Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 december 2021 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 december 2022 en de daarin genoemde stukken.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
- een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van i3 Holding en i3 Nederland over de periode vanaf 1 januari 2014;
- mr. J.H. Stek, hierna te noemen ‘de heer Stek’, tot onderzoeker benoemd;
- [gedaagde sub 1] als bestuurder van i3 Holding geschorst;
- drs. [E] tot bestuurder van i3 Holding benoemd;
- bepaald dat alle aandelen in i3 Holding, met uitzondering van één aandeel per aandeelhouder, ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. M.W.E. Evers.
4.Het geschil in conventie
- € 1.800.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 6.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 1.736,47 aan beslagkosten en € 452,00 aan advocaatkosten;
- € 500.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 13.640.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 6.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 1.025,29 aan beslagkosten en € 452,00 aan advocaatkosten;
5.De beoordeling in conventie
aan de andere Partij(en) jegens wie bepaalde verplichtingen niet worden nagekomen”. Een redelijke uitleg van dat artikel brengt mee dat voor elke partij tegen wie de contractuele verplichtingen geschonden zijn, (zelfstandig) een vordering ontstaat. Zonder nadere toelichting, die [gedaagden] c.s. niet heeft gegeven, valt immers niet in te zien dat en waarom de omstandigheid dat die bepaling niet uitsluitend dient ter bescherming van de belangen van één partij (zoals in dit geval [eiseres] ), maar ook ter bescherming van de andere partijen en de belangen van de vennootschap, tot de conclusie zou moeten leiden dat de daarop gebaseerde vorderingsrechten in een gemeenschap vallen. Het verweer van [gedaagden] c.s. wordt daarom verworpen.
Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang bedoeld in lid 5. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen. Bij ontbreken van een raad van commissarissen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen.”
- een daadwerkelijk of potentieel tegenstrijdig belang;
- van materiële betekenis;
- dat niet terstond is gemeld aan de AVA met verstrekking van alle relevante informatie.
de algemene vergadering van Aandeelhouders van de Vennootschap”. De ‘Aandeelhouders’ zijn volgens dat artikel “
de houders van Gewone Aandelen en/of Cumulatief Preferente Aandelen in het kapitaal van de Vennootschap”. Uit de letterlijke tekst van de overeenkomst blijkt dus dat onder AVA wordt verstaan de algemene vergadering van de houders van gewone aandelen en/of cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van de vennootschap. De woorden ‘en/of’ moeten dan zo worden uitgelegd dat als en zo lang er sprake is van cumulatief preferente aandeelhouders ‘en’ moet worden gelezen, terwijl ‘of’ slechts aan de orde is als er geen cumulatief preferente aandeelhouders (meer) zijn. Die tekstuele uitleg strookt bovendien met de bedoeling van partijen. Partijen hebben immers beoogd dat [gedaagde sub 1] in geval van een tegenstrijdig belang gehouden is om dit te melden bij de cumulatief preferente aandeelhouders. Zoals hiervoor bij de bespreking van de feiten is beschreven, zijn [eiseres] en [bedrijf 1] namelijk na de herstructurering op afstand van de vennootschap komen te staan, terwijl zij als cumulatief preferente aandeelhouders wel als eerste aanspraak hebben gehouden op de toegezegde uitkering van agio en dividend. Dat maakt dat zij een relevant belang hebben bij de melding door [gedaagde sub 1] van eventuele tegenstrijdige belangen van materiële betekenis, zodat zij toezicht kunnen houden op het handelen van [gedaagde sub 1] in het belang van de vennootschap en hun daarvan afgeleide belang bij de verkrijging van agio en dividend. In deze context heeft [gedaagde sub 1] onvoldoende gemotiveerd gesteld dat en waarom de woorden ‘en/of’ desondanks een keuzemogelijkheid voor [gedaagde sub 1] bij een mogelijk tegenstrijdig belang zouden inhouden en waarom [gedaagde sub 1] dan zou mogen volstaan met een melding aan de AVA van de gewone aandeelhouders (Tricomstate Holding). Dit zou immers in feite neerkomen op een melding van [C] aan zichzelf, nu alleen hij van beide vennootschappen de bestuurder is. Dit betekent dat een redelijke uitleg van deze bepaling meebrengt dat onder de ‘AVA i3 Holding’ ook de AVA van de houders van cumulatief preferente aandelen in i3 Holding wordt verstaan, zodat [gedaagde sub 1] ook aan [eiseres] meldingsplichtig is.
feitelijke gedragingendie tot een inbreuk leiden. Een gebeurtenis wordt dus niet gevormd door
de overtredingvan de overeenkomst zelf, maar uitsluitend door het gedrag dat aanleiding geeft voor die overtreding. Dat wil zeggen dat ook al zou hetzelfde gedrag meerdere inbreuken op verplichtingen uit de overeenkomst opleveren, dat toch slechts tot verbeurte van één boete leidt. Als eenmaal vastgesteld is dat die gedragingen een inbreuk op een verplichting in de overeenkomst opleveren, is het dus niet meer relevant of de daaraan ten grondslag liggende gebeurtenis daarnaast ook inbreuken op meer of andere verplichtingen oplevert;
geheel van met elkaar samenhangende feitelijke gedragingen. Dat betekent dat niet elke tot hetzelfde gedrag behorende deelhandeling als een afzonderlijke gebeurtenis beschouwd moet worden die tot verbeurte van een boete leidt. Dat wil zeggen dat ook als het gedrag uit meerdere deelhandelingen bestaat, dat dan toch slechts tot verbeurte van één boete leidt. Het gaat er met andere woorden dus om of het gedrag een inbreuk op een verplichting uit de overeenkomst oplevert en dan is niet van belang of dat gedrag uit meerdere deelhandelingen bestaat.
Partijen verplichten zich het ertoe te leiden dat iedere bestuurder van een Groepsvennootschap verplicht is om bestuursbesluiten als omschreven in Artikel 16 van de Statuten van de Vennootschap, te onderwerpen aan de voorafgaande goedkeuring van de AVA van de Vennootschap.”.
Besluiten van het bestuur kunnen bij of krachtens de statuten slechts worden onderworpen aan de goedkeuring van een ander orgaan van de vennootschap.”;
De statuten kunnen bepalen dat het bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van een ander orgaan van de vennootschap. Het bestuur is gehouden de aanwijzingen op te volgen, tenzij deze in strijd zijn met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.”.
6.Het geschil in reconventie
7.De beoordeling in reconventie
het sluiten van vaststellingsovereenkomsten alsmede het voeren van rechtsgedingen, met uitzondering van het nemen van die rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden”.
Ieder der Partijen zal zowel tijdens de duur van deze Overeenkomst als gedurende 3 jaar na beëindiging daarvan verplicht zijn tot geheimhouding van al hetgeen hen in verband met de totstandkoming en uitvoering van deze Overeenkomst bekend is, wordt of geworden is betreffende de gang van zaken in en rond de Vennootschap c.q. het door de Vennootschap uitgeoefende bedrijf, behoudens voor zover op grond van een dwingend wettelijk voorschrift een verplichting tot het doen van mededelingen bestaat, in welk geval de mededelingen eerst na onderling overleg en goedkeuring van Partijen zullen worden gedaan.”