Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het proces-verbaal van aangifte opgenomen in het door verbalisant [verbalisant 1] op 26 juli 2015 opgemaakte proces-verbaal (dossierpagina's 13 en 14), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever [betrokkene 1]:
Ik woon met mijn man en twee kinderen aan de [a-straat 1] te Nijmegen. Mijn man en ik runnen een klein Chinees restaurant. Dit restaurant en keuken bevinden zich op de begane vloer. Ik woon samen met mijn gezin boven de zaak op de eerste etage. De toegang tot de woning is alleen via het restaurant te bereiken, dus er is geen aparte ingang voor de bovenwoning.
Op zondag 26 juli 2015 lagen wij rond 09:30 uur nog te slapen. Ik werd wakker van gestommel voor mijn slaapkamer. Ik hoorde iemand hard lopen. Aan de voetstappen kon ik horen dat het niet mijn oudste zoon of mijn man was. Ik realiseerde me gelijk dat er iemand in mijn woning was.
Ik sprong uit bed en opende mijn slaapkamerdeur. Ik keek in het trappengat en zag een voor mij onbekende man staan.
Ik heb samen met mijn man de man vastgehouden.
Op het moment dat mijn man in de keuken was, had ik de man niet meer stevig vast. Ineens rukte hij zich los en rende hij weg. Ik zag dat de man richting de voordeur rende en zonder aarzeling door de ruit van de voordeur dook.
Op de bank in het restaurant staat een bank. Ik trof daar een tas aan van de man. Hierin zaten mijn laptop, sieraden en een oplader van een Samsung mobiele telefoon. Kennelijk had de man deze klaargelegd om te stelen.
2. Het proces-verbaal van relaas van verbalisanten [verbalisant 2], medewerker van politie, en [verbalisant 3], hoofdagent, opgemaakt op 26 juli 2015 (dossierpagina's 16 en 17), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten voornoemd:
Op zondag 26 juli 2015 omstreeks 09.55 uur waren wij op de [a-straat 1] te Nijmegen. Aldaar zou een woninginbraak hebben plaatsgevonden waarbij de dader zou zijn overlopen.
Ter plaatse aangekomen zag ik, verbalisant [verbalisant 2], in het restaurant een blauwe tas liggen op een rode bank. De bank bevond zich rechts achter in de zaak.
Ik zag dat in de tas een laptop zat. Aangever verklaarde dat zij de tas niet kende, maar dat de laptop van haar was. Verder zag ik in de tas een zwart sieradendoosje met daarin zilverkleurige sieraden. Ook daarvan gaf aangever aan dat deze van haar waren.
Toen ik de keuken inliep zag ik in het plafond een dakkoepel waarvan het openingsmechanisme was verbroken.
Gezien de sporen en de verklaringen van aangever en de getuige vermoed ik dat verdachte via de dakkoepel het pand heeft betreden. Om het pand te betreden heeft verdachte het bedieningswormwiel van de dakkoepel gedemonteerd en is hij langs de koelcel de keuken ingekomen.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4], hoofdagent en [verbalisant 5], hoofdagent, opgemaakt op 30 juli 2015 (dossierpagina's 29 tot en met 31 en de met de hand geschreven pagina's 41 en 42) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaringen van getuige
[betrokkene 1]:
V = Vraag verbalisant(en)
O = Opmerking verbalisant(en)
A = Antwoord aangever/benadeelde [betrokkene 1]
V: Kunt u aangeven waar het dakraam dan wel dakkoepel is gevestigd, waar de dader vermoedelijk naar binnen gekomen was?
A: Deze zit in het midden van de keuken en deze was niet beschadigd. Dit raam was de avond voor de inbraak dicht gemaakt, maar nadat de man binnen was geweest stond het raam een klein stukje open.
O: Wij tonen de benadeelde: een Acer laptop, negen stuks (9) oorbellen en een Samsung telefoon oplader.
V: Zijn deze goederen van u en waren deze (gepoogd) weg te nemen door de dader van de inbraak?
A: Ja deze spullen zijn van mij.
4. Het proces-verbaal van verhoor, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 6], hoofdagent, en [verbalisant 4], hoofdagent, op 28 juli 2015 (dossierpagina's 148 en 149), voor inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
V: Wat is er op zondag 26 juli 2015 gebeurd?
A: Ik kwam van een feest. Ik zag een raam open staan, bij een restaurant. Ik ben naar binnen gegaan. Ik zag dat in het restaurant een bar was. Op de bar vond ik een laptop. Ik heb de laptop gepakt en deze in de rugzak gedaan die ik bij me had. Ik viel door het glas van de deur. Ik begon op straat te rennen en toen werd ik opgepakt door de politie."