In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een deelgeschil over letselschade, heeft de rechtbank Oost-Brabant op 23 november 2022 uitspraak gedaan. De verzoekster, die letselschade heeft opgelopen door een paardrijongeval in 2008, heeft de rechtbank gevraagd om te bepalen dat de verweerster gebonden is aan een rapport van een door de rechtbank benoemde arbeidsdeskundige. De rechtbank oordeelt dat het rapport niet bindend is, omdat het belangrijke vragen oproept die relevant zijn voor de schadeafwikkeling. De rechtbank wijst het verzoek om een aanvullend voorschot op de schadevergoeding deels toe, en bepaalt dat de verweerster een aanvullend voorschot van € 150.000,- moet betalen. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de substantiële schade die verzoekster lijdt, ondanks dat het rapport van de arbeidsdeskundige niet goed bruikbaar is voor de schadeafwikkeling. De rechtbank heeft ook de kosten van het deelgeschil volledig ten laste van de verweerster gebracht, zonder rekening te houden met het percentage eigen schuld van verzoekster. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van deskundigenrapporten in letselschadezaken en de rol van de rechtbank in het bevorderen van buitengerechtelijke schikkingen.