De BECC is een energiebedrijf dat in 1999 is begonnen met de productie van groene stroom in een biomassa-energiecentrale. Haar energiebronnen zijn op dit moment resten snoeihout, sloophout en papierslib uit de omgeving die worden verbrand in een verbrandingsketel. Deze ketel produceert ongeveer 20 Megawatt elektriciteit (voldoende voor 35.000 huishoudens) en levert 20 Megawatt stoom en heet water aan bedrijven op industrieterrein “Haven Cuijk”. In 2010 heeft de toenmalige eigenaar de BECC stilgezet vanwege marktomstandigheden. In juni 2015 heeft de derde-partij de centrale overgenomen en is de installatie weer in gebruik genomen. Om de warmtelevering mogelijk te maken is in 2017 een stoomnet aangelegd. De BECC omvat een IPPC – installatie.
De BECC ligt in de buurt van verschillende Natura 2000-gebieden waaronder de “Oeffelter Meent” (NB), “De Bruuk”, “Sint Jansberg”, “Rijntakken”, “Zeldersche Driessen”, “Maasduinen”, “Veluwe” en “Boschhuizerbergen”. Op wat grotere afstand liggen onder andere de Natura 2000-gebieden “Engbertsdijksvenen” “Deurnsche Peel & Mariapeel”, “Groote Peel” en “Kampina & Oisterwijkse Vennen”. Voor de gebieden gelden verschillende referentiedata. De referentiedatum is de datum waarop het gebied onder de bescherming van artikel 6 van de Habitatrichtlijn is gekomen. De gebieden “Engbertsdijksvenen”, “Deurnsche Peel & Mariapeel”, “Kampina & Oisterwijkse Vennen” en een deel van “Rijntakken” zijn voor 1998 aangewezen als Vogelrichtlijngebied. De andere gebieden zijn na 2000 aangewezen als Vogelrichtlijngebied en/of Habitatrichtlijngebied.
De BECC beschikt over een uitgebreid vergunningenbestand maar niet over een afzonderlijke natuurvergunning.
Op 26 januari 1998 heeft verweerder voor het oprichten en in werking hebben van de BECC een vergunning krachtens de Wet milieubeheer (Wm-vergunning) verleend voor de productie van duurzame energie uit 210.000 ton schone biomassa per jaar. Begin 2000 is de BECC in gebruik genomen;
Op 18 november 2003 is een Wm-vergunning verleend voor een wijziging van de inrichting, waarbij de hoeveelheid materiaal schone biomassa is verhoogd naar 275.000 ton schone biomassa per jaar.
Op 19 juni 2015 is voor de inrichting een deelrevisievergunning verleend voor de activiteit “milieu”, eerste fase. Hierbij is toestemming verleend voor het meestoken van andere afvalstoffen, waaronder papierslib, RWZI-slib en B-hout. Onder het kopje ‘overwegingen Natuurbeschermingswet’ staat het volgende “
In 2012 heeft Essent een quick-scan ‘vergund gebruik’ Essent Centrale Cuijk (Tauw R011-4649366AIH-lhl-V03) laten opstellen. Dit betreft een quick-scan op basis van de vergunde situatie uit 2003. Tevens zijn de gevolgen van de inzet van andere biomassastromen in de installatie in beeld gebracht en de effecten hiervan op Natura 2000 gebieden Uit deze quick-scan blijkt dat de stikstofdepositie zelfs in de worst case situatie gelijk blijft. Omdat er geen wijzigingen zijn die relevant zijn voor de stikstofdepositie als gevolg van de activiteiten is er geen aanleiding voor het maken van de stikstofdepositieberekeningen en behoeft de stikstofdepositie niet nader getoetst te worden. Voor andere mogelijke invloeden is ook voldoende aangetoond dat effecten op voorhand zijn uit te sluiten waarmee er geen vergunningplicht geldt in het kader van de Natuurbeschermingswet.”
Op 21 februari 2019 heeft eiseres 1 verweerder verzocht handhavend op te treden tegen BECC in verband met overtredingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het ontbreken van een natuurvergunning.
Op 29 mei 2019deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) uitspraak over het Programma aanpak stikstof (PAS).