In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een incident betreffende een voorlopige voorziening. Eiseres PEBE LANDBOUW BEHEER B.V. vorderde een voorschot van € 10 miljoen op schadevergoeding van de gemeente Maashorst, omdat zij in 2012 ten onrechte geen omgevingsvergunning kreeg voor de bouw van een melkrundveestal. De vergunning werd pas in 2020 verleend, waarna PEBE schadevergoeding eiste voor de vertraging. De rechtbank oordeelde dat de vordering niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld en dat er onvoldoende spoedeisend belang was om de uitkomst van de hoofdzaak niet af te wachten. De rechtbank wees de vordering af en veroordeelde PEBE in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 4.247,-. De rechtbank benadrukte dat de vordering tot het gevorderde voorschot niet voldoende vaststaat en dat er nader debat en onderzoek nodig is, wat niet mogelijk is in het kader van een incidentele procedure. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.