ECLI:NL:RBOBR:2022:3847

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
8 september 2022
Zaaknummer
C/01/382048 / KG ZA 22-254
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot aanbod van transportcapaciteit door netbeheerder in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 15 juli 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Zonnepark Woudbloem B.V. en Enexis Netbeheer B.V. Zonnepark Woudbloem vorderde dat Enexis een aanbod zou doen voor 30 MVA transportcapaciteit voor de invoeding van elektriciteit op het onderstation Kropswolde. De achtergrond van het geschil ligt in de wens van Zonnepark Woudbloem om een zonnepark te ontwikkelen, waarvoor zij een aansluiting en transportcapaciteit nodig heeft. Enexis had echter geweigerd een aanbod te doen, stellende dat er sprake was van fysieke congestie op het net, waardoor zij geen capaciteit kon bieden. Zonnepark Woudbloem betwistte deze claim en stelde dat er hooguit sprake was van contractuele congestie, wat geen geldige reden zou zijn om het aanbod te weigeren. De voorzieningenrechter oordeelde dat Zonnepark Woudbloem een spoedeisend belang had bij haar vordering en dat Enexis er niet in was geslaagd aannemelijk te maken dat er daadwerkelijk sprake was van fysieke congestie. De rechter oordeelde dat Enexis verplicht was om een aanbod te doen voor de gevraagde transportcapaciteit en legde een dwangsom op voor het geval Enexis hier niet aan voldeed. Tevens werd Enexis veroordeeld in de proceskosten van Zonnepark Woudbloem.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/382048 / KG ZA 22-254
Vonnis in kort geding van 15 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZONNEPARK WOUDBLOEM B.V.,
gevestigd te Wageningen,
eiseres,
advocaat mr. M.R. het Lam en mr. M.A.R.I.A. Vreeke te 's-Gravenhage,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
gedaagde,
advocaat mr. E.H. de Jonge en mr. Q.N. Manuel te Groningen.
Partijen zullen hierna Zonnepark Woudbloem en Enexis genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 mei 2022 met 21 producties;
  • de op 10 juni 2022 ingekomen akte producties 22 tot en met 23 van Zonnepark Woudbloem;
  • de conclusie van antwoord van Enexis van 13 juni 2022 met 4 producties;
  • de mondelinge behandeling op 15 juni 2022;
  • de pleitaantekeningen van Zonnepark Woudbloem;
  • de spreekaantekeningen van Enexis;
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Zonnepark Woudbloem is (aanvankelijk via haar moedermaatschappij LC Energy B.V.) sedert 2018 bezig met het ontwikkelen van een zonnepark voor het opwekken van zonne-energie aan de Kooiweg te Slochteren in de provincie Groningen.
2.2.
Enexis is een netbeheerder in de zin van artikel 10 lid 9 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) in – onder meer – de provincie Groningen. Zij is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de aansluiting en transport van elektriciteit op het door haar beheerde netwerk.
2.3.
Als regionaal netbeheerder is Enexis verantwoordelijk voor het middenspanningsnet (MS) en het laagspanningsnet (LS) in haar verzorgingsgebieden. TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) is de landelijk beheerder van het hoogspanningsnet (HS). Het MS-net van Enexis is aangesloten op het HS-net van TenneT . Deze verbinding tussen het HS-net en het MS-net wordt aangeduid als het koppelpunt. TenneT bepaalt, als beheerder van het HS-net, de grenzen van de capaciteit op het koppelpunt, aangeduid met de N-1 grens en de N-0 grens. Deze grenswaarden worden uitgedrukt in mega-volt-ampère (MVA). De N-1 grens geeft de bovengrens aan die Enexis in acht moet nemen bij het transporteren van elektriciteit via het MS-net aan het HS-net. De N-0 grens is ruimer en bevat ook de enkelvoudige storingsreserve, een stukje extra capaciteit boven de N-1 grens die TenneT verplicht moet aanhouden, vergelijkbaar met de vluchtstrook op de snelweg.
2.4.
Ten behoeve van het nog te bouwen zonnepark wenst Zonnepark Woudbloem de beschikking te krijgen over een aansluiting van 30 MVA op het HS/MS Station Kropswolde (koppelstation) met een bijbehorende transportcapaciteit voor invoeding van 30 MW. Op Station Kropswolde is het hoogspanningsnet van TenneT gekoppeld aan het middenspannings-net Enexis.
