Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1-4;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- partijen hebben (ook) de Iraanse nationaliteit;
- het huwelijk is in Iran gesloten.
geeft de echtgenoot de echtgenote een volmacht opdat (…) in de hieronder beschreven gevallen toestemming bij de rechtbank kan worden verkregen (…)’. En: ‘
de gevallen waarin de vrouw een echtscheidingsverzoek bij de rechtbank kan indienen (…)’). De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] bedoelt dat [eiser] de echtscheiding heeft verzocht in Nederland zonder zich op een van deze gevallen te beroepen en dat daardoor sprake is van een zogenaamde Khul- echtscheiding, als bedoeld in artikel 1146 van de Iraanse civiele wet, waarbij de vrouw afstand doet van haar recht op de bruidsgave naar Iraans recht.
Het verweer van [gedaagde] slaagt namelijk al niet om een andere reden.
niet op zichzelf al naar zijn inhoud onaanvaardbaar is” (het buitengrenscriterium), maar dat het Iraanse recht toch buiten toepassing kan blijven “
indien toepassing zou leiden tot een gevolg dat naar Nederlandse opvattingen niet kan worden geduld” (het binnengrenscriterium). Daarbij spelen de omstandigheden van het geval een rol en met name de betrokkenheid van Nederland met de zaak. Naarmate de Nederlandse betrokkenheid groter is, zal eerder sprake zijn van strijd met de openbare orde.