In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 15 september 2023, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige I] en [minderjarige II]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gecertificeerde instelling (GI) niet-ontvankelijk is in haar verzoek om het perspectiefbesluit te toetsen, zoals bepaald door de Hoge Raad op 1 september 2023. De rechtbank heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen verlengd voor een periode van zes maanden, tot 26 maart 2024, en heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om niet terug te keren naar hun ouders, gezien de problematiek en de opvoedbehoeften van de kinderen. De ouders en stiefvader zijn niet in staat gebleken om de benodigde zorg en structuur te bieden, wat heeft geleid tot ernstige gedragsproblemen bij de kinderen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de kinderen in het gezinshuis beter tot hun recht komen en dat hun ontwikkeling daar positief wordt beïnvloed. De rechtbank heeft ook de verzoeken van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming om de kinderen niet meer bij de ouders te laten opgroeien, ondersteund, maar heeft de GI niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om het perspectiefbesluit zelfstandig ter beoordeling voor te leggen.