2.5.
In de E-wet is – voor zover hier van belang – het volgende bepaald:
‘(…)
Artikel 16
1. De netbeheerder heeft in het kader van het beheer van de netten in het voor hem krachtens artikel 36 of 37 vastgestelde gebied tot taak:
a. de door hem beheerde netten in werking te hebben en te onderhouden;
b. de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit over de netten op de meest doelmatige wijze te waarborgen;
c. de netten aan te leggen, te herstellen, te vernieuwen of uit te breiden, waarbij in overweging worden genomen maatregelen op het gebied van duurzame elektriciteit, energiebesparing en vraagsturing of decentrale elektriciteitsproductie waardoor de noodzaak van vervanging of vergroting van de productiecapaciteit ondervangen kan worden;
d. voldoende reservecapaciteit voor het transport van elektriciteit aan te houden;
e. op de grondslag van artikel 23 derden te voorzien van een aansluiting op de netten;
f. op de grondslag van artikel 24 ten behoeve van derden transport van elektriciteit uit te voeren;
(…)
Artikel 23
1. De netbeheerder is verplicht degene die daar om verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net tegen een tarief en tegen andere voorwaarden die in overeenstemming zijn met de paragrafen 5 en 6 van dit hoofdstuk. De netbeheerder verstrekt degene die om een aansluiting op het net verzoekt een gedetailleerde en volledige opgave van de uit te voeren werkzaamheden en de te berekenen kosten van de handelingen, onderscheiden in artikel 28, eerste lid.
2 De netbeheerder onthoudt zich van iedere vorm van discriminatie tussen degenen jegens wie de verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt.
3 Een aansluiting wordt door de netbeheerder gerealiseerd binnen een redelijke termijn. Deze redelijke termijn is in ieder geval verstreken wanneer de gevraagde aansluiting niet is gerealiseerd binnen 18 weken nadat het verzoek om een aansluiting bij de netbeheerder is ingediend, indien het verzoek betreft:
a. een aansluiting tot 10 MVA;
b. een aansluiting voor een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit of een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, tenzij de netbeheerder niet in redelijkheid kan worden verweten dat hij de aansluiting niet binnen de genoemde termijn heeft gerealiseerd.
Artikel 24
1. De netbeheerder is verplicht aan degene die daarom verzoekt een aanbod te doen om met gebruikmaking van het door hem beheerde net ten behoeve van de verzoeker transport van elektriciteit uit te voeren tegen een tarief en tegen andere voorwaarden die in overeenstemming zijn met de paragrafen 5 en 6 van dit hoofdstuk.
2 De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor zover de netbeheerder voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft. Een weigering transport uit te voeren als bedoeld in de vorige volzin is met redenen omkleed. De netbeheerder verschaft degene aan wie transport is geweigerd desgevraagd en ten hoogste tegen kostprijs de relevante gegevens over de maatregelen die nodig zijn om het net te versterken. Indien ten aanzien van duurzame elektriciteit een weigering transport uit te voeren als bedoeld in de eerste volzin plaatsvindt, meldt de netbeheerder dit aan de Autoriteit Consument en Markt, waarbij de netbeheerder aangeeft welke maatregelen worden genomen om toekomstige weigeringen te voorkomen.
3 De netbeheerder onthoudt zich van iedere vorm van discriminatie tussen degenen jegens wie de verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt.
(…)’
2.6.
Tussen partijen heeft in de afgelopen jaren (de eerste berichten dateren van september 2017) correspondentie en afstemming plaatsgevonden in verband met de wens van Zonnepark Woudbloem om een aansluiting en transportcapaciteit voor maximaal 30 MVA te verkrijgen voor haar zonneparkproject aan de Kooiweg te Slochteren.
2.7.
Enexis heeft Zonnepark Woudbloem in dat verband meerdere malen medegedeeld dat zij geen transportcapaciteit kan bieden op Station Kropswolde omdat sprake is van fysieke congestie en dat ook via congestiemanagement geen capaciteit op korte termijn kan worden vrijgemaakt om haar transportaanvraag te honoreren.
