In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in een ambtenarenzaak waarbij eiseres, een politieambtenaar, haar sollicitatie voor een hogere functie aanvoert. Eiseres was unaniem geselecteerd door de sollicitatiecommissie voor de functie van zaaksanalist, maar werd uiteindelijk afgewezen door de nieuwe teamchef, die stelde dat zij niet voldeed aan de functie-eisen. Eiseres deed een beroep op het vertrouwensbeginsel, stellende dat de toezeggingen van de voorzitter van de selectiecommissie haar recht gaven op de functie. De rechtbank oordeelde dat de korpschef niet meer vrij was om terug te komen op de toezeggingen die door de voorzitter van de selectiecommissie waren gedaan. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de korpschef en kende eiseres met terugwerkende kracht de hogere salarisschaal toe, met ingang van 15 november 2019. De rechtbank oordeelde dat de korpschef in zijn verweer niet voldoende had onderbouwd waarom eiseres niet aan de functie-eisen voldeed en dat de gemaakte toezeggingen aan eiseres moesten worden nagekomen. De rechtbank veroordeelde de korpschef ook in de proceskosten van eiseres.