Op 20 oktober 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker, die verdachte is in een strafzaak. Verzoeker heeft de rechter, mr. P.J. Appelhof, gewraakt naar aanleiding van eerdere beslissingen in zijn strafzaken, waarin verzoeken om getuigen te horen zijn afgewezen. Verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek ingediend op 13 oktober 2021, enkele dagen voor de zitting van 18 oktober 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker onvrede heeft geuit over de afwijzing van zijn getuigenverzoeken en het niet reageren van de rechter op zijn verzoek om zich te verschonen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gronden voor wraking niet voldoende zijn om aan te nemen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding is. De rechtbank benadrukt dat een afwijzing van een getuigenverzoek op zich geen grond voor wraking kan zijn en dat verzoeker het wrakingsinstrument misbruikt heeft. Daarom is het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond verklaard en is bepaald dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.