor te schrijven maakt de wetgever ontoelaatbaar inbreuk op de door de Richtlijnen vereiste onafhankelijke uitoefening van de regulerende bevoegdheid van de ACM.
7. De in artikel 23 Elektriciteitswet 1998 vastgelegde nadere uitwerking van de redelijke termijn is dus in strijd met de Elektriciteitsrichtlijn. Dit heeft tot gevolg dat de ACM de wettelijke aansluittermijn van 18 weken niet langer zonder meer kan handhaven of daaraan kan toetsen in geschilbesluiten. Autoriteit Consument en Markt Openbaar Zaaknr. ACM/21/168317 / Documentnr. ACM/UIT/573189 6/11
8. De ACM ziet zich daarom ter bescherming van aangeslotenen genoodzaakt om de invulling van de redelijke termijn vast te leggen in een codebesluit. Daarbij weegt de ACM de belangen van de aangeslotenen af tegen de belangen van de netbeheerders(…).