In deze zaak gaat het om een watervergunning voor het afvoeren van hemelwater in de nieuwbouwwijk Luchen, gelegen in de gemeente Geldrop-Mierlo. De rechtbank heeft eerder, in een tussenuitspraak van 16 april 2021, geoordeeld dat de watervergunning onvoldoende waarborgt dat bij een mogelijke uitbreiding van het afwaterend verhard oppervlak, de waterberging toereikend blijft. De rechtbank heeft het waterschap de gelegenheid gegeven om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. In het herstelbesluit van 29 juni 2021 heeft het waterschap aanvullende voorschriften aan de vergunning verbonden, waaronder een monitoringsverplichting en een plan van aanpak voor het geval de bergingscapaciteit onvoldoende blijkt te zijn.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit en het herstelbesluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard en zowel het bestreden besluit als het herstelbesluit vernietigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gewijzigde watervergunning van 29 juni 2021 de gebreken in het primaire besluit grotendeels herstelt, maar dat het onduidelijk blijft wat er met het primaire besluit gebeurt. De rechtbank heeft daarom het primaire besluit herroepen en vervangen door de gewijzigde watervergunning.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eisers recht hebben op vergoeding van griffierecht en proceskosten, inclusief deskundigenkosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2021.