Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 juli 2020 en de daarin aangeduide processtukken,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 februari 2021 met aangehechte spreekaantekeningen van partijen en de opmerkingen op het proces-verbaal van de zijde van Reeshofverzet,
- de akte eiswijziging en in het geding brengen producties (18 t/m 20) van de zijde van Reeshofverzet.
2.De achtergrond van het geschil
3.De vaststaande feiten
4.De vorderingen
5.De ontvankelijkheid van Reeshofverzet
- dat Reeshofverzet voor wat betreft de zelfbouwers vanaf 2008 geen, althans onvoldoende belang heeft bij haar vorderingen,
- dat de vorderingen zijn verjaard,
- dat sprake is van elkaar opvolgende vorderingen,
- dat er geen sprake is van gelijksoortige belangen bij de bewoners (artikel 3:305a lid 1 BW),
- de belangen van haar achterban onvoldoende gewaarborgd zijn (artikel 3:305a lid 2 BW),
- er onvoldoende representativiteit is en
- aan meerdere vereisten van de Claimcode niet is voldaan.
allevorderingen van de individuele bewoners zijn verjaard, zal de door Reeshofverzet gevorderde verklaring voor recht moeten worden afgewezen wegens gebrek aan belang (artikel 3:302 BW).
corporate governanceinformatie. De website geeft geen enkel inzicht in de bestuursstructuur, bestuur- en toezichtverslagen, bezoldiging, nieuwsberichten over voortgang, inzicht in de berekening van eventueel gevraagde bijdragen van aangesloten, hoe men zich kan aansluiten en opstappen et cetera. Ook blijkt niet dat Reeshofverzet voldoende ervaring en deskundigheid heeft voor collectieve vorderingen. Tot op heden heeft Reeshofverzet nog geen bestuursverslag en/of jaarrekening gepubliceerd. Ennatuurlijk concludeert aldus dat Reeshofverzet de Claimcode niet op een enkel marginaal punt schendt, maar substantieel en structureel.
6.Het inhoudelijke verweer van Ennatuurlijk
aansluitbijdrage(vooraf en ineens te betalen): de vermeden kosten van een gasaansluiting (oftewel "component A");
vastrecht(opgenomen in de maandelijkse voorschotten en jaarlijks afgerekend in de eindafrekening):
warmtetarief(prijs per verbruikte GigaJoule).
“vastrecht impliceert periodiek terugkerende kosten; daaronder wordt niet verstaan eenmalig te maken kosten die vervolgens periodiek in rekening worden gebracht.”Onder vastrecht in de terminologie van de branche kon vóór invoering van de Warmtewet wel degelijk ook een periodiek geheven deel van de (conform het nmda-beginsel berekende) aansluitbijdrage worden verstaan. Ook in de visie van de wetgever betreft het vastrecht niet noodzakelijkerwijze voor de energieleverancier periodiek terugkerende kosten. Het gaat (slechts) om een kostenpost die los staat van het verbruik. Indien de afnemers hadden willen weten uit welke componenten de aan hen in rekening te brengen tarieven bestonden en welke bedragen al die verschillende componenten beliepen, hadden zij daarnaar navraag kunnen (en moeten) doen, wat de afnemers die zich op de onbekendheid met de aansluitbijdrage beroepen kennelijk hebben nagelaten.
7.beoordeling
De primair gevorderde verklaringen voor recht
die verplichtinggeacht moet worden niet tussen partijen te zijn overeengekomen.
956,00(2,0 punten × tarief € 478,00)