Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
4. de rechtspersoon naar buitenlands recht
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
6. de rechtspersoon naar buitenlands recht
1.De procedure
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.Het geschil in het kort
maatwerk schaduwoplossingen” (lees: tenten/shelters).
3.De feiten
shelters”.
4.De vorderingen en de standpunten van partijen
5.De beoordeling
en/ofleveren van URA-middelen, terwijl Agib stelt dat door SGD althans de suggestie wordt gewekt dat het om: “ voorschrijven
enleveren gaat). In de derde plaats heeft zij gewezen op de feitelijke onwilligheid bij dierenartsen om desgevraagd een recept uit te schrijven (zie onder meer randnummers 12 en 54 bij memorie van grieven) alsmede op hun monopoliepositie (zie onder meer randnummers 23-28 bij memorie van grieven). Ten slotte heeft Agib gewezen op het 5 punten plan van KNMD waaruit volgens haar blijkt dat KNMvD en SGD een geborgde positie voor de één op één dierenartsen willen verwezenlijken en de concurrentie uit de markt willen halen.
Als derhalve komt vast te staan dat bepaalde besluiten een mededingingsbeperkende strekking hebben, dan is een afzonderlijk onderzoek ook naar de merkbaarheid van de mededingingsbeperking niet meer nodig.
svoor evenemente
n”. De rechtbank zal dus voor deze overtreding in beginsel één boete van € 50.000,00 toewijzen. Omdat [gedaagden] hierbij betrokken is en [gedaagde 2] aandeelhouder is van [gedaagden] , zullen zij hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van de boete.