Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
Vrijspraak van feit 2.
Bewijs voor feit 1
Op donderdag 11 mei 2023, omstreeks 06.40 uur vond er een diefstal met geweld plaats in mijn woning gelegen aan de [adres 2] te Eindhoven. Ik heb aan niemand het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit strafbare feit.
Ik werd vanmorgen wakker van een harde dreun, volgens mij waren het twee dreunen. (...) Ik zag op mijn horloge dat het 06.45 uur was. (...) Hierdoor zag ik dat de achterdeur van de woonkamer gesneuveld was. Ik zag dat er een groot gat in zat. (...) Ik ben vervolgens via de bijkeuken naar de woonkamer gelopen en zag dat er een onbekende man onder mijn bureautafel vandaan kwam.
Zoals ik al zei zijn we al rollend naar de keuken geworsteld. (…)
A: De mensen van Forensische Opsporing hebben schrammen op mijn linker bovenarm geconstateerd.
(…)
A: Door de glazen tuindeur. (…)
Waar heeft hij je vastgepakt?
A: Hij heeft me met twee handen vastgepakt bij mijn schouders.
Bewijs voor feit 3
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [arrestantenverzorger] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
gevangenisstrafvoor de duur van
6 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
€ 650,00. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
13 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.