2.8.
Voorzover voor deze procedure van belang blijkt uit (een deel van) de gevoerde correspondentie het volgende:
2.8.1.
Bij brief van 25 juli 2019 [1] heeft LC Energy B.V. Enexis verzocht om een aansluiting op het elektriciteitsnet en transportcapaciteit van 30 MVA voor het in ontwikkeling zijnde zonnepark aan de Kooiweg te Slochteren. In de brief heeft LC Energy B.V.geschreven dat zij al op 17 september 2018 [2] Enexis heeft gevraagd om offertes voor een aansluiting en voor transportcapaciteit.
2.8.2.
Op 15 augustus 2019 [3] heeft Enexis LC Energy B.V. bericht dat zij geen transport van elektriciteit op de gevraagde aansluiting kan uitvoeren omdat Enexis voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit beschikbaar heeft; Enexis beroept zich op artikel 24, lid 2 van de E-wet. Met betrekking tot het verzoek van LC Energy B.V. om een aansluiting op het station Kropswolde erkent Enexis haar wettelijke aansluitplicht (artikel 23 E-wet) en spreekt haar bereidheid uit om te dier zake een offerte uit te brengen.
2.8.3.
Op 2 juli 2021 [4] heeft (het inmiddels door LC Energy B.V.opgerichte) Zonnepark Woudbloem het eerder door LC Energy B.V. gedane verzoek om aansluiting en transportcapaciteit voor Kropswolde herhaald. In verband met het uitblijven van de (toegezegde) offerte van Enexis om een aansluiting te realiseren laat Zonnepark Woudbloem weten dat zij besloten heeft om de gewenste aansluiting op het Station Kropswolde in eigen beheer te (laten) realiseren, een en ander als voorzien in artikel 16c van de E-wet. Zonnepark Woudbloem herhaalt het verzoek om een aanbod voor 30 MVA transportcapaciteit op Kropswolde.
2.8.4.
In haar e-mail van 15 februari 2022 [5] herhaalt Zonnepark Woudbloem, onder verwijzing naar haar eerder uitgesproken voornemen om op voet van artikel 16c E-wet zelf een aansluiting tot stand te brengen op het station Kropswolde, haar eerdere verzoeken om transportcapaciteit op dit station. Enexis herhaalt in haar reactie van 16 februari 2022 [6] dat er op dit station geen capaciteit beschikbaar is.
2.8.5.
Op 18 maart 2022 [7] heeft de advocaat van Zonnepark Woudbloem Enexis laten weten dat Zonnepark Woudbloem inmiddels haast heeft met het verkrijgen van een aanbod (in de vorm van een offerte) voor transportcapaciteit, dit mede ter verkrijging van bancaire financiering voor het project. De vergunningen zijn bijna rond en Zonnepark Woudbloem wil zo spoedig mogelijk beginnen met de aanleg van het zonnepark. Omdat Enexis volgens Zonnepark Woudbloem niet heeft bewezen dat sprake is van fysieke congestie op Station Kropswolde is Enexis gehouden een offerte voor het contracteren van transportcapaciteit voor invoeding van 30 MVA voor dit station uit te brengen zoals reeds eerder verzocht. In verband met de SDE++ subsidieaanvraag heeft Zonnepark Woudbloem tevens een – door Enexis af te geven – positieve transportindicatie nodig voor invoeding van 30 MVA op Station Kropswoldemin de zin van artikel 2d lid 2 van de Algemene Uitvoeringsregeling Stimulering Duurzame Energieproductie; Enexis wordt verzocht zorg te dragen voor een tijdige afgifte daarvan. Vanwege het spoedeisende belang vraagt Zonnepark Woudbloem Enexis om binnen een week aan Zonnepark Woudbloem een offerte te doen voor transportcapaciteit.
2.8.6.
Bij brief van 28 maart 2022 [8] heeft Enexis Zonnepark Woudbloem haar standpunt herhaald dat Enexis geen transportcapaciteit kan bieden vanwege fysieke congestie op het Station Kropswolde en dat onderzoek heeft uitgewezen dat ook op basis van congestiemanagement geen capaciteit voor Zonnepark Woudbloem kan worden vrijgemaakt.
2.9.
Op 7 juni 2022 heeft Enexis ten behoeve van Zonnepark Woudbloem de gevraagde SDE++transportindicatie [9] afgegeven waarom Zonnepark Woudbloem had verzocht met het oog op haar aanvraag SDE++ subsidieronde 2022 die door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat vanaf 28 juni 2022 beschikbaar wordt gesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

3.Het geschil

3.1.
Zonnepark Woudbloem vordert bij wijze van voorlopige voorziening en uitvoerbaar bij voorraad samengevat –:
A. Enexis te bevelen aan Zonnepark Woudbloem een aanbod te doen als bedoeld in artikel 24 lid 1 van de E-wet voor 30 MVA transportcapaciteit voor invoeding van elektriciteit ten behoeve van Zonnepark Woudbloem op het door Enexis beheerde onderstation Kropswolde, gelegen in de gemeente Midden-Groningen, waarbij in het aanbod is opgenomen dat Zonnepark Woudbloem met onmiddellijke
ingang op het door Zonnepark Woudbloem beheerde onderstation Kropswolde een transportcapaciteit van 30 MVA kan contracteren;
te bepalen dat Enexis een onmiddellijke opeisbare dwangsom verschuldigd is van
€ 25.000,00 voor iedere dag of ieder gedeelte dat de overtreding van het bevel gevorderd onder A voortduurt;
Enexis te veroordelen in de proceskosten en in de buitengerechtelijke kosten.
3.2.
Aan haar vorderingen heeft Zonnepark Woudbloem – in de kern en zakelijk weergegeven – het volgende ten grondslag gelegd. Als motivering van haar weigering om aan Zonnepark Woudbloem transport aan te bieden heeft Enexis zich ten onrechte beroepen op artikel 24 lid 2 van de E-wet. Volgens Zonnepark Woudbloem is op Station Kropswolde geen sprake van fysieke congestie maar hooguit van contractuele congestie. Nu Enexis deze enige door de E-wet erkende weigeringsgrond niet ten dienste staat is zij gehouden de gevraagde transportcapaciteit aan te bieden.
3.3.
Enexis voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Zonnepark Woudbloem heeft – anders dan Enexis heeft betoogd - een voldoende spoedeisend belang bij haar gevraagde voorziening. Dat Zonnepark Woudbloem inmiddels beschikt over de benodigde transportindicatie betekent niet dat daarmee het door haar gestelde spoedeisend belang aan haar vordering is komen te ontvallen. Zoals Zonnepark Woudbloem heeft uiteengezet in de dagvaarding in de randnummers 71 tot en met 76 en (onweersproken) heeft toegelicht ter zitting heeft Zonnepark Woudbloem (ook) belang bij het op korte termijn verkrijgen van een aanbod voor transportcapaciteit vanwege haar voornemen om – zodra de eerdaags te verwachten omgevingsvergunningen zijn afgegeven – een aanvang te kunnen maken met de aanleg. Zonnepark Woudbloem heeft uiteengezet dat deze aanleg (deels) bancair wordt gefinancierd en dat de bank voor het verstrekken van de toegezegde financiering zekerheid verlangt in de vorm van een overeenkomst als bedoeld in artikel 24 lid 1 van de E-wet. Zonder zo’n aanbod kan Zonnepark Woudbloem dus geen begin maken met de aanleg van het zonnepark. Dit levert naar het oordeel van de voorzieningenrechter een voldoende spoedeisend belang op om Zonnepark Woudbloem in kort geding te kunnen ontvangen
4.2.
De kern van het geschil betreft de vraag of Enexis aan Zonnepark Woudbloem een aanbod moet doen voor 30 MVA transportcapaciteit op het Station Kropswolde of dat zij terecht een beroep doen op de weigeringsgrond van artikel 24 lid 2 van de E-wet nu (volgens Enexis) voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking is op het betreffende HS/MS Station.
4.3.
Op basis van artikel 24 lid 1 van de E-wet is de netbeheerder (Enexis) verplicht om aan degene die daarom verzoekt een aanbod tot transport te doen. Op grond van artikel 24 lid 2 van de E-wet geldt de verplichting in het eerste lid niet voor zover de netbeheerder voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft. Het derde lid van artikel 24 van de E-wet bepaalt dat de netbeheerder zich onthoudt van iedere vorm van discriminatie tussen degenen jegens wie de verplichting bedoeld in het eerste lid geldt.
4.4.
De aansluitplicht op grond van artikel 23 lid 1 van de E-wet moet worden onderscheiden van de verplichting om een aanbod te doen voor transport van elektriciteit op grond van art. 24 lid 1 van de E-wet.
4.5.
Enexis heeft zich (kort gezegd) op het standpunt gesteld dat Zonnepark Woudbloem geen aanvraag voor een aansluiting als bedoeld in artikel 23 van de E-wet heeft gedaan. Een aanbod voor transport als bedoeld in artikel 24 lid 1 E-wet kan echter, aldus Enexis, niet worden gedaan zonder een daaraan voorafgegane aanvraag voor een aansluiting.
4.6.
Deze stelling wordt verworpen nu zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter feitelijke grondslag ontbeert. Daargelaten de verdere merites van de uitvoerige (door Zonnepark Woudbloem bestreden) beschouwing van Enexis over het – volgens haar in de wetssystematiek besloten liggende – volgordelijk verband tussen de aansluitverplichting van artikel 23 van de E-wet en de transportverplichting van artikel 24 van de E-wet, blijkt uit de gedingstukken in genoegzame mate dat Zonnepark Woudbloem naast en gelijktijdig met de aanvraag voor transportcapaciteit ook (meermalen) een aanvraag voor een aansluiting op het Station Kropswolde heeft gedaan. De voorzieningenrechter verwijst hiervoor onder meer naar de hiervoor aangehaalde brieven van Zonnepark Woudbloem 17 september 2018, 25 juli 2019 en 2 juli 2021. In deze laatste brief kondigt Zonnepark Woudbloem aan dat zij – vanwege het almaar uitblijven van een offerte van Enexis op de aanvraag voor een aansluiting van 30 MVA op Station Kropswolde - de gewenste aansluiting inmiddels in eigen beheer wil laten aanleggen. De aansluitplicht die is uitgewerkt in artikel 23 van de E-wet kent geen uitzonderingen. Enexis moet een ieder die daarom verzoekt aanbieden om op het gewenste station een aansluiting te realiseren danwel – bij een zelflegger als bedoeld in artikel 16c van de E-wet – deze aanleg faciliteren. Artikel 23 van de E-wet biedt geen ruimte om daarvan af te wijken. Anders dan Enexis stelt is gelet op het voorgaande onjuist haar aanname dat door Zonnepark Woudbloem voor het Station Kropswolde geen aanvraag is gedaan voor een (zelf te realiseren) aansluiting, terwijl evenmin is gesteld of gebleken dat Zonnepark Woudbloem niet bereid of in staat is te voldoen aan de door Enexis in het kader van het zelfrealisatierecht te stellen eisen en voorwaarden.
De stelling van Enexis dat zij een aanvraag voor transportcapaciteit niet kan beoordelen zolang niet duidelijk is via welke aansluiting dit transport dient te verlopen en dat het voor haar niet duidelijk is waar Zonnepark Woudbloem nu de voor de gevraagde transportcapaciteit benodigde aansluiting wenst te realiseren valt in het licht van de gewisselde correspondentie niet serieus te nemen, gezien de inhoud daarvan zoals hiervoor aangehaald en besproken.
4.7.
Daarmee resteert nog de vraag of het beroep van Enexis op fysieke congestie op het station Kropswolde slaagt. Daarvoor is van belang om na te gaan wat thans daadwerkelijk aan capaciteit voor transport wordt benut en of daarmee de grenzen van de ter plaatse geldende maximale transportcapaciteit op het koppelpunt worden overschreden. Deze fysieke congestie dient te worden onderscheiden van contractuele congestie. Daarvan is sprake als de totale transportcapaciteit die aan (aspirant-)producenten is aangeboden en voor hen wordt gereserveerd de ter plaatse van het koppelpunt geldende maximale transportcapaciteit overschrijdt. Indien ‘slechts’ sprake is van contractuele congestie mag de netbeheerder een aanbod tot transport niet weigeren. Bij dit alles dient in ogenschouw te worden genomen dat het de wettelijke taak van de netbeheerder is om de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit over de netten op de meest doelmatige wijze te waarborgen (artikel 16 lid 1 sub b van de E-wet).
4.8.
Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft in haar arrest van 28 juli 2020 [10] overwogen dat bij de beoordeling of sprake is van fysieke congestie niet alleen gekeken dient te worden naar de toegezegde en ook daadwerkelijk door producenten benutte transportcapaciteit maar dat daarbij ook een prognose van verwacht gebruik in te toekomst moet worden meegenomen. Het past, aldus het Hof, bij een verantwoord netbeheer om niet af te wachten tot daadwerkelijk fysieke congestie plaatsvindt, maar om daarover beredeneerde voorspellingen te doen en daarmee rekening te houden in beleid en bedrijfsvoering.
4.9.
Enexis heeft ter onderbouwing van haar standpunt dat sprake is van fysieke congestie op het Station Kropswolde het volgende aangevoerd.
4.9.1.
Op het elektriciteitsnet Kropswolde is sprake van fysieke congestie die wordt veroorzaakt doordat op dit netdeel meer elektriciteit door aangeslotenen wordt teruggeleverd dan wordt afgenomen. Volgens Enexis kan zij dit overschot niet meer afvoeren op het hoogspanningsnet van TenneT, omdat TenneT tegen de limiet is aangelopen. De hoogspanningslijn van TenneT waarop Station Kropswolde is aangesloten heeft volgens Enexis een maximale teruglevercapaciteit van 58 MVA bij zowel N-1 als N-0 [11] ,over welke uitwisselingsgrens alleen TenneT zeggenschap heeft en geldt voor Enexis als limiet. De transportbeperking bevindt zich in het koppelpunt op Station Kropswolde naar het hoogspanningsnet van TenneT en niet in de netcomponenten van Enexis.
4.9.2.
In de conclusie van antwoord heeft Enexis deze stelling nader onderbouwd door middel van een schematische weergave van de belasting in drie figuren (grafieken). In figuur 1 worden de actuele meetwaarden van Station Kropswolde weergegeven over het jaar 2021. De grafiek laat zien de gecontracteerde én daadwerkelijk ook benutte transportcapaciteit. In figuur 2 worden dezelfde meetwaarden 2021 weergegeven, vermeerderd met de (verwachte) belasting van opwekkers die binnen afzienbare tijd in bedrijf zijn en gaan invoeden plus de autonome groei van huishoudens. Figuur 3 tenslotte laat zien de meetwaarden van figuur 2, vermeerderd met gevraagde transportvermogen van Zonnepark Woudbloem. Volgens Enexis geven de voorspelde vermogensstromen opgeteld bij de huidige belasting aan dat sprake zal zijn van fysieke congestie.
4.9.3.
Ook de mogelijkheden van congestiemanagement zijn onderzocht en uit onderzoek [12] is gebleken dat congestiemanagement niet mogelijk is op het Station Kropswolde.
4.10.
Zonnepark Woudbloem heeft betwist dat Enexis kan volstaan met de enkele verwijzing naar het congestierapport en de door Enexis uitgevoerde berekeningen en dat daaruit zou moeten blijken dat er sprake is van fysieke congestie. Uit de door Enexis overgelegde informatie blijkt dat veeleer sprake van contractuele congestie, hetgeen geen weigeringsgrond is voor afwijzing. Volgens Zonnepark Woudbloem blijkt uit de door Enexis overgelegde productie 3 bij conclusie van antwoord dat Enexis met partijen transportcontracten met een gecontracteerd transportvermogen heeft gesloten voor in totaal 85 MW. Zonnepark Woudbloem leidt hieruit af dat Station Kropswolde 85 MW aan capaciteit beschikbaar is. Dit sluit ook aan bij het door Enexis gepubliceerde rapport congestieonderzoek Kropswolde [13] waarin ook gesproken wordt over een totaal beschikbaar transportvermogen van 85MVA. Daarnaast is duidelijk geworden dat van de toegezegde (maar nog niet benutte) transportcapaciteit 14 MVA hoe dan ook niet zal worden gebruikt. Zonnepark Woudbloem heeft te dier zake verwezen naar een verklaring van de betreffende ondernemer van 22 december 2021 [14] . Enexis houdt bovendien ten onrechte rekening met prognoses ten aanzien van de autonome groei van zonnepanelen op daken van huishoudens en soortgelijke (particuliere) aangeslotenen, terwijl deze capaciteit niet is gecontracteerd. Deze reservering van transportcapaciteit voor deze bepaalde groep verdraagt zich niet met het discriminatieverbod als neergelegd in artikel 24 lid 3 van de E-wet. Volgens Zonnepark Woudbloem is er op Station Kropswolde blijkens de berekeningen en meetwaarden van Enexis zoals die blijken uit figuur 1 van haar conclusie van antwoord sprake van 26,5 MVA aan daadwerkelijk gebruikte capaciteit. Uit productie 3 van Enexis blijkt bovendien dat er circa 15.5 MVA is toegezegd die nog niet wordt benut, waarvan 14 MVA zeker ook niet zal worden benut. Dat betekent dat er – ook indien wordt uitgegaan van een grens van 58 MVA - voldoende capaciteit is om de aanvraag van Zonnepark Woudbloem te honoreren.
4.11.
De voorzieningenrechter is met Zonnepark Woudbloem van oordeel dat Enexis er niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat de voor het station Kropswolde gevraagde transportcapaciteit redelijkerwijs niet beschikbaar is vanwege fysieke congestie. Ter zitting is uitvoerig met Enexis gesproken over de door haar gehanteerde cijfers en uitgangspunten. Meer in het bijzonder is Enexis gevraagd om inzichtelijk te maken op welke wijze en op basis van welke criteria zij een prognose heeft gemaakt van het te verwacht gebruik in te toekomst, uitgaande van de wel toegezegde maar nog niet benutte transportcapaciteit en welke prognose moet worden meegenomen bij de vraag of transportcapaciteit redelijkerwijs beschikbaar is. Enexis verklaarde dat zij geen nader onderzoek had verricht naar de vraag welk deel van het toegezegde maar thans onbenutte transportvermogen op afzienbare termijn in gebruik zal worden genomen en waarmee, in het kader van een verantwoord netbeheer, ook rekening dient te worden gehouden. Enexis heeft al het gecontracteerde transportvermogen meegenomen, zonder daarin op enigerlei wijze te differentiëren al naar gelang die gecontracteerde capaciteit naar verwachting ook daadwerkelijk, op welke termijn en in welke mate benut zal gaan worden. Dat acht de voorzieningenrechter niet juist omdat Enexis daarmee eigenlijk lijkt te stellen dat contractuele congestie gelijkgesteld moet worden aan fysieke congestie. Dat betekent dat, als het gecontracteerde transportvermogen de ter plaatse geldende maximumtransportcapaciteit overschrijdt, er sprake is van fysieke congestie, op grond waarvan een transportaanvraag kan worden geweigerd, ook indien dat gecontracteerde transportvermogen niet daadwerkelijk wordt benut. Deze benadering staat naar het oordeel van de voorzieningenrechter haaks op het uitgangspunt dat de beschikbare transportcapaciteit optimaal dient te worden benut. Dat in dit geval ook concreet aanleiding bestaat om het louter toegezegde transportvermogen kritisch tegen het licht te houden volgt uit hetgeen Zonnepark Woudbloem onweersproken en met stukken onderbouwd heeft aangevoerd over een ondernemer aan wie 14 MVA transportcapaciteit is toegezegd en die te kennen heeft gegeven deze capaciteit niet te zullen benutten. Zonnepark Woudbloem heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat die capaciteit vooralsnog niet zal worden gebruikt; Enexis wist hiervan (via Zonnepark Woudbloem) en dit gegeven had haar aanleiding behoren te geven om de cijfers met betrekking tot de beschikbare transportcapaciteit daarmee in overeenstemming te brengen.
