Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De kern van de zaak en de uitkomst
2.De procedure
- de dagvaarding van 23 oktober 2023 met 29 producties
- de aanvullende producties van de zijde van [eiseressen] .
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van 30 oktober 2023 van de zijde van [gedaagden] met zestien producties
- de akte van 30 oktober 2023 met aanvullende producties 30 t/m 44 van de zijde van [eiseressen] .
- de conclusie van antwoord in reconventie met aanvullende producties 45 t/m 48 van 30 oktober 2023 van de zijde van [eiseressen] .
- de akte vermeerdering eis van 30 oktober 2023 van de zijde van [eiseressen] .
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseressen] .
- de pleitnota van [gedaagden] .
3.De feiten
1.1 De Overeenkomst is aangegaan per 1 april 2020 voor onbepaalde tijd.
g. de door [gedaagde sub 2] c.s. aan [eiseres sub 1] betaalde managementvergoeding;
vrzr) oordeelde de Ondernemingskamer dat de besluitvorming over de managementvergoedingen van (met name) [eiseres sub 1] vanaf 2014-2015 gebrekkig is en dat bovendien onduidelijkheid bestaat over de hoogte daarvan en de werkelijk uitbetaalde bedragen.
4.Het geschil in conventie
€ 215.421,14. [eiseres sub 2] ontvangt al vanaf juni 2023 geen inkomsten meer en heeft de bonus nodig om te voorzien in het levensonderhoud van bestuurder [C] en zijn gezin. Aangezien de vordering van [eiseres sub 2] in hoge mate vast staat is een eventueel restitutierisico niet aan de orde.
5.Het geschil in reconventie
6.De beoordeling in conventie
€ 5.000,- is € 2.000,- toewijzen.
1.618,00
7.De beoordeling in reconventie
[eiseres sub 1] moet managementvergoeding deels terugbetalen
“voor de bezoldiging van (voormalige) bestuurders”is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet voldoende om daarin een ava-besluit te lezen waarbij de individuele managementvergoeding van [eiseres sub 1] voor een bepaald boekjaar is vastgesteld.
8.De beslissing
€ 1.000.000,-;