Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juni 2024 in de zaak tussen
[eisers] , uit [woonplaats] , eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel
[derde belanghebbende] B.V., te [woonplaats] , (vergunninghouder).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Het bedrijf van eiseres omvat een transportbedrijf en - sedert 1981- een betoncentrale. Het bedrijf ligt in de kom van Milheeze. In de directe omgeving van de inrichting bevinden zich zowel aan de oost, zuid- en westzijde diverse burgerwoningen. Aan de Kreijtenberg bestaat op grond van het bestemmingsplan de mogelijkheid woningen te bouwen.
- Op het perceel van de inrichting is het bestemmingsplan ‘ [naam] ’ van toepassing. Het perceel heeft de bestemming ‘bedrijf’. Binnen deze bestemming is een betoncentrale genoemd in milieucategorie 3.1 of 3.2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten toegelaten. De uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf, of dienstverlening is niet toegelaten.
- Op 12 augustus 2003 is een revisievergunning verleend voor het in werking hebben van een transportbedrijf en een betoncentrale. Daarna zijn er meldingen gedaan op grond van artikel 8.19 wet milieubeheer.
- Op 3 juli 2013 is een melding en een aanvraag gedaan in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het veranderen en uitbreiden van de inrichting.
- Op 13 februari 2014 is een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (Obm) verleend op basis van het aspect en luchtkwaliteit.
- Het college heeft bij besluit van 8 juli 2014 maatwerkvoorschriften opgelegd die betrekking hebben op de representatieve bedrijfssituatie en op de aspecten geluid en verkeersbewegingen.
- Bij tussen uitspraak van 13 februari 2015
- Op 11 september 2020 heeft vergunninghouder een melding gedaan op grond van het Activiteitenbesluit voor het inzetten van een mobiele puinbreker voor ten hoogste 12 dagen per jaar op eigen terrein. Daarbij is een akoestisch onderzoek van M-tech van 1 december 2020 gevoegd.
- Op 6 april 2021 is aan vergunninghouder een OBM verleend voor het breken van restproducten voor de vervaardiging van betonmortel voor ten hoogste 12 dagen per jaar.
- Op 8 april 2021 is een voornemen bekendgemaakt voor het intrekken en stellen van maatwerkvoorschriften. Op 12 mei 2021 heeft vergunninghouder hierop zijn zienswijze bekend gemaakt waarop het college op 5 mei 2022 het primaire besluit heeft genomen.
- Op 13 oktober 2022 heeft het college vergunninghouder gelast om het verrichten van puinbreek activiteiten in strijd met het bestemmingsplan (een overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) te beëindigen op straffe van verbeurte van een dwangsom van
- De datum waarop de activiteit heeft plaatsgevonden.
- De begin- en eindtijd van deze activiteit.
- Eventuele bijzonderheden die zich hebben voorgedaan (bijv. het in of buiten gebruik zijn van (andere) grote geluidsbronnen of het voordoen van excessen, ontvangen van klachten etc).
Het is in de jurisprudentie inmiddels regelmatig geaccepteerd dat ontheffing kan worden verleend om maximaal 12 maal per jaar (uitgangspunt is dat het per keer steeds gaat om één, aaneengesloten, periode van maximaal een etmaal) activiteiten uit te voeren die meer geluid veroorzaken dan de geluidgrenzen voor de representatieve bedrijfssituatie (RBS) uit de vergunning. Het gaat dan om bijzondere activiteiten (incidentele activiteiten), welke niet worden gerekend tot de RBS. In de vergunning kan tot maximaal 12 maal per jaar ontheffing worden verleend voor incidentele activiteiten. Deze activiteiten moeten bij de aanvraag worden omschreven”. Daarvoor in paragraaf 4.5 staat : “
Uitgangspunt bij het opnemen van de geluidsnormering is de representatieve bedrijfsvoering van het bedrijf. Voor situaties die incidenteel voorkomen kan een ontheffing worden verleend. Dit kan alleen als hieraan een motivering wordt toegevoegd die is opgenomen in de milieuvergunning (bijvoorbeeld 12-dagenregeling, zie §4.7). Ontheffingen kunnen worden onderscheiden naar het voorkomen (hoe vaak, waardoor) en naar de getalsmatige hoogte van de ontheffing. Vaak is sprake van een afwijking van de representatieve bedrijfsvoering en dit zal dan per individueel geval moeten worden beoordeeld. Hiervoor is dus een specifieke afweging gemaakt in besluiten. Overigens geldt dat met het ALARA-principe (zoals verwoordt in de Wet milieubeheer) rekening gehouden moet worden. Ook bestaat de mogelijkheid tot een bestuurlijke afweging om een hogere grenswaarde toe te passen voor bestaande bedrijven. Alle informatie die nodig is voor een dergelijk afweging dienen door het bedrijf te worden aangeleverd.”.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op een nieuw besluit op het bezwaar van eisers te nemen met inachtneming van deze uitspraak
- schorst het primaire besluit voor zover hier meer dan twee dagen puin breken per jaar zijn toegelaten
- bepaalt dat het college aan eisers het griffierecht à € 184,00 vergoedt;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers, begroot op € 1.750,00.