Daarnaast heeft Enexis in haar prognoses meegenomen de naar verwachting in de toekomst door particuliere huishoudens in beslag te nemen transportcapaciteit. Enexis heeft dit gedaan zonder evenwel die invloed afzonderlijk te kwantificeren en toe te lichten. De invloed van deze groep (toekomstige) gebruikers is immers uitsluitend terug te vinden in de grafiek onder figuur 2 van de conclusie van antwoord, samengevoegd met
“de verwachte belasting van opwekkers die binnen afzienbare tijd in bedrijf gaan”. Enexis heeft geen inzicht gegeven in:
  • het beslag dat deze toekomstige particuliere gebruikers leggen op de transportcapaciteit;
  • de trends/statistieken waarop de gehanteerde prognoses zijn gebaseerd;
  • of deze prognoses zijn gebaseerd op plaatselijke, regionale of landelijke trends (in verband met demografische invloeden);
  • en over welke periode de prognoses van het toekomstig particuliere beslag op de transportcapaciteit zich uitstrekken (het dient immers te gaan om beslag op transportcapaciteit op afzienbare termijn).
Bij gebreke van toelichting of onderbouwing op dit onderdeel dient daarom bij de vaststelling van de beschikbare transportcapaciteit van deze particuliere invloeden te worden geabstraheerd.
4.12.
De voorzieningenrechter komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat Enexis er niet in is geslaagd om in dit kort geding aannemelijk te maken dat bij het Station Kropswolde sprake is van een situatie waarin redelijkerwijs geen transportcapaciteit beschikbaar is zoals bedoeld in artikel 24 lid 2 E-wet. Enexis is dan ook verplicht om op grond van artikel 24 lid 1 E-wet aan Zonnepark Woudbloem een aanbod tot het uitvoeren van het gevraagde transport te doen. Zelfs indien wordt uitgegaan van de door Enexis gestelde (maar door Zonnepark Woudbloem gemotiveerd weersproken) maximale transportgrens van 58 MVA lijkt binnen die bandbreedte voldoende capaciteit beschikbaar om de aanvraag van Zonnepark Woudbloem te kunnen honoreren.
4.13.
Hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd ten aanzien van congestie management kan – nu van fysieke congestie geen sprake is - daarmee onbesproken blijven.
4.14.
De vordering van Zonnepark Woudbloem om Enexis te veroordelen een aanbod te doen voor 30 MVA transportcapaciteit voor de invoeding van elektriciteit zal gelet op het bovenstaande worden toegewezen.
4.15.
De voorzieningenrechter ziet voldoende aanleiding om aan Enexis een dwangsom op te leggen. De dwangsom zal worden beperkt als volgt.
4.16.
Gesteld noch gebleken is dat daadwerkelijk buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt door Zonnepark Woudbloem die voor vergoeding in aanmerking zouden komen. De voorzieningenrechter ziet dan ook geen grond om Enexis te veroordelen tot betaling daarvan.
4.17.
Enexis zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Zonnepark Woudbloem worden begroot op:
- dagvaarding € 103,33
- griffierecht 676,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
1.524,00
Totaal € 2.303,33

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Enexis om binnen
vier wekenna betekening van dit vonnis aan Zonnepark Woudbloem een aanbod te doen als bedoeld in artikel 24 lid 1 E-wet voor 30 MVA transportcapaciteit voor de invoeding van elektriciteit op het door Enexis beheerde onderstation Kropswolde;
5.2.
veroordeelt Enexis om aan Zonnepark Woudbloem een dwangsom te betalen van € 25.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, dit met een maximum van € 500.000,00
5.3.
veroordeelt Enexis in de proceskosten, aan de zijde van Zonnepark Woudbloem tot op heden begroot op € 2.303,33,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Schoorlemmer en in het openbaar uitgesproken door mr. E. Loesberg op 15 juli 2022.

Voetnoten

1.Prod. 3 Zonnepark Woudbloem
2.Prod. 2 Zonnepark Woudbloem
3.Prod. 4 Zonnepark Woudbloem
4.Prod. 5 Zonnepark Woudbloem
5.Productie 9 Zonnepark Woudbloem
6.Productie 10 Zonnepark Woudbloem
7.Productie 11 Zonnepark Woudbloem
8.Productie 12 Zonnepark Woudbloem
9.Productie 22 Zonnepark Woudbloem
11.Enexis heeft daarvoor verwezen naar de brief van TenneT van 24 mei 2022, overgelegd als productie 3 CvA
12.Rapport van onderzoeksbureau D-Cision B.V. d.d. 30 september 2019, overgelegd als productie 4 CvA
13.Productie 21 Zonnepark Woudbloem
14.Productie 16 Zonnepark Woudbloem