19.5Deze beroepsgronden falen.
20. De rechtbank is van oordeel dat windturbine 4 geen onderdeel uitmaakt van een cluster en kan leiden tot horizonvervuiling. Verder hadden in het bestreden besluit voorschriften moeten worden opgenomen om initiatiefnemers te verplichten windturbines 1-3 uit te rusten met een toereikend ijsdetectiesysteem. De overige inhoudelijke kritiek van eisers treft geen doel. De rechtbank ziet geen procedurele gebreken in de voorbereiding van het bestreden besluit. Verweerder heeft voldoende onderbouwd dat windturbines 1-3 kunnen voldoen aan de normen in het Abm over geluidsoverlast, schaduwwerking en externe veiligheid. De normen in het Abm bieden voldoende bescherming tegen laagfrequent geluid. In het bestreden besluit zijn ook de hinder en de risico’s waartegen het Abm geen bescherming biedt, voldoende in kaart gebracht. Verweerder heeft hierin geen aanleiding hoeven zien om de omgevingsvergunning voor windturbines 1-3 te weigeren.
21. De beroepen van eiseres 2 en de drie specifiek genoemde personen van de groep eisers 1 zijn niet ontvankelijk. De overige beroepen zijn gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij vergunning is verleend voor windturbine 4. De rechtbank ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat aan de vergunning voor windturbines 1-3 het voorschrift wordt verbonden dat de windturbines moeten zijn voorzien van een toereikend ijsdetectiesysteem om iedere ijsafzetting te voorkomen.
22. Omdat de rechtbank de beroepen gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eisers 1 en 3 tot en met 7, het door hen betaalde griffierecht moet vergoeden. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers 1 en 3 gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.002,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het bijwonen van de zitting, waarde per punt € 501,-, wegingsfactor 1). De rechtbank ziet geen aanleiding voor toekenning van een vergoeding aan eisers 6 in verband met de vertegenwoordiging door een gemachtigde ter zitting. Deze gemachtigde is ook opgetreden namens eisers 1 en 2. .
Beslissing
- verklaart de beroepen van [drie eisers, behorend bij de groep eisers 1] en eiser 2 niet-ontvankelijk;
- verklaart de overige beroepen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij vergunning is verleend voor windturbine 4;
- verbindt het volgende voorschrift aan het resterende bestreden besluit: “
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 333,- aan eisers 1 en eiseres 7 te vergoeden en het betaalde griffierecht van € 168,- aan eisers 3 tot en met 6 te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers 1 en van eisers 3 tot een bedrag van € 1.002,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.H.M. Verhoeven, voorzitter, en mr. D.J. de Lange en mr. J.A.W. Huijben, leden, in aanwezigheid van A.J.H. van der Donk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2018.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.
Op het hoger beroep tegen deze uitspraak is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Op grond van artikel 1.6a van de Crisis- en herstelwet kunnen na genoemde zes weken geen gronden meer worden aangevoerd.
Activiteitenbesluit milieubeheer
1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
beperkt kwetsbaar object: beperkt kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
gevel: gevel als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 1b, vierde lid, van de Wet geluidhinder;
gevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting;
gevoelige objecten: gevoelige gebouwen en gevoelige terreinen;
gevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen, met uitzondering van die terreinen behorende bij de betreffende inrichting;
kwetsbaar object: kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1. Een windturbine of een combinatie van windturbines voldoet ten behoeve van het voorkomen of beperken van geluidhinder aan de norm van ten hoogste 47 dB Lden en aan de norm van ten hoogste 41 dB Lnight op de gevel van gevoelige gebouwen, tenzij deze zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein, en bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein.
1. Het plaatsgebonden risico voor een buiten de inrichting gelegen kwetsbaar object, veroorzaakt door een windturbine of een combinatie van windturbines, is niet hoger dan 10-6 per jaar.
2. Het plaatsgebonden risico voor een buiten de inrichting gelegen beperkt kwetsbaar object, veroorzaakt door een windturbine of een combinatie van windturbines, is niet hoger dan 10-5 per jaar.
Activiteitenregeling milieubeheer
1. Ten behoeve van het voorkomen of beperken van slagschaduw en lichtschittering is de windturbine voorzien van een automatische stilstandvoorziening die de windturbine afschakelt indien slagschaduw optreedt ter plaatse van gevoelige objecten voor zover de afstand tussen de windturbine en de gevoelige objecten minder dan 12 maal de rotordiameter bedraagt en gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag slagschaduw kan optreden en voorzover zich in de door de slagschaduw getroffen uitwendige scheidingsconstructie van gevoelige gebouwen of woonwagens ramen bevinden. De afstand geldt van een punt op ashoogte van de windturbine tot de gevel van het gevoelige object.
Besluit externe veiligheid inrichtingen
1. In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
b. beperkt kwetsbaar object:
a. 1˚ verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare, en
2˚ dienst- en bedrijfswoningen van derden;
l. kwetsbaar object:
a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in onderdeel b, onder a;
Verordening ruimte Noord-Brabant