Uitspraak
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch,het college,(gemachtigde: E.B.A.M. Gerritse).
Windpark De Rietvelden B.V. en Coöperatieve vereniging Bossche Windmolen West U.A.,te ’s-Hertogenbosch, vergunninghoudster,
(gemachtigde mr. E.M.N. Noordover).
Inleiding1.Deze zaak gaat over de gevolgen van het Nevele-arrest voor het bestaande windpark De Rietvelden. Eiseres heeft verzocht om intrekking van de omgevingsvergunning voor het windpark in verband met het Nevele-arrest. Het college heeft dit verzoek afgewezen bij besluit van 28 september 2021 (het bestreden besluit). Daartegen heeft eiseres beroep ingesteld.
Vergunninghoudster heeft op 21 december 2021 en 28 januari 2022 schriftelijk gereageerd.
Eiseres heeft op 31 januari 2022 schriftelijk gereageerd.
- voor eiseres: [naam] , [naam] , [naam] en [naam] (huisarts) en de gemachtigde van eiseres,
- voor het college: zijn gemachtigde,
- voor vergunninghoudster: [naam] , [naam] , [naam] en haar gemachtigde.
Totstandkoming en inhoud van het bestreden besluit
2.4. Het college heeft het verzoek van eiseres bij het bestreden besluit afgewezen omdat de intrekkingsgronden van artikel 2.33 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) niet van toepassing zijn.
Beoordeling door de rechtbank
Het Nevele-arrest heeft volgens eiseres ook gevolgen voor bestaande windparken. Er is geen sprake van onaantastbare besluiten of formele rechtskracht. De bepalingen van de SMB-richtlijn werken rechtstreeks. Het Unierecht dwingt het college tot onmiddellijke actie om te voorkomen dat de effectieve doorwerking van Unierecht wordt belemmerd. De nationale rechter moet een plan of programma dat in strijd is met de SMB-richtlijn opschorten, nietig verklaren of buiten toepassing laten. Vergunningen die daarop zijn gebaseerd, moeten hetzelfde lot ondergaan. Eiseres wijst ter ondersteuning met name op het Kühne & Heitzarrest van het Hof [7] , het arrest I-21 & Arcor [8] , het Byankov-arrest [9] en het arrest Commissie/Ierland over het windturbinepark te Derrybrien [10] .
Vergunninghoudster stelt zich ook op het standpunt dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met de SMB-richtlijn. Volgens vergunninghoudster zijn alleen de windturbinenormen in strijd met de SMB-richtlijn. Zij is van mening nog steeds gebonden te zijn aan de windturbinenormen, zoals die golden op basis van het Activiteitenbesluit en de
Eiseres voert aan dat de gezondheid van de mens en diens leefomgeving door de windturbines dreigt te worden aangetast. De windturbines veroorzaken ernstige hinder door geluid, slagschaduw, lichtflikkering en fijnstof. Gelet op de gezondheidsrisico’s is volgens eiseres sprake van een onrechtmatige en ontoelaatbare inbreuk op grondrechten en op het recht van eerbiediging van een ongestoord privé-, familie- en gezinsleven. Zij heeft diverse stukken overgelegd om dit standpunt te ondersteunen. Tijdens de zitting is op verzoek van eiseres een verklaring voorgelezen door een huisarts over de gezondheidseffecten van het windpark.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroepAls partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kunnen zij de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kunnen zij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
1. In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
(…)
inrichting: inrichting, behorende tot een categorie die is aangewezen krachtens het derde lid;
(…)
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden categorieën inrichtingen aangewezen als bedoeld in artikel 1.1, vierde lid, van de Wet milieubeheer, waarvan het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben moet worden onderworpen aan een voorafgaande toetsing, gezien de aard en de omvang van de nadelige gevolgen die de inrichtingen voor het milieu kunnen veroorzaken. Bij de maatregel worden als categorie in ieder geval aangewezen de inrichtingen waartoe een IPPC-installatie behoort.
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
b. het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald;
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet,
(…)
i. het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving.
1. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in, voor